Er komt vaart in de nieuwe ideeën voor informatica- en STEM-onderwijs in Vlaanderen, gestuurd vanuit de praktijk en zonder op de politiek te wachten. Dat bleek op het tweede event van ‘i22n’, het Forum voor Informaticawetenschappen.
Dat ict en wetenschappen – vaak samengebracht onder de noemer ‘STEM’, of Science, Technology, Engineering en Mathematics – dringend meer efficiënt en aantrekkelijker moeten worden onderwezen, zal onderhand wel duidelijk zijn voor iedereen. Niet alleen is er nood aan meer kennis van die onderwerpen in de brede (beroeps)bevolking, maar tevens moeten er snel ook heel wat meer studenten in het hoger onderwijs voor die richtingen kiezen. Maar hoe dit in de praktijk brengen? Het Forum voor Informaticawetenschappen, ‘i22n’ (*), ging in 2013 van start om vanuit de praktijk, in een samenwerking van academici, leerkrachten informatica, lerarenopleiders, ondernemers, ouders en andere ‘stakeholders’ mogelijke nieuwe aanpakken te bestuderen en te testen in Vlaanderen.
UNIVERSEEL
Uit de eerste discussies binnen het Forum en uit gesprekken met de administratie van het onderwijs werd al een ‘memorandum’ gepuurd, met de medewerking van STEM-platform voorzitster (en Data News ICT Woman of the Year 2012) Martine Tempels. Sleutelelementen in dit werkdocument zijn de noodzaak om iedereen, in het lager én het middelbaar onderwijs, op aangepaste wijze met ‘computerwetenschap’ en het gebruik van ict (‘digitale geletterdheid’ en ‘informatietechnologie’) vertrouwd te maken. Een inzicht in de onderliggende principes zal immers het goede gebruik van ict bevorderen, terwijl ‘computational’ denken een ‘fundamentele vaardigheid voor probleemoplossend denken’ vormt. Voorts moet informatica/computerwetenschap als een volwaardige discipline in het kader van ‘wetenschap en techniek’ onderwijs worden geïntegreerd, want ‘vooruitgang in schier eender welke wetenschap, zonder hulp van krachtige ict, zoals data mining, is vandaag ondenkbaar’.
Concreet moet dat onderwijs worden vertaald in een gradueel spectrum van een meer technische inkleding tot meer abstracte inhouden, conform de doelgroepen in verschillende onderwijsrichtingen, zij het steeds met een interdisciplinaire aanpak. Meer aandacht moet worden besteed aan de samenhang van elementen in de verschillende wetenschappen, zodat die ook meer gelijktijdig kunnen worden behandeld (en niet soms pas jaren later).
Leerkrachten moeten hiervoor over aangepaste ondersteunende middelen beschikken, en natuurlijk zal dit stevige inspanningen inzake bij- en herscholing vereisen. Maar i22n documenteert mooi hoe hiervoor in omringende landen – soms in erg korte tijd – oplossingen werden gevonden. Door de lessen uit die landen ter harte te nemen, kan Vlaanderen heel wat tijd besparen – een duidelijke hint naar de politiek.
Vandaag zijn overigens ook in Vlaanderen al een rist initiatieven aan de gang, gestart door enthousiaste leerkrachten die experimenteren met nieuwe aanpakken binnen hun school. Zo organiseren twee i22n-leden in hun multi-culturele school in Merksem, het KS Joma (ASO/TSO), voor hun leerlingen een ‘School of code’ sessie (een aangepaste versie van een ‘Hour of code’-activiteit). In Turnhout heeft de Heilig Graf school zelfs een STEM-afdeling in het middelbaar onderwijs gestart, naast hun afdelingen ‘Latijn’ en ‘Moderne’. Gestart in een eerste jaar met aandacht voor STEM (3u) en techniek (2u), naast wiskunde en natuurwetenschappen (4 à 5 u. en 2u), zal deze richting in de volgende jaren de behandeling van STEM-onderwerpen zowel verdiepen als complexer maken (in een complete zes-jaar cyclus).
LEREN VAN HET BUITENLAND
Hervormingen hoeven geen jaren op zich te laten wachten, zoals het werk rond computerwetenschap- en STEM-onderwijs in de omliggende landen aantoont. Niet alleen rapporteert i22n hierover op zijn site (www.i22n.org), maar op het recente Forum-event in Mechelen lichtte Dr Sue Sentance van het Britse ‘Computing at School’ de verwezenlijkingen in England toe.
In dat deel van Groot-Brittannië wordt in september 2014 een nieuw ‘curriculum’ (leerplan) ingevoerd, dat onder meer voorziet in ‘computer science’ vanaf de leeftijd van vijf jaar, en dat tot het eind van het middelbaar onderwijs. En nee, dat betekent niet dat kinderen van vijf plots voor een computerscherm gaan programmeren, maar hen met leuke voorbeelden (zoals een ‘program your teacher to make a jam sandwich’-les) inzicht te geven in wat uiteindelijk een begrip van logica, algoritmen, abstractie en het analytisch oplossen van problemen moet worden. Dat alles naast een stevig onderdeel rond ‘digital literacy’. Voor dit alles werden programma’s uitgewerkt, inclusief tot het hoogste middelbaar onderwijsniveau (de GCSE-graden die toegang tot universiteit verlenen). Heel wat van dit werk zou ook naar het Vlaamse onderwijs kunnen worden overgezet, klonk de opinie van aanwezigen op het Forum.
Dr Sue Sentance lichtte tevens toe hoe door ‘Computing at School’ op korte tijd het voorbereidend werk werd vertaald naar lesinhouden voor de verschillende leerjaren en hoe gezamenlijk (“there’s no them, only us!”) door leerkrachten en derden lesmateriaal werd gecreëerd en voor bij/herscholing werd gezorgd. Naast ‘regionale’ hubs waar ervaringen en hulpmiddelen worden uitgewisseld, wordt daarbij ook een beroep gedaan op Master Teachers – leerkrachten die leerkrachten opleiden begeleiden. Ook universiteiten springen bij, want zo bepalen ze mee de kwaliteit van hun latere studenten. Op iets meer dan anderhalf jaar, is men er in geslaagd een significant deel van de leraren-populatie bij te werken!
ACADEMISCHE INPUT
In de omringende landen werd overigens veel werk geleverd door academische organisaties om de plannen en ontwikkelingen in het ict- en STEM- onderwijs een solide onderbouw te bieden. België loopt hiermee wat achterop, maar kan nu wel lering halen uit de resulterende rapporten. Zo heeft de ‘Klasse van de Technische Wetenschappen’ van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB) een werkgroep gestart die voor eind van dit jaar een rapport zal uitbrengen, toegespitst op de nodige veranderingen in het Vlaamse ict- en STEM-onderwijs. “We kunnen veel van het buitenland leren,” aldus Jacques Van Remortel, voorzitter van de werkgroep, “maar het zal wel een eigen mening hierover brengen voor de beleid in het departement onderwijs. Het moet een algemeen kader zijn waar projecten in passen.” Naast academici zetelen ook derden in de werkgroep, inclusief Martine Tempels en Saskia Van Uffelen.
Voorts wordt nu ook een ‘Vlaamse Vereniging van Informatica Leerkrachten’ (VVILK) boven de doopvont gehouden. In tegenstelling tot andere vakgebieden, hebben die leerkrachten nog geen vereniging die zowat als het ‘gezicht’ van het vakgebied kan fungeren, onafhankelijk over de onderwijsnetten heen. Het doel is de interactie tussen deze leerkrachten te bevorderen (zoals door congressen), hen ondersteuning bieden (door het structureren en uitwisselen van informatiebronnen) en door te werken aan lesmateriaal. Daarnaast kan ook worden nagedacht over hoe het verder moet met de leerkrachten in hun vak, welke kennis en expertise ze bij voorkeur in hun mars moeten hebben en hoe daar kan aan worden gewerkt.
Kortom, met initiatieven als i22n en de vereniging van informaticaleerkrachten broeit er echt wat op het terrein zelf, wat alle steun en actieve medewerking van andere stakeholders als ouders, ondernemers en zelfs politici verdient, ten gunste van de huidige jeugd en toekomstige werknemers!
Belangstellenden kunnen terecht op www.i22n.org.
(*) Jawel, tussen de ‘i’ en ‘n’ telt het woord ‘informaticawetenschappen’ 22 letters…
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier