Wil je als bedrijf een mobiele strategie ontwikkelen, dan moet je rekening houden met heel wat verschillende factoren. Een select panel aan sprekers trachtte op de tweede editie van ons Mobile Business congres klaarheid te scheppen.
Wie anders is er beter geschikt om een congres af te trappen als een analist van Gartner? Leif-Olof Wallin schetste meteen de uitdagingen én risico’s die er verbonden zijn aan het ontwikkelen van mobiele applicaties. Hij maakte tijdens zijn presentatie duidelijk dat ‘mobile’ bij iedere cio bovenaan de agenda staat. “Enkel business analysis scoort nog hoger op het prioriteitenlijstje”, zei Wallin. De veelvoud aan mobiele platformen voor eindgebruikers is een eerste zorgenkind. “Je moet er als cio drie op de rader houden: iOS, Android en Windows Phone. BlackBerry heeft zijn relevantie verloren”, zei Wallin.
Maar een mobiele strategie draait om veel meer dan alleen maar het platform van de apps voor de eindgebruiker. Hoe ga je de apps maken? “Kies je voor native of hybride apps? Of kies je voor webtoepassingen. Dat zijn niet alleen technologische vragen, maar ook moeilijke ‘business’-beslissingen omdat ze ook de keuze voor het ontwikkelingsplatform bepalen”, aldus Wallin. Of hoe ook de hele sourcing-strategie binnen het bedrijf herbekeken moet worden. Kies je voor in-house ontwikkeling, ga je competenties outsourcen of partneren met externe leveranciers? “Zolang je maar niet je strategie uitbesteedt, want dat zal je hoe dan ook duur te staan komen”, waarschuwde Wallin. Maar ook na het uitbrengen van je app(s), stopt het werk niet. “Testing bijvoorbeeld. In de mobiele wereld stopt het testen nooit. Bij elke nieuwe release of nieuwe softwareupdate moet er opnieuw getest worden. En dat moet je als bedrijf op voorhand budgetteren”, zei Wallin. Maar ook business analytics zijn belangrijk. “Je moet weten wat er met je app gebeurt van zodra die in de virtuele schappen ligt, en die informatie aanwenden voor toekomstige releases, of het verbeteren van je service”, besloot de analist van Gartner.
Vergeet de architectuur niet
Winnie Valbracht (business development new media bij Cronos) ging nadien verder op hetzelfde elan. “Klanten komen naar ons omdat ze een app willen om extra inkomsten te genereren, omdat ze mobiele werkers willen uitrusten, of omdat ze willen overkomen als een attractieve werkgever die mee is met zijn tijd”, zei Valbracht. Niet alleen het development-gedeelte zorgt voor vragen (native? cross-platform? future proof?) maar ook de achterliggende backend-architectuur en middleware moet op ‘mobile’ voorzien zijn. Valbracht bracht de aanwezigen meteen ook met de voetjes op de grond. “Als u kiest voor mobile, dan wil u dat het rendeert. Dus ja, het zal zeker iets kosten”, zei ze. “Mobiel is ook een iteratief proces waarbij prototyping belangrijk is”, voegde even later haar collega Wim Janssens (ux designer Cronos) nog toe. Hij gaf meteen ook het voorbeeld van ING, dat bewijst dat mobiele apps wel degelijk ook als saleskanaal kunnen ingezet worden. “ING kreeg in één week tijd 200 geldige aanvragen voor een nieuwe kredietkaart binnen via de mobiele app”, aldus Janssens.
Mobiel betalen: willen we dat?
Wim Decraene (managing director mobility services voor Accenture BeLux) ging in zijn presentatie uitgebreid door op de vraag wat bedrijven precies moeten doen om “de mobiele consument” voor zich te winnen. Zo kwam hij terug op een onderzoek van Accenture zelf. Daaruit blijkt onder meer dat 90 % van de “mobiele consumenten” een actief online koopgedrag vertoont. Het kopen zelf gebeurt echter vooral nog op de laptop of desktop omdat de eenvoud en het gebruiksgemak van de aankoop van consumentengoederen op mobiele toestellen nog niet beantwoordt aan de verwachtingen van de consumenten. “Maar belangrijker is toch dat het mobiele segment dat bereid is om geld uit te geven via zijn smartphone écht wel bestaat”, zei Decraene. In bepaalde sectoren raakt dat ondertussen nu al ingeburgerd, zoals de reis- en transportsector en de media- en boekensector. Bijna 45 % van de online consumenten doet voor deze twee sectoren 50 % of meer van hun aankopen op mobiele toestellen. Voor de andere sectoren ligt dit meer rond de 25 %. “De grote hindernis op dit ogenblik is de totale mobiele shopervaring. Dat is in veel gevallen echt niet conform de noden van de consument”, zei Decraene die het voorbeeld van de NMBS gaf. “Als je met je smartphone bij hen een treinticket wil bestellen, moet je zowaar je kaartlezer bovenhalen. Wie heeft die mee als hij ergens onderweg een ticket wil kopen? Nadien krijg je een sms die het eigenlijke vervoersbewijs is. Wanneer je dat aan de treincontroleur toont, weet die vaak niet wat hij ziet, laat staan dat hij de geldigheid kan controleren. Dat is toch niet hoe een mobiele ervaring moet zijn?”
Kristof Van der Stadt
IN DE MOBIELE WERELD STOPT HET TESTEN NOOIT, EN DAT MOET JE ALS BEDRIJF OP VOORHAND BUDGETTEREN.”
Leif-Olof Wallin, Gartner
“ALS U KIEST VOOR MOBILE, DAN WIL U DAT HET RENDEERT. DUS JA, HET ZAL ZEKER IETS KOSTEN.”
Winnie Valbracht, Cronos
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier