Zowat elke computer-, telefoon- en elektronicafabrikant probeerde tijdens de Consumer Electronics Show met een eigen tabletcomputer tegen de kar van Apples iPad te rijden. Een verslag vanuit de frontlinie van de tabletoorlog, waarin ook de professionele gebruiker – opnieuw – als een doelgroep wordt gezien.
Met de iPad bracht Apple begin vorig jaar eigenlijk weinig echt nieuws ten dans: tabletcomputers bestonden op dat moment al een klein decennium, maar bleven een nicheproduct voor professionele gebruikers. Tablet pc’s, aan het begin van de eeuw zo genoemd omdat Microsoft er een speciale versie van Windows voor had ontwikkeld, waren eigenlijk een soort hybride tussen een traditionele laptop en een iPad-achtig tablet, waarbij het scherm diende te worden bediend met een pennetje. Ze werden niet meteen een succes: aan het einde van de rit hield slechts een handvol van de oorspronkelijke Tablet PC-fabrikanten zo’n toestel in zijn catalogus.
Maar omdat de prijs te doen was, het toestel niet tekens opnieuw moet opstarten vooraleer je ermee aan de slag kan en het vooral frivole toepassingen dient, werd de iPad wél relatief succesvol: ondertussen zijn er meer dan 12 miljoen exemplaren van over de toonbank gegleden. En tijdens de Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas, die jaarlijkse hoogmis van de elektronicasector, lieten begin januari liefst 35 concurrenten van Apple zien dat ze ook een stuk van die koek willen. Samen stelden ze meer dan tachtig nieuwe tablets voor, in alle maten en gewichten. “Tablets en smartphones beginnen stilaan in elkaar over te vloeien wat toepassingen en diensten betreft”, zei analiste Kumu Puri van consultancybureau Accenture, voor de aanvang van de beurs, tegen Data News. “Fabrikanten die geen tablet verkopen, hebben nu een groot gat in hun productlijn.”
Speelboek
Het merendeel van de nieuwe tablets die op de CES werden voorgesteld, richt zich op hetzelfde doelpubliek als de iPad: pleziergebruikers, die de toestellen vooral gebruiken om digitale media te consumeren. Maar een aantal van de nieuw voorgestelde tablets bleef mooi uit de buurt van die particuliere markt, en richt zich – opnieuw – vooral op professionele gebruikers. Een product dat goeie kans maakt om de iPad nog uit die markt te drummen is bijvoorbeeld de BlackBerry PlayBook van het Canadese Research in Motion (RIM). Al voordat Apple neerstreek in de mobiele markt waren BlackBerry’s een begrip dankzij de talloze mogelijkheden om de toestellen in te bouwen in het vpn-systeem van een bedrijf en de data erop te beveiligen, en die functies zitten ook in de PlayBook. Met zijn zeven inch is het scherm iets kleiner dan dat van een iPad (9,7″), maar het ding heeft wel een dual core 1GHz-processor in zijn bast zitten en levert multimediamogelijkheden waarvan iPadgebruikers alleen maar kunnen dromen (videoplayback op 1080p bijvoorbeeld). Maar er werd ook meteen al aan databeveiliging gedacht: wanneer de PlayBook bijvoorbeeld wordt gelinkt aan een smartphone om gegevens door te sturen, blijft er na het loskoppelen van de twee toestellen geen gevoelige data (zoals e-mailadressen) meer op de tablet staan.
Hybrides
Andere tabletfabrikanten die de professionele markt voor ogen hebben, gingen terug naar het originele Tablet Pc-concept, en maakten van hun toestel een hybride tussen een kleine laptop en een tablet. Het Chinese Lenovo ging daar het verst in door een minilaptop met een uitneembaar scherm te laten zien. Dat ene product heeft ook twee verschillende productnamen. Het volledige ding is de IdeaPad U1, een kleine Windows 7-laptop met een 1,2 GHz Intel Core i5-processor. Maar als het scherm eruit wordt gehaald, is het ineens een LePad, en draait het ding op Android 2.2. De LePad heeft 32 GB aan opslaggeheugen, kan op 3G gaan, en bevat zowel vooraan (voor chattoepassingen) als achteraan (omgevingsbeelden) een camera. Op die manier levert het toestel het beste uit twee werelden: Windows 7 voor de volledige pc-ervaring, en het snel opstartbare Android voor tabletgebruik.
Nog een tabletnieuweling die het vooral op de professionele gebruiker lijkt te hebben begrepen is het Taiwanese Asus. Dat bedrijf kwam met liefst vier tablets naar de show. Twee daarvan hebben een fysiek toetsenbord, wat voor professionelen die op de baan zijn nog altijd als een belangrijke vereiste geldt: de Eee Pad Slider heeft een uitschuifbaar toetsenbord, en de Eee Pad Transformer komt met een dockingstation waarmee het ding kan worden omgetoverd tot een volwaardige laptop. De tablets die tijdens de CES werden getoond waren, zeker wat de professionele markt betreft, voorlopig niet meer dan voorzetjes. Om te beginnen is de versie van Google Android die voor de meeste van die tablets wordt gebruikt, versie 2.2, helemaal niet geschikt voor dat soort toestellen, en is het wachten op versie 3.0 voor een echte tabletwaardige Android-uitvoering. De eerste malware voor Android is ondertussen ook al in het wild, dus bedrijven kijken wellicht eerst nog een beetje uit wat de implicaties op gebied van beveiliging zullen worden. Maar dat ze evengoed de mogelijkheden in het oog zullen houden, staat volgens Accenture-analiste Puri ook vast. “Als de traditionele computerfabrikanten niet aan het nadenken zijn over hoe ze tablets moeten inbouwen in hun productaanbod voor bedrijven, hinken ze in de toekomst misschien achterop.”
Ronald Meeus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier