Om te kunnen anticiperen op cybersquatting en misbruik van de merkenportfolio heeft de Belgische staaldraadproducent Bekaert een heuse domeinnaamstrategie uitgetekend.

Enkele jaren geleden kon zowat iedereen bij Be-kaert een domeinnaam aanvragen voor een website, er was geen gestructureerde aanpak, laat staan dat er aan portfoliomanagement werd gedaan. Dat had enkele kwalijke gevolgen. Niet alleen trad er een wildgroei op aan domeinen waardoor de staaldraadprocent het overzicht verloor, heel wat sites gingen een eigen leven leiden en er dienden internetadressen gerecupereerd te worden voor de rechtbank.

“We werden ooit geconfronteerd met iemand uit Polen die publiciteit maakte voor producten gelijkaardig aan de onze onder de naam bekaert.pl”, knikt industrial property manager Marc Messely van Bekaert. “We hebben dat adres moeten claimen voor de rechter. Uiteindelijk is dat wel gelukt, maar het heeft ons veel tijd en geld gekost.”

Mede daarom werd er binnen Bekaert een e-communicatiespecialist aangeworven en een domeinnaamstrategie uitgetekend. “Vandaag is het niet langer deze of gene business unit die een beslissing over een internetadres neemt, maar wordt er op een uniforme, centraal gestuurde en consistente manier met de problematiek omgegaan. De verendraad-afdeling zal bijvoorbeeld geen naam meer registreren voor ons merk Becrova zonder dat de rest van het bedrijf daar van op de hoogte is.”

“Voorts proberen we anticiperend te werken en proactief te investeren in domeinnamen”, zegt Messely. “Zo gebeurt het steeds vaker dat we namen registreren waarvan we denken dat ze interessant zouden kunnen zijn voor ons bedrijf. Soms zitten er ook defensieve registraties tussen, welja.”

Niet dat Bekaert defensief gaat registreren onder de honderden nieuwe internetextensies die er op ons afkomen. “We gaan niet overal de gaatjes dichten”, klinkt het. “Wel is het de bedoeling dat we enkele van onze merknamen laten beschermen door het ‘clea-ringhouse voor merkhouders’ dat de internationale domeinbeheerder Icann in het leven heeft geroepen.”

“Wanneer niet-rechthebbenden internetadressen kopen waarin die namen vervat zitten, worden wij meteen verwittigd. Ik denk aan Bekaert zelf, maar ook Dramix, ons merk voor de vezels voor betonversterking, en ook Motto, onze brand voor prikkeldraad die vooral in Noord- en Zuid-Amerika belangrijk is.”

Messely: “Je moet die dingen voortdurend in het oog houden. In Polen is er bijvoorbeeld een bedrijf dat een website uitbaat onder de naam Dramix, en dat ladders verkoopt. Dat is een andere business dan de onze, dus kunnen we niet optreden. Enkel als dramix.pl actief zou zijn in staaldraad of in staalvezels is er sprake van merkinbreuk.”

CHINESE TEKENS

Intussen heeft Bekaert al zo’n 200 extensies in de portfolio, een aantal dat nog flink zal groeien. “We zijn wereldwijd actief, en indien mogelijk proberen we altijd de extensies voor onze merken in de plaatselijke landencodes te reserveren. Straks komen daar ook domeinnamen in andere dan de Latijnse tekens bij (IDN’s, of internationalised domain names), bekaert.cn in Chinese tekens bijvoorbeeld.”

“Wat de ‘algemene’ nieuwe suffixen betreft (zoals.shop of.mobile), beslissen we ad hoc of ze nuttig zijn of niet. Onze domeinnaamleverancier Register.be houdt een lijst bij van wat er allemaal beschikbaar komt, en dan is het aan ons om kort op de bal te spelen. Een.mobi vinden we wel interessant, een.net ook, maar het overgrote deel van de nieuwe extensies zullen we aan ons laten passeren.”

“Dot vlaanderen is een twijfelgeval. Onze hoofdzetel ligt wel in Vlaanderen, maar we zijn een internationaal bedrijf met een wijde blik op de wereld. Bekaert is ook een B2B-speler met grote industriële klanten. Is een. vlaanderen dan relevant? Dat betwijfel ik.”

Op donderdag 26 september geeft Marc Messely een lezing over de domeinnaamstrategie van Bekaert, tijdens een event rond de nieuwe internetsuffixen in Brussel.

www.tldconference.be

Frederik Tibau