Met de aankondiging van Clustered Ontap 8.2 richt NetApp zich op software defined storage, een stap op weg naar een software defined datacenter. Een keuze die gevolgd wordt door UZ Leuven.
De server (dankzij VMware) en het netwerk (met Cisco en Ethernet) zijn al op grote schaal ingeburgerd in virtualisatie, maar storage blijft – voorlopig – achter, aldus Wessel Gans, consultant bij NetApp Benelux. Behendigheid, flexibiliteit en kostenbesparing zijn immers allemaal troeven die gekoppeld worden aan virtualisatie. Daarom schuift NetApp zijn pionnen naar voren in storage virtualisatie met software defined storage (sds), een stap op weg naar het software defined datacenter (sddc). Een evolutie die verloopt volgens 3 pijlers: bepaling van de middelen via software, gekoppeld aan een quality of service (QoS); automatisering van de provisioning van de opslag door middel van policies; en de openstelling van opslag voor multiplatformen.
De nieuwe versie van het besturingssysteem van NetApp dat begin juli werd aangekondigd onder de naam Ontap 8.2, past in deze strategie inzake clustering en hardware abstraction layer. Zo ondersteunt de nieuwe versie tot 69 PB opslag, 24 nodes van 49.000 lun, 12.000 nas-volumes die 100.000 klanten kunnen bedienen en een enkele container van 20 PB. Maar naast de cijfers (die bij ons theoretisch zijn, gezien de omvang van de ondernemingen) biedt deze versie 8.2 een granulaire servicekwaliteit, schijf naar schijf back-up, beschikbaarheid van de gegevens tijdens de upgrade van een controller (continue werking), de creatie van virtuele opslagmachines, ondersteuning van de nieuwste protocollen (smb 3.0, pnfs 4.1, iscsi en fc). Daarnaast worden er nieuwe beoordelings-, migratie- en optimalisatieniveaus voorgesteld, terwijl de beheeroplossing NetApp OnCommand werd verbeterd op het vlak van automatisering en monitoring.
UZ LEUVEN ALS PIONIER
UZ Leuven gebruikt al zeer lang NetApp en is er de exclusieve leverancier van op het vlak van opslag. Deze zomer ging het van start met de ontplooiing van Ontap 8.2. Momenteel slaat het ziekenhuis 2,4 PB aan gegevens op het NetApp-platform op (met een jaarlijkse groei van ongeveer 50 %), waarvan de helft deze zomer online werd gemigreerd (voor de andere helft zal de migratie geleidelijk aan verlopen en verspreid worden over de komende 2 jaar), terwijl er begin september nieuwe controllers werden geïnstalleerd. “We waren een van de eersten in Europa die overstapten naar Clustered Ontap”, aldus Reinoud Reynders, verantwoordelijke it infrastructure & operations van het UZ Leuven. “De overschakeling naar versie 8.2 was dus een logische stap, vooral omdat ze interessante functies biedt.”
Enkele van de grootste voordelen van deze migratie, die zonder noemenswaardige problemen is verlopen, is volgens Reynders de mogelijkheid om volumes transparant over te dragen en de servicekwaliteit met de mogelijkheid om prioriteiten te bepalen in verband met de workloads of de verbetering van de prestaties. “Zo hebben we een soort van VMotion van VMware in onze opslag”, aldus Reynders, die eraan toevoegt dat de headswap gebeurt zonder systeemonderbreking. “De cluster is te allen tijde beschikbaar.”
Reynoud Reynders hoedt zich voor modewoorden als sddc, maar wijst erop dat NetApp is uitgegroeid tot een software-uitgever en dat software defined storage al lang een feit is binnen het UZ Leuven. “We evolueren allemaal naar het software defined datacenter dankzij virtualisatie en automatisering.”
Momenteel gebeurt de opslag nog altijd grotendeels op sata-schijven, zeker omdat er grote volumes gegenereerd worden, maar het gebruik van flash is niet uitgesloten. Bovendien worden er al flashkaarten gebruikt als read cache, terwijl de flashserver volop wordt uitgetest. “Op termijn zouden we kunnen opteren voor flash als tier 1”, verduidelijkt Reynders nog.
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier