Frans Godden Frans Godden is freelance journalist.

Geen enkel landschap beweegt zo fel en snel als ict – en dus moeten ook de cio’s zich voortdurend aanpassen aan de nieuwe uitdagingen die ze voorgeschoteld krijgen. Bring your own device (byod) en big data zijn zeker twee van de grootste, maar ook de toenemende mobiliteit van de werknemers en de hogere flexibiliteit die van hen verwacht wordt, zorgen voor nieuwe uitdagende situaties. Vijf cio’s geven hun mening.

Voor Pascal D’Eer, cio van de Federale Politie, is het duidelijk: byod gaat over het ontsluiten van informatie en data – “en daar leven wij van bij de politie. In feite hebben we nog niet zoveel byod-uitdagingen, we hebben wel een algemene policy over wat je wel en niet mag en moet doen met je toestel. Het gaat hier wel vooral om het management, maximum 5 % van onze mensen werken met eigen devices.”

Bij de FOD Economie is het ook duidelijk, zegt cio Frank De Saer: “Wij hebben geen byod-policy op dit moment omdat enkel intern materiaal op het netwerk toegelaten wordt. We proberen het gamma van toestellen wel zo ruim mogelijk te houden. Onlangs hebben we beslist niet alleen met smartphones maar ook met tablets te gaan werken, in eerste instantie voor het management. We gaan dat wel niet zelf doen, dat is niet bij te houden, we gaan een servicecataloog opstellen waaruit de mensen kunnen kiezen in functie van hun profiel, in een soort servicemodel dus dat we gaan uitbesteden. De policy daarrond is wel erg moeilijk, wie wat mag hebben, en ook het fiscale aspect speelt mee, het voordeel in natura.”

Alain Conrath, cio van CM, bekijkt de zaken heel nuchter. “Wij bereiden ons voor op byod, maar ik stel vast dat er in België nog veel hype is hierrond. De realiteit is dat de werknemers een tool vragen om doeltreffend hun werk te kunnen doen, en dat is niet noodzakelijk hun eigen toestel. We zien wel dat de vraag naar tablets in dalende lijn gaat ten voordele van de smartphone. Onze strategie zal vermoedelijk zijn dat we een budget geven waarmee iedereen binnen een bepaald gamma besturingssystemen het toestel kan kiezen dat hem het meest bevalt.”

Het fiscale aspect

“Bij ons is het eenvoudig”, zegt Anne Romagnoli, cio van Delta Lloyd: “geen enkele netwerktoegang vanop je eigen toestel, met iPad en iPhone kan je enkel aan je e-mail. Iedereen moet ook een document tekenen dat alles confidentieel is en dat ze niets in de cloud kunnen zetten. Let wel: de vraag is niet enorm, hr wilde iPads verdelen maar iedereen heeft gezegd: daar willen we niet zomaar voor betalen als voordeel in natura. Alles bij elkaar hebben we een vijftigtal tablets verdeeld. Voor het overige kopen de mensen hun eigen toestel, we installeren er Lotus Notes Traveller op, ze tekenen de autorisatie-overeenkomst, en ze kunnen aan de slag.”

“Bij Agfa zijn smartphones en tablets al een realiteit”, zegt cio Freddy Van den Wyngaert. “Wij willen een it-bedrijf worden, we zijn in volle transformatie en onze ontwikkelaars hebben al iPhones en iPads nodig om software te kunnen schrijven en testen. Bovendien hebben ook onze verkopers en servicemensen dat nodig, de verkopers om te demonstreren en onze servicemensen om ondersteuning te geven in de ziekenhuizen en de grafische sector. Wij hebben snel op de bal gespeeld en policies ontwikkeld, en omdat het hele securitynetwerk al aanwezig is, mag iedereen zijn eigen device meebrengen binnen een aantal standaarden – BlackBerry, Android 2.2, iOS, voorlopig minder Windows 8 maar dat komt wel.”

Frank De Saer ziet nu wel een ander probleem opduiken: “We hebben Lotus Traveller, Webmail en SameTime geïnstalleerd, heel eenvoudige dingen, en vandaag het enige platform waarmee de mensen overal en altijd op elk device aan hun documenten kunnen. Het probleem is dan wel de storagekost.” “Klopt”, zegt Anne Romagnoli, “ze stockeren alles op het netwerk maar ook in hun eigen mailbox en die groeit dan explosief. En je kan moeilijk quota gaan opleggen.”

Big data

Wat ons meteen naadloos bij het tweede grote thema brengt, big data. Frank De Saer vindt wel dat je realistisch moet blijven, het is niet zoiets als: vanaf dit punt beginnen we met big data. “Iedereen weet dat de datavolumes stijgen, dat de variëteit toeneemt met gestructureerde en niet-gestructureerde data, net zoals de snelheid en de variabiliteit. En dus zegt de theorie: je hebt al die data, probeer er nu waarde uit te halen voor je business. Maar big data leeft niet bij de business, ook niet als project, ik heb nog geen enkele vraag gehad om met een big data project te starten. De grootste uitdaging is voor mij dan ook om de creativiteit te stimuleren, je mensen aanzetten om eens creatief na te denken: je hebt nu al die gegevens beschikbaar, de technologie is daar – cloud, storage, de tools – wat kunnen we met al die informatie meer doen dan we vandaag al doen. Een andere uitdaging is de juiste mensen en profielen te vinden die dat kunnen, want je hebt mensen nodig die én die tools én de business kennen én analytisch inzicht hebben én statistische analyses kunnen doen – dat zijn witte raven.”

Alain Conrath sluit zich daar bij aan. “Eigenlijk is de business niet bezig met big data tot op het moment dat je hen toont wat er mee mogelijk is, welke relaties je in big data kan ontdekken. We hebben nu een kleine interne oefening gedaan met onze r&s en als je hen dergelijke tools geeft dan verandert plots hun houding en de manier waarop ze met bi omgaan compleet, ze ontdekken dingen waar ze nooit aan gedacht hadden.”

“De business ligt daar misschien niet van wakker maar het hangt er wel van af in welke business je zit”, stelt Freddy Van den Wyngaert. “Als je b2c hebt, ga je meer met die data kunnen doen dan bijvoorbeeld in ons geval in een b2b-omgeving. Voor cloud en managed services die wij zelf aanbieden aan externe klanten, zitten we met enorme databanken over responsetijden, beschikbaarheid van systemen en lijnen. Hier moet continu informatie vertaald worden, en dan zie je dat het grote werk niet in die data zit maar in de logica, de verwerking tot iets dat leesbaar is, en dan blijkt vooral de visualisatie van die data een probleem te zijn.”

Vooral relevante informatie

Anne Romagnoli ziet marketing hier heel dicht bij it komen aanleunen want zij hebben effectief nood aan de juiste gegevens. “Big data draait bij ons zowel om de integratie als de extractie van die gegevens. We hadden al rapportering per product, per business unit maar nog niet per klant, over winstgevendheid en dergelijke. Marketing is hier nu vragende partij, maar ze weten zelf wel niet goed wat ze willen.”

Pascal D’Eer ziet nog een andere evolutie naar information management – “al die data is wel goed, maar ik wil nog wel door de bomen het bos kunnen zien. Eerst was het: geef alle data maar aan mij, maar nu geven ze het steeds meer terug aan it dat de vergaarpoel en facilitator moet worden voor al die data rondom ons, want de business weet inderdaad niet goed wat ze er mee aan moeten. Hun stelling is: het rapporteren wordt steeds minder belangrijk, we moeten vooral weten welke informatie voor ons relevant is.”

Big data en open data

Frank De Saer snijdt nog een nieuw aspect aan. “Een van mijn dada’s: de informatie die we bij de overheid hebben, moeten we openstellen naar de privé-sector, big data en open data. De overheid beschikt over enorm veel gegevens maar heeft niet meer de capaciteit, het geld, de mensen om dat zelf te exploiteren, dus waarom het niet ter beschikking stellen zodat je er kan mee doen wat je nuttig acht – met respect voor de privacy, natuurlijk. We zijn nu een project gestart om de Kruispuntbank van Ondernemingen als open data toegankelijk te maken voor iedereen. Vanaf volgend jaar zou iedereen de gegevens van 1,6 miljoen ondernemingen in België als bestand moeten kunnen gebruiken.”

Leader of follower?

Is de cio dan nog een leader of eerder een follower? “Ik stel één ding vast”, zegt Frank De Saer: “we zijn nu vijf jaar bezig met een datawarehouse en een bi-project dat redelijk matuur aan ‘t worden is met een goed uitgebouwd BICC, maar hoe meer matuur we worden, hoe kleiner de impact van it is. In het begin was er een datawarehouseteam van 15 man, nu zijn dat er nog een paar die wat data-analyse doen op de input van de businessmensen. Hier hebben we echt een verschuiving gezien, it is hier niet meer in de lead.”

“Het gaat hier vooral om het beeld dat men van it had”, verduidelijkt Alain Conrath: “een kasteel vol machines, je klopt aan de deur met een vraag of een probleem. Je krijgt dan een antwoord, en vaak is dat: nee, dat lukt niet. Maar mijn visie op it is totaal verschillend: we breken de muren van het kasteel af en de mensen van it gaan naar de business om daar te horen wat de vragen, de noden en problemen zijn, wat er leeft. Die transformatie is bezig en het is niet gemakkelijk want de it-specialisten moeten dan ook plots andere competenties hebben om de business te kunnen begrijpen.”

“Ik heb it gepositioneerd als een specialist van projecten en sourcing”, zegt Anne Romagnoli. “Als cio beheer ik alle sourcing en alle projecten, en uiteindelijk hebben we een cruciale competentie in it. Dus zodra je met een project wil beginnen, moet je praten met het projectteam.” Voor Freddy Van den Wyngaert is het simpel: “Je hebt governance nodig, je moet prioriteiten stellen binnen elke groep. Met de business ga je samen prioriteiten bepalen en het is dan mijn rol om al die prioriteiten tegen elkaar af te wegen, met in het achterhoofd onze eigen capaciteit en middelen. We hebben dus een rol van co-leadership in zowel projecten als de budgetten binnen of met een businessgroup.”

Meer met minder

Gevraagd naar de budgetten tenslotte blijkt iedereen meer met minder te moeten doen volgend jaar. “Het grootste probleem is dat de personeelsbudgetten ingekrompen worden, het aantal mensen loopt terug, je werkingsmiddelen verkleinen, maar hoe meer projecten je opzet, hoe meer kosten daarmee gepaard gaan”, zegt Frank De Saer. Bij CM ligt dat soms moeilijk, zegt Alain Conrath. “We hebben enerzijds het servicegedeelte – daar is de doelstelling om het budget te verkleinen – maar wat de projecten betreft, wordt het budget verhoogd. Soms is dat moeilijk uit te leggen binnen één en dezelfde ploeg dat ze moeten besparen op bepaalde punten maar op andere dan weer meer mogen uitgeven.”

Anne Romagnoli kijkt dan weer niet zozeer naar het it-budget in het algemeen maar wel naar de operationele kosten die elk jaar moeten dalen. “Ik kan veel besparen op onder meer de infrastructuur door meer te virtualiseren, door sla’s terug te schroeven die niet zinvol zijn, en we krijgen dan weer meer geld voor projecten omdat we de operationele kost hebben kunnen doen dalen, het is een kwestie van evenwicht.” Bij Agfa-Gevaert zullen de budgetten volgend jaar niet dalen – “maar we moeten wel meer doen met minder, en dus gaan we onze servicekosten verlagen om een deel te recupereren teneinde meer projecten te kunnen doen”, zegt Freddy Van den Wyngaert. Frank De Saer tenslotte vindt werken in een cost cutting situatie een interessante uitdaging: “Het zet mensen aan tot nadenken, welke nice-to-have in dit project zouden we kunnen weglaten, waar kunnen we rationaliseren – creatief denken dus.”

Frans Godden

“BIG DATA LEEFT NIET BIJ DE BUSINESS, OOK NIET ALS PROJECT.”

Frank De Saer

“ALS CIO BEHEER IK ALLE SOURCING EN ALLE PROJECTEN, EN UITEINDELIJK HEBBEN WE EEN CRUCIALE COMPETENTIE IN IT.”

Anne Romagnoli

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content