De KULeuven is geen voor de hand liggende organisatie, met haar talloze stakeholders, haar baronieën en haar verbaal sterke intellectuelen. En toch slaagt Annemie Depuydt er telkens weer in om de violen gelijk gestemd te krijgen, alleen een sterke persoonlijkheid krijgt dat voor elkaar. Maak kennis met onze ICT Woman of the Year !
Directeur Annemie Depuydt van de centrale informaticadienst van de KULeuven (ICTS) is tevreden maar tegelijk ook verbaasd wanneer ze het nieuws over haar verkiezing tot ICT Woman of the Year te horen krijgt. “Toen ik naar de lijst met genomineerden keek dacht ik dat Dominique Leroy van Proximus het zou halen”, lacht onze laureate, “ik heb veel respect voor wat zij doet.”
Het parcours dat Depuydt de voorbije kwarteeuw heeft afgelegd aan de KULeuven mag nochtans óók gezien worden. De West-Vlaamse was nog maar nauwelijks begonnen als programmeur-analist of ze werd al gevraagd om projectleider te worden. En nadat ze rond de eeuwwende het belangrijke ‘Anemoon’-project tot een goed einde had gebracht (waarbij er een erp-omgeving werd uitgerold over alle afdelingen van de universiteit heen), werd ze langzaam maar zeker incontournable.
In 2005 schopte Depuydt het tot directeur van het departement administratieve informatieverwerking, en drie jaar later kwam ze aan het hoofd te staan van de eengemaakte informaticadienst van haar alma mater, die de twee historische ict poten – het rekencentrum en de operationele ict – bij elkaar bracht. “Plots kreeg ik er de datacenters bij, en was ik met netwerken, systeembeheer en fiber in de binnenstad bezig. Persoonlijk vond ik dat een grote stap, want ik ben eerder generalist dan specialist in die domeinen. Te allen tijde het overzicht kunnen bewaren was een hele opgave.”
DURVEN SPRINGEN
In tegenstelling tot het leeuwendeel van de vrouwen van haar generatie was Depuydt van jongs af aan geïnteresseerd in technologie. “Ik heb ook enorm genoten van mijn it-studies”, knikt ze. “Programmeren, dat was echt iets voor mij. Of ik dat van thuis uit had meegekregen ? Welneen. In de humaniora deed ik de technische en de wetenschappelijke vakken gewoon het liefst.”
“Ik heb na mijn studies nog een jaar les gegeven aan de Katholieke Hogeschool Leuven, maar dat was mijn biotoop niet : het schrikte me af elk jaar opnieuw hetzelfde te moeten doen. Zo ben ik aan de KUL beland, en daar ben ik gebleven. Wanneer ik er op terugkijk, lijkt het wel of ik altijd hetzelfde gedaan heb, maar dat klopt natuurlijk niet. Ik heb wel altijd ‘ja’ gezegd toen men mij dingen kwam vragen, of ik een project wilde leiden bijvoorbeeld. En als je ja zegt kan het snel gaan.”
“Dat is meteen mijn voornaamste boodschap naar vrouwen toe : zeg niet ‘ja, maar’, maar wel volmondig ‘ja’ en ga er voor ! Met de kanttekeningen reken je later wel af. Soms moet je impulsief durven zijn, interessante opportuniteiten vallen niet zomaar uit de lucht. Je kan een carrière wel proberen te plannen, maar vaak lukt dat niet. Als men een rol voor jou ziet weggelegd, dan moet je durven springen.”
De KULeuven heeft de reputatie uit baronieën te bestaan die zo autonoom mogelijk willen werken. Tel je de hogescholen uit de associatie er bij, dan is de versnippering compleet. Hoe kan je in zo’n omgeving je mannetje staan ?
ANNEMIE DEPUYDT : “Dat vraagt heel veel discussie met de verschillende stakeholders. Een it-infrastructuur uitrollen is op zich niet zo moeilijk, maar al de betrokkenen op dezelfde lijn krijgen is inderdaad iets helemaal anders (lacht).”
“Een universiteit is natuurlijk geen voor de hand liggende organisatie. Je krijgt te maken met intellectuelen die verbaal zeer sterk zijn en hun klachten prachtig geformuleerd krijgen, en de faculteiten staan inderdaad op hun vrijheid. Bovendien heb je een ‘bovenlaag’ die om de vier jaar verkozen wordt, terwijl de onderlaag gewoon blijft verder werken. Een professionele bureaucratie noem ik het wel eens. Maar net dat maakt mijn job zo boeiend : er gebeurt altijd wel iets.”
“Een collega vertelde me onlangs in zijn nieuwjaarswensen dat ik een toegankelijke no-nonsense persoon ben, en misschien is het wel die eigenschap die maakt dat ik mijn mannetje kan staan aan de unief. Ik heb ook veel aandacht voor mijn mensen, ik luister naar hun bedenkingen en probeer de knelpunten weg te werken.”
“Je zou het soms niet zeggen, omdat alles zo technisch klinkt, maar it is een echte people-business. Je moet heel wat expertise in huis hebben om al je projecten tot een goed einde te kunnen brengen, maar het it-departement blijft boven alles toch een heel menselijke omgeving.”
GLAZEN PLAFOND
Pakt u de dingen soms anders aan dan uw mannelijke collega’s ?
DEPUYDT : “Dat denk ik wel. Het licht van een vrouw schijnt sowieso meer naar beneden dan naar boven. Vrouwen hebben de neiging om heel nadrukkelijk te focussen op hun verantwoordelijkheden, op het stukje dat ze mogen overzien. Dat is de prioriteit, daar gaat alle aandacht naartoe. Bij mannen is dat vaak anders. Hun licht wil al sneller eens naar boven schijnen (lacht).”
“Bij mezelf is dat ook altijd zo geweest. Het is pas sinds ik algemeen directeur ben dat ik echt breder ben beginnen kijken. Eigenlijk is dat geen goede houding. Vrouwen zouden ook wat vaker hun licht naar boven mogen schijnen, en wat ambitieuzer mogen zijn.”
“Daar zie ik nog wel een rol voor mezelf als ICT Woman. Eerder dan snel snel met een nieuw initiatief op de proppen te komen waar we na drie vergaderingen een punt achter zetten, zou ik beloftevolle dames in de it-sector willen coachen en hen helpen om door te groeien. Ik wil er hen op wijzen dat ze geen schrik mogen hebben van leidinggevende rollen. Nogmaals : ze moeten willen springen op de momenten dat de kansen zich voordoen.”
Misschien moeten ze dan ook wat intensiever netwerken ?
DEPUYDT : “Zeker, maar het is niet evident om te netwerken in een sector die gedomineerd wordt door mannen. Vrouwen hebben snel de neiging om zich ongemakkelijk te voelen als ze met zo weinig zijn.”
“Het is ook een beperkt clubje hoor, de Belgische vrouwen die de top bereikt hebben in it, je bent al snel rond. Wie gaan jullie binnen enkele jaren nog op het voetstuk kunnen plaatsen bij Data News (lacht) ?”
Bent U ooit geconfronteerd geweest met vooroordelen omdat u een vrouw bent in een mannenwereld ?
DEPUYDT : “Dat zal wel eens ooit gebeurd zijn, zeker aan het begin van mijn carrière, maar ik kan het me niet herinneren. Twintig jaar geleden werden er ook meer seksistische opmerkingen gemaakt dan vandaag. Herman Van Rompuy heeft ooit eens gezegd dat hij snel vergeeft, maar dat dit eigenlijk geen verdienste is omdat hij ook snel vergeet (lacht).”
“Ik heb ook nooit zoiets als een glazen plafond ervaren aan de universiteit, maar misschien heeft dat wel met die specifieke omgeving te maken, want voor heel wat vrouwen blijkt doorgroeien naar een topjob wel een probleem te zijn. Onlangs stond er nog in een krant dat een vrouw maar in één geval meer verdient dan een man, en dat is wanneer ze geen kinderen heeft en alleenstaand is. Uiteraard is dat problematisch.”
Waarom zijn er niet meer vrouwen zoals u, met een bijna aangeboren interesse in technologie ?
DEPUYDT : “Daar is niet één verklaring voor vrees ik. En moest die er al zijn, dan had je een silver bullet en lag de oplossing voor het grijpen. Het zijn alle factoren samen die er voor zorgen dat vrouwen niet gemakkelijker doorstromen naar technologisch georiënteerde richtingen : hun opvoeding, het onderwijs, hoe onze maatschappij er tegen aankijkt,…”
“Dit gezegd zijnde, heb ik wel de indruk dat de perceptie rond vrouwen in it stilaan verbetert. Wat Data News doet met She Goes ICT helpt natuurlijk, maar er zijn nog initiatieven, kijk maar naar wat er rond STEM aan het gebeuren is (Science, Technology, Engineering en Mathematics). Tien jaar geleden had men je nog vreemd bekeken als je met zo’n initiatief kwam aanzetten, vandaag vindt men het normaal.”
“Er wordt dus wel aan bewustmaking gedaan, ook naar vrouwen toe, en die inspanningen moeten we volhouden. Op mijn departement werken we vandaag met 70 procent mannen en 30 procent vrouwen, wat niet slecht is, maar als ik enkel naar de infrastructuurafdeling kijk, dan is daar nauwelijks een vrouw aanwezig.”
“Dat is erg ja, want het is niet dat ze daar niet welkom zijn, de mannen staan er te springen om een vrouwelijke collega. Ik ben er ook van overtuigd dat gemengde teams beter presteren dan zuiver mannelijke of zuiver vrouwelijke teams.”
VERSNIPPERDE LOKALE IT
Wat waren de moeilijkste dossiers waar u al mee te maken kreeg in Leuven ?
DEPUYDT : “Toen we eind jaren 90 de erp-kaart getrokken hebben met de universiteit, werden al de faculteiten geconfronteerd met een gigantisch veranderingstraject, dat was niet eenvoudig want we kwamen van 60 deelboekhoudingen. Op sommige afdelingen lopen dergelijke megaprojecten behoorlijk vlot, maar er zijn ook faculteiten die veel weerstand bieden. Daar moet je mee om kunnen gaan.”
“De integratie van de it-omgevingen van de hogescholen uit de associatie was nog zoiets. Vergis je niet : heel wat toepassingen worden associatie-breed uitgerold. Alle studenten hebben bijvoorbeeld toegang tot de leeromgeving Toledo en alle personeelsleden gebruiken SAP SLCM (Student Life Cycle Management) voor hun onderwijsadministratie. Die dingen vormen ook geen probleem, maar in de lokale it-ondersteuning is het soms nog wat zoeken.”
“Ook aan de KULeuven zelf is er nog heel wat versnipperde lokale it die vooral op het academische focust en op het ondersteunen van onderzoek. De departementen kunnen daar tot op zekere hoogte zelf over beslissen, wat de zaken er natuurlijk niet gemakkelijker op maakt.”
“Voor administratieve toepassingen en voor zuivere commodity-services krijgen de faculteiten geen autonomie meer, en ook alles wat met het netwerk te maken heeft valt nu onder onze bevoegdheid, maar er is nog een grijze zone met lokale toepassingen waarbij er moet samengewerkt worden en waarbij we voor convergenties moeten zorgen.”
“Sinds we een interne servicecatalogus hebben uitgebouwd stellen we ons wel meer en meer op als leverancier van it-diensten die niet bedrijfsbreed worden aangeboden. Elke eenheid kan zo beslissen om toch een deel van haar lokale applicaties aan ons uit te besteden.”
Wat zijn de grote nieuwe projecten waar u vandaag mee bezig bent ?
DEPUYDT : “Eén van de interessante dingen is de overstap naar de in-memory technologie van SAP Hana. Tegen de paasvakantie moeten we helemaal overgestapt zijn naar de business suite op Hana, we halen onze oude Oracle-databases er allemaal onderuit.”
“In-memory-technologie is helemaal future proof, je infrastructuur wordt veel performanter, je kan big data toepassingen draaien, je bent klaar voor het Internet of Things,… Ik heb het gevoel dat we terug on edge zitten met die omgeving. Dat we zo veel referentiebezoeken krijgen sterkt me in die overtuiging.”
“Of we onze groupware al naar de cloud gebracht hebben ? We praten daarover met Microsoft, maar onze omgeving is zo complex dat zelfs die mensen ons aanraden om nog even te wachten. Onze Microsoft-software (Lync, Exchange,…) is gekoppeld aan ons SAP-systeem, wat op zijn beurt dan weer gelinkt is aan ons identity & acces management… Al die dingen zijn zo hard vervlochten dat het te vroeg is om ze naar de wolk te brengen.”
“Een andere uitdaging is de Tier 1-supercomputer van het Vlaams Supercomputing Centrum die naar Leuven komt, de aanbesteding is helemaal rond. Ons datacenter wordt aangepast as we speak, en tegen half 2016 zou alles operationeel moeten zijn.”
“Voorts valt ook alles wat multimedia, video-streaming en video-capturing is onder onze bevoegdheid sinds begin dit jaar. In moderne leeromgevingen wordt er meer en meer met video gewerkt, wat maakt dat studenten en docenten eenvoudig en goedkoop videocontent moeten kunnen capteren en verwerken.”
Onlangs schakelde u ‘ethische hackers’ in om gaten in de beveiliging op te sporen ?
DEPUYDT : “We doen dat om onszelf te testen, en je leert daar veel uit, omdat je toch autoriteiten inschakelt. Het belang van beveiliging blijft maar toenemen, een hele ploeg is daar nu mee bezig.”
“We gaan aan de KULeuven ook met zones werken. De universiteit is een community die constant in beweging is, er komen voortdurend onderzoekers en profs bij, en dat brengt risico’s met zich mee. Bepaalde kritische toepassingen ga je dan ook nog maar enkel via bepaalde zones in het netwerk kunnen bereiken.”
“Ook hier weer gaat het een uitdaging zijn om dat overal uitgerold te krijgen. Je merkt het : op elk domein beweegt er wel iets, we blijven continu bezig (lacht).”
Frederik Tibau
“Ik heb het gevoel dat we terug on edge zitten met onze SAP Hana omgeving”
“Een it-infrastructuur uitrollen is niet zo moeilijk, maar al de betrokkenen op dezelfde lijn krijgen is dat des te meer”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier