Van 10 miljoen euro omzet in 2005 naar 100 miljoen euro in 2012: de Belgische Prodata-groep is op korte termijn pijlsnel de hoogte in geschoten. Naast de openbaar vervoersector moet nu ook de medische wereld de groei helpen stuwen.
Bart Carbonez loodst ons, glimmend van trots, deur-in-deur-uit door het Zaventemse gebouw van Prodata: veel ijverige ontwikkelaars, kartonnen dozen (“We moeten door onze groei heel wat verhuizen en herschikken”), een demo-opstelling van verschillende ticketsystemen, boordcomputers en automatische poortjes, een omvangrijk magazijn en zelfs een eigen hersteldienst (“Om het onderhoud op de geleverde componenten te kunnen garanderen aan de klanten.”). Carbonez benadrukt verschillende keren hoe ‘Belgisch’ Prodata wel is, want in handen van zijn eigen familie. Hij heeft gelijk: in een tijdperk waarin de echt Belgische technologiebedrijven stukje bij beetje lijken te worden opgeslokt, valt die kwalificatie van Prodata plots sterker op.
Hoewel de firma al ruim 40 jaar aan de weg timmert, is in onze contreien wellicht het bekendste recente wapenfeit de win van het grote Retibo-contract bij De Lijn: een deal van ruim 100 miljoen euro, waarbij de hele reizigersregistratie, de ticketing en de boordcomputers in de bussen vernieuwd moeten worden (zie kader). Een belangrijk contract voor de groep, dat reminiscenties oproept aan haar eerste grote deal bij de NMBS (“400 miljoen Belgische frank”), voor de levering van ticketingmachines, in de beginjaren van Prodata. Daarmee zat het bedrijf onmiddellijk op de, welja, rails. Kassasystemen en betaalterminals werden de specialiteit van Prodata. Het pionierde in ons land onder meer wereldwijd met de eerste Bancontact-betaalterminals buitenshuis, meerbepaald in tankstations.
Prodata werd eind jaren ’80 verkocht aan Giga Industries (van Electrorail, onderdeel van de Nederlandse Spoorwegen). De firma brak uiteindelijk in stukken. Eén onderdeel belandde bij het Nederlandse LCI, dat begin jaren 2000 failliet ging. De familie Carbonez greep zijn kans en kocht terug Prodata Systems uit het faillissement. Uit die overname groeide de huidige Prodata-groep, die sinds enkele jaren opgesplitst is in de infrastructuurintegratiepoot Prodata Systems – geleid door Bart Carbonez – en de technologie- en dienstenleverancier voor openbaar vervoersmaatschappijen Prodata Mobility Systems, met vader Franky Carbonez aan het hoofd.
170.000 bussen
Vandaag is de hele groep goed voor een omzet van zowat 100 miljoen euro met ongeveer 450 mensen wereldwijd. Ongeveer de helft van hen is in België aan de slag. Prodata Mobility Systems staat voor drievierde van de omzet en is ook de belangrijkste groeimotor van de groep, vooral dankzij de activiteiten in Zuid-Amerika. “Die Zuid-Amerikaanse poot heeft een enorme toevloed gekend van contracten. De groei is daar erg sterk”, vertelt Bart Carbonez. “Brazilië telt 117 miljoen mensen. Dat land alleen is te vergelijken met heel Europa. De Lijn in Vlaanderen, dat zijn een 5000 à 6000 bussen. Maar louter Rio, São Paulo en de belangrijkste steden errond tellen samen zowat 170.000 bussen. Dan weet je welk potentieel er op die markt ligt. De dynamiek daar is niet te vergelijken met hier. Niet iedereen kan zich daar een auto veroorloven, waardoor openbaar vervoer er echt essentieel is.”
Prodata Mobility was er tijdig bij om een belangrijk deel van de markt op te eisen, met een snel uitbreidende Braziliaanse vestiging, die overigens ook volledig geleid wordt door uitgeweken Belgen. In andere landen, zoals Zuid-Afrika, Rusland, de Filippijnen, wordt de markt op een andere manier bespeeld. “Wij werken daar vaak met lokale partners, die de plaatselijke geplogenheden beter kennen en aanvoelen. Je kan ons dan zo’n beetje zien als ‘de HP’ of ‘de IBM’, de constructeur zeg maar.” Bij alle aanbestedingen en contracten keert één tegenspeler steeds terug: het Franse Thales. “Dat is David tegen Goliath. Maar wij slagen er wel in om projecten binnen te halen door de snelheid en flexibiliteit van onze organisatie, daar waar Thales een heel grote multinational is: meer procesgestuurd en iets minder flexibel om zich aan te passen aan de klanten. Anders gezegd: een klant die iets op maat wilt, sleutel op de deur, gaat eerder bij een Prodata aankloppen dan bij een Thales.”
Digitaal OK
Prodata Systems, de infrastructuur- en netwerkintegratiepoot van de groep, was oorspronkelijk erg gefocust op de publieke sector: Europese en federale overheidsdiensten, het leger, de Navo,… “Maar de laatste jaren was het duidelijk te risicovol om enkel daar actief te zijn”, vertelt Carbonez. “Sinds 5 jaar besteden we ook veel aandacht aan de ziekenhuissector en sinds 3 jaar ook aan de industrie. En als je nu naar de besparingen bij de federale overheid kijkt, mogen we van geluk spreken dat we gedifferentieerd hebben. Wie had 5 à 6 jaar geleden ooit gedacht dat de overheid zo moest besparen? En het gaat er niet op beteren, als ik de it-managers van de overheid mag geloven…”
Extra inspanningen worden getroost in de ziekenhuissector. Immers, Prodata positioneert er zich niet enkel meer als netwerkintegrator, maar ook als leverancier van digitale operatiekwartieren. “Prodata Systems is gespecialiseerd in video, security, networking en unified communications. Dan is de stap naar het digitale operatiekwartier vrij kort: ook dat moet allemaal over het netwerk en er komt heel veel video- en audioverwerking aan te pas. Wij leveren een bouwdoos van componenten waar we een applicatie-laag bovenop leggen, zodat de gegevens uit het digitale OK kunnen doorgespeeld worden naar bijvoorbeeld het elektronische patiëntendossier. Wij nemen daarvoor het hele beheer op ons. Je moet daarvoor de processen in een ziekenhuis goed begrijpen. Niet alleen de it is betrokken bij dergelijke projecten, ook de hoofdgeneesheer, de verantwoordelijke van de operatiezalen, de technische dienst,… Iedereen wil wel zijn zegje doen, omdat je eigenlijk ook raakt aan de kernactiviteit van het ziekenhuis.”
De eerste klant die Prodata in dat domein binnenhaalde, is het AZ Sint-Jan, met onmiddellijk 20 operatiezalen. “Van daaruit zijn we nu geleidelijk de markt aan het bewerken. We zijn bezig met een twintigtal dossiers. Mijn doel is om naast Mobility, dat succesvol internationaal actief is, ook die Medical-poot verder uit te bouwen. Eerst in de Benelux en dan zien we wel verder.” Vandaag haalt die poot een vrij bescheiden omzet van ongeveer een miljoen euro. “Als we de markt bekijken, zouden we volgend jaar toch aan 2,5 à 3 miljoen euro kunnen zitten. Het is een nichemarkt, maar dat is typisch iets voor Prodata: wij hebben zowel r&d-, ontwikkeling- als integratiecapaciteit in huis.” De grootste tegenspeler op die markt is medische instrumentenbouwer Dräger. “Zij kennen de wereld van de artsen en medische techniek beter, terwijl wij eerder vanuit de it-wereld komen en beter voor die integratie kunnen zorgen. (Grinnikt) Idealiter zouden we beide organisaties beter samenleggen.”
Mensen
Sinds 2005 is de omvang van Prodata bijna vertienvoudigd. “De bedoeling is om onze verschillende poten – medical, openbaar vervoer en infrastructuur – verder te laten groeien. De technologie hebben we, de juiste markten ook. Maar om nu te zeggen dat we binnen drie à vijf jaar opnieuw gaan verdubbelen naar 200 miljoen euro? Kwaliteit is vandaag volgens mij allesoverheersend. Je moet teams hebben met de beste mensen, alleen zo kan je verder groeien. Onze groei in de volgende jaren zal dus veel afhangen van het niveau van de mensen die we binnenhalen. In 2005 waren we met 50, nu zijn we met 220. De vraag is dus: gaan we nog 200 goeie mensen extra vinden?”
Het komende jaar zouden volgens Carbonez een aantal grote projecten gegund moeten worden. “Als we die binnenhalen, verdubbelen we onze omzet onmiddellijk. Maar dan moet je daarvoor ook de nodige mensen samenbrengen, want we willen ook gezond groeien. Je moet een evenwicht vinden. Je kan kapot gaan aan het aanvaarden van veel te grote projecten.”
Onderzoekt Prodata ook andere mogelijkheden naast organische groei? “De beurs is voor ons vandaag geen optie, ook niet in de volgende twee à drie jaar. We kijken wel naar groei door overnames. Maar dan wel heel gericht, in niches, met veel toegevoegde waarde. We kijken onder meer in Nederland. Hoedanook, we moeten groeien, al is het maar om de index elk jaar voor te blijven. Niet groeien, is doodgaan. Ofwel groei je organisch, wat we tot nu toe gedaan hebben. Maar dan kom je in de fase dat je te weinig mensen vindt om te groeien. Wat is dan de logische optie? Een bedrijf kopen met de juiste mensen. Maar dan moet je natuurlijk eerst bedrijven vinden die passen in je cultuur. Want ik heb, in de tijd van LCI, bedrijven zien kapotgaan na overnames. Daarom geloof ik fel in nicheovernames: specialisten, geen generalisten.”
Stefan Grommen
Prodata positioneert zich niet enkel meer als netwerkintegrator, maar ook als leverancier van digitale operatiekwartieren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier