Daniëlle Jacobs grijpt de gelegenheid aan om nog eens te wijzen op het probleem rond mobiele data. Die zijn hoe dan ook nog steeds te duur. “Zeker in een internationale omgeving is mobiele data echt een ramp”, weet Ignace Jacobs.
Alleen al het bedrag dat Belgacom binnenhaalt aan mobiele data (exclusief sms) is meer dan wat vele andere operatoren per jaar als totale omzet genereren. ‘Wij proberen mobiele data dan ook zoveel mogelijk te beperken”, zegt Ignace Jacobs (Nexans). “Maar dan nog stellen we een duidelijke groei vast, al is het maar voor e-mail. Nationaal is dat nog iets of wat in toom te houden, omdat er toch een paar pakketten zijn met volumes die een maand overspannen Hoewel ook daar volumes per bedrijf in plaats van per gebruiker interessant zouden kunnen zijn. Internationaal is een ander verhaal. Proximus heeft wel afspraken met de Vodafone-partners, maar van zodra je om de een of andere reden met een verkeerde provider in het buitenland werkt, tikt de rekening meteen aan. Dat kan voor iemand die bijvoorbeeld in Zuid-Afrika zit, makkelijk oplopen tot 1000 à 2000 euro per maand”, weet Ignace Jacobs. Bovendien blijkt het niet eenvoudig om als bedrijf die problematiek uit te leggen aan de ‘gewone’ gebruiker. “Onlangs hadden we iemand die een tijd lang in Japan moest gaan werken We hebben hem gewoon aangeraden om ter plaatse een simkaart te kopen”, aldus nog de ict-manager van Nex-ans.
“Onze makelaars maken aanzienlijk meer mobiele kosten, omdat ze vaak op de baan zijn”, pikt Claude Rapoport in. “Een goeie controle daarop is dus erg belangrijk. De hele problematiek rond terminatietarieven is daarom voor alle mobiele gebruikers belangrijk en zeker niet alleen voor de grote bedrijven”
Bij de laatsten in de klas
Luc Lornoy hoeft niet ver te zoeken naar de oorzaak van het probleem. “Binnen Europa zit België bij de laatsten van de klas voor mobiele data. Dat hangt allicht samen met de kostprijs en de relatief beperkte bandbreedtes.”
Claude Rapoport oppert dan weer dat de pakketten voor mobiele data in België geoptimaliseerd zijn voor e-mail en het beheren van een agenda, maar niet om te surfen of tv te kijken. Maar welke smartphone komt dan het eerst in beeld? “De iPhone is natuurlijk een hype geworden – en dat is zeker niet alleen omwille van praktische, rationele elementen”, weet Rapoport die in één adem het volgende probleem naar voor schuift. “Je ziet in de cijfers wel de marktaandelen van de smartphonefabrikanten, maar niet van welk type. En elk type werkt net iets anders. Van de 10.000 makelaars zijn er misschien 4.000 potentiële gebruikers. Wij kunnen hen niet verplichten om een Nokia dan wel een HTC te gebruiken. Wij moeten dus een oplossing vinden om de toestellen eenvoudig te installeren zodat de kosten van onderhoud beperkt blijven. Wij zouden heel graag een oplossing hebben van een leverancier die ons heterogene gsm-park wil installeren én support geven tegen een correcte prijs.” Bij de Belgische afdeling van Nexans voert de it-afdeling een ander beleid. Ignace Jacobs: “Wij ondersteunen twee platformen: ofwel de iPhone, ofwel Windows Mobile. In Nederland volgen ze een andere politiek. Daar betaalt het bedrijf een zeker bedrag voor een smartphone. Wil je toch een ander toestel, dan betaal je het verschil zelf. En dan zie je dat sommige (sales) mensen daar toch gretig gebruik van maken.”
Smartphones standaardiseren?
Bij de Vanheede Environment Group werden de smartphones wel gestandaardiseerd: er is één merk (Nokia), en zelfs één type. “Dat creëert weleens discussies”, erkent Olivier Knockaert, “maar uiteindelijk zijn we ertoe gedwongen. Vroeger kon iedereen vrij kiezen, maar de kosten voor support werden onhoudbaar. Die support, dat is echt een enorme verdoken onderhoudskost hoor. Je kan niet zomaar zoals bij een computer snel het scherm overnemen om het toestel te servicen. Ondertussen hebben we wel een testcase met BlackBerry goedgekeurd omdat er toch een verschil in verbruikskosten is. Maar ik zie ook dat nieuwe mensen die in dienst komen er moeite mee hebben dat ze één toestel opgedrongen krijgen. Daar zie je echt de verschillen tussen generaties”, dixit Knockaert. “Ergens zou het niet mogen uitmaken welk type je gebruikt, er moet gewoon een platform onder zitten waarmee dat kan gebeuren, Ik denk daar nog wat technologische evolutie nodig is”, besluit Olivier. Een ander vraagstuk voor de ict-manager van Vanheede is hoe de laptop van connectiviteit voorzien. “Een aantal jaren geleden moest je mobiele kaarten in portables stoppen. Nadien kwamen de pda’s en smartphones weer opzetten die voor de connectiviteit moesten zorgen. Vandaag bestaan beide systemen naast elkaar: met eigen kaarten, eigen abonnementen, en eigen support. Ik heb de mobiele operatoren hier al diverse keren op gewezen, maar zonder gevolg. Dan zie je dat er een soort van protectionisme bestaat om die twee kaarten toch in leven te houden”, trekt Olivier Knockaert zijn conclusies.
Ignace Jacobs: “Wij gebruiken sowieso de gsm-verbinding, ook voor de mobiele data van een laptop. Je hebt dan maar één abonnement nodig. Dat scheelt enorm in een internationale omgeving. Bij de iPhone kan dat systeem in België nog niet. Het gebruik van je iPhone als modem ( tethering, nvdr) is vooralsnog geblokkeerd in ons land.”
Kristof Van der Stadt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier