Ik moet iets bekennen. Ik heb een Franse voornaam, maar schrijf hem op zijn Vlaams. Kwestie van niet gediscrimineerd te worden wanneer België binnenkort splitst. Ik verklaar me nader. Op 30 januari stond er een mooi verhaal van Bart Van Peel in De Standaard. Hij voert daar twee Belgen in op die elk op hun eigen manier last hebben met hun voornaam. Aan de ene kant is er Ali Eu-laers, een volbloed Vlaming die van zijn moeder een voornaam meekreeg die ze veertig jaar geleden mooi vond, maar die de drager nu (verkeerdelijk) als moslim identificeert. “Mijn moeder heeft me ondertussen al enkele keren bijna om vergiffenis gevraagd,” zegt Ali. De handelsingenieur vond aanvankelijk geen werk, tot hij zijn cv vergezeld liet gaan van een foto. Van dan af werd hij wel op gesprek uitgenodigd.
Aan de andere kant is er Bart, die zijn Vlaamse voornaam deelt met de auteur van het artikel in de Standaard en met nog enkele duizenden andere Vlamingen, waaronder ook Bart De Wever, voorzitter van de NVA. Maar dit geheel ter zijde. De Bart die in de Standaard wordt opgevoerd, is Belg van Marokkaanse afkomst, moslim en heet in werkelijkheid Brahim. Zijn achternaam staat niet in de krant. Bart is een it’er met hoge kwalificaties, maar vond geen werk zolang hij zijn cv tekende met Brahim. Sinds hij zijn naam vervlaamste, gaat werk vinden veel gemakkelijker. Een in het Brusselse gevestigde multinational die hem eerder weigerde, nam hem na de naamsverandering direct aan. Bart werkt ondertussen al vijf jaar voor dit niet nader genoemde bedrijf. Gelukkig voor Brahim vroeg het bedrijf nooit naar zijn identiteitskaart, maar ging gewoon af op zijn cv. Bart heeft zijn naam immers (nog) niet officieel laten wijzigen en laat Brahim een verborgen bestaan leiden (of is het lijden?) in zijn professionele, maar niet in zijn persoonlijke bestaan. Wat er bij mij, Joseph Ali Brahim Schildermans, niet ingaat, is dat er in een sector (de it en de technologie in het algemeen) die steen en been klaagt over een gebrek aan gekwalificeerd personeel nog altijd bedrijven bestaan die mensen weigeren puur op basis van een selectie op niet-Belgische klinkende naam. Lees die vorige zin nog maar eens opnieuw en maak er dan gewoon van:… dat er nog altijd bedrijven bestaan die discrimineren. Bedrijven nodigen sneller een “autochtone” sollicitant uit dan een “allochtone”, hoe moeilijk ze het ook hebben om personeel te vinden. Racisme is blijkbaar sterker dan economische motieven. In mijn naïviteit dacht ik dat dit soort praktijken in de it niet of veel minder voorkomen dan in de ‘gewone’ economie. Niet dus. Uit een steekproef van Animo, jongerenafdeling van de SP.A, blijkt dat bedrijven autochtone sollicitanten in zestig procent van de gevallen uitnodigen, allochtone in slechts 25 procent van de gevallen. De enige manier om deze trieste praktijken te stoppen, is van overheidswege anonieme sollicitaties te verplichten. De werkgevers zijn er tegen, maar ze hebben meer dan tijd genoeg gehad om via vrijwillige initiatieven iets te doen aan de voortdurende discriminatie bij Belgische bedrijven.
Jozef Schildermans is journalist en hoofd van het Data Testlab, een onafhankelijk lab voor het testen van bedrijfsgerichte hard- en software. www.villapc.be
Jozef Schildermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier