De ene is intelligent en ambitieus, de andere minzaam en bescheiden. Chris staat sinds enkele maanden aan het hoofd van het Belgische it-dienstenbedrijf Trasys, Marc trainde Kim Clijsters en Kirsten Flipkens, en volgt het tenniscircuit als commentator voor de VRT. Data News sprak met de broers De Hous.
Bij tennisclub TC Den Brandt in Wilrijk kennen ze de familie De Hous al meer dan vijftig jaar. Vader Paul leerde er als jongeman zijn vrouw kennen, en raakte sindsdien helemaal verslingerd aan de sport. En passant besmette het gezinshoofd ook zijn vier kinderen met de microbe. “Tennis is altijd hét gespreksonderwerp geweest aan tafel”, vertelt Chris wanneer we hem opzoeken bij Trasys. “Ons gezin leefde voor de sport. Alle vier hebben we competitie gespeeld, en in onze ‘vrije uurtjes’ gingen we nog sjotten ook.”
Chris is altijd blijven tennissen, maar minder fanatiek dan Marc. “Mijn talenten lagen elders. Ik heb alles op alles gezet voor mijn studies industrieel ingenieur. Wat niet wil zeggen dat ik het wereldje niet meer volg. Zeker het mannentennis is nog steeds een grote passie. Wat dat betreft zijn Marc en ik complementair (hilariteit). Bovendien slaat mijn zoon Kristof ook graag een balletje.”
Marc De Hous, die voor de gelegenheid is afgezakt naar Hoeilaart, speelt al tennis sinds zijn achtste en is de enige zoon die van sport zijn beroep heeft gemaakt. “Ingenieursstudies waren aan mij niet besteed, maar na een tijdje kwam ik tot het besef dat ik nooit de echte top zou halen in het tennis,” aldus de voormalige topsportcoach. “Na mijn regentaat LO wilde ik eigenlijk sportleraar worden, tot onze vorige topsportmanager Ivo Van Aken mij de kans gaf om het als tennistrainer te proberen.” Marc werd al snel opgepikt door de Vlaamse Tennis Vereniging (VTV), waar hij de familie Clijsters leerde kennen. Aanvankelijk trainde hij Elke, maar steeds vaker was hij ook sparringpartner voor Kim. “Bij Kim is alles erg snel gegaan”, klinkt het. “Na haar breuk met Carl Maes heeft ze nog een tijdje alleen geprobeerd, maar uiteindelijk heeft de familie besloten om opnieuw een privécoach aan te trekken. Dat was ik dus.”
Chris De Hous: Het interessante is dat Marc als coach van Clijsters technieken gebruikte die ik in mijn hoedanigheid van ceo ook gebruik. Als bedrijfsleider moet je immers evengoed condities creëren waarin je mensen succesvol kunnen zijn. En daar komt heel wat coaching bij kijken. Natuurlijk, Marc spreekt over één individu, wij hebben 600 mensen in ons bedrijf. Maar ik luister soms nog naar hoe hij bepaalde dingen aanpakt. Zo heb je in een bedrijf wel eens de neiging om sommige zaken te willen forceren, terwijl je een veel beter resultaat krijgt na een degelijke begeleiding en een trager proces.
Marc De Hous: Als trainer of als coach wil je altijd meer, dat is eigen aan het beestje. Soms wil je zelfs te veel, en moet je je doelstellingen beter afstemmen op het individu of op de groep die je voor je krijgt. Kim Clijsters had ook meer in haar mars, maar als zij tevreden is met wat ze bereikt heeft, dan moet dat volstaan. Al begint het dezer dagen precies toch een beetje te knagen (lacht).
Chris: Ook dat is een interessante parallel. Bij McKinsey, een geres-pecteerde organisatie die met de grootste bedrijven in de wereld werkt (en waar De Hous tot voor kort partner was, nvdr .), werden er andere eisen gesteld dan bij Trasys. En toch wil ik ook dit bedrijf doen groeien en het naar een hoger niveau tillen. Pas op, dat gaat zeker lukken, want we hebben schitterende mensen in huis, maar de kunst bestaat erin de objectieven aan te passen aan de organisatie. En zoals we vroeger allemaal geleerd hebben: je kan je maar verbeteren als je ook duidelijke doelen vooropstelt.
Doet u als bedrijfsleider nog voordeel met uw sportieve achtergrond?
Chris: Het leuke aan tennis en aan andere individuele sporten is dat je er alleen voor staat. Je mag dan nog goed begeleid worden, eens je tegenover de tegenstander staat, is het aan jou. Je leert dus volharden en nederlagen incasseren. En om een zeker niveau te halen, moet je vreselijk zwoegen. Je leert dus ook afzien.
Van het voetbal heb ik dan weer onthouden op welke manier je deel kan uitmaken van een team dat succesvol wil zijn. Al die dingen hebben me gevormd tot wie ik vandaag ben, ik draag ze ook mee in het leiden van mijn mensen. En uiteraard moet je ambitie hebben, zowel in het tennis als in het topmanagement. Om stroom te doen vloeien moet er spanning op het systeem zitten.
Van waar komt eigenlijk uw interesse voor informatica?
Chris: Ik heb tien jaar op de medische divisie van Agfa Gevaert gewerkt, en heb de overschakeling van analoge radiologische beelden naar digitale ‘image management systemen’ van nabij kunnen volgen. Ook bij McKinsey raakte ik al snel geïnteresseerd in high tech, en dan vooral in software en services. Dus heb ik me daar verder op toegelegd.
Maar als consulent blijf je altijd aan de zijlijn staan. De problemen die je voorgeschoteld krijgt zijn wel interessant, maar je kan er niet actief aan werken. Toen ik het aanzoek kreeg van de aandeelhouders (Ackermans & van Haaren en de Nationale Portefeuille Maatschappij) om Trasys te gaan leiden, heb ik dan ook niet lang getwijfeld. De lokroep om alles zelf eens uit te proberen was gewoon te groot. Theorie in de praktijk brengen is een fantastische uitdaging.
Marc: Je noemt daar net nog een raakpunt tussen ons beiden. Ik stond ook altijd aan de zijlijn (algemene hilariteit).
Marc wordt omschreven als sportief en bescheiden. Klopt dat beeld ook voor Chris?
Marc: Ik denk het wel. Chris tennist nog steeds en loopt ook niet voortdurend te koop met alles wat hij doet. (twijfelt)… Er heeft ooit eens een journalist een erg mooi artikel gemaakt over mij, met als titel ‘de man in de schaduw’. Dat was de nagel op de kop. Als je trainer bent, dan is de speler alles waar het om draait. Je moet proberen om ten dienste van je poulain te werken. Zoals Chris ten dienste van zijn bedrijf zal moeten werken. Anderzijds treden sommige ceo’s natuurlijk graag op het voorplan, soms zelfs met erg positieve gevolgen. Bescheidenheid kan dus ook een weerslag hebben op het bedrijf waar je de leiding over krijgt.
Chris: Ik ben Trasys niet, ik ben de ceo van Trasys. Het is de organisatie die in de kijker moet staan en succesvol moet zijn, niet ik. Maar soms helpt het inderdaad wanneer de topman een echt boegbeeld is. Je moet immers naar buiten treden, en je kan je bekendheid uitspelen ten dienste van je organisatie. Maar je mag er geen personencultus van maken. Uiteindelijk is het de onderneming zelf die de waarde levert.
Marc: “Niemand kan toveren. Je bent een belangrijk element in de werking van je speler of van je bedrijf, en je probeert er het maximum uit te halen, maar je kan geen wonderen verrichten. Anders was Kirsten Flipkens ook de nummer één van de wereld geworden (lacht).
Marc kan wel hard zijn als het moet. Hij heeft Flipkens enkele keren op haar plaats gezet, en Clijsters raadde hij aan een sabbatjaar te nemen omdat ze niet scherp stond.
Marc: Ik verkies de zachte aanpak, maar soms moet je de puntjes op de i zetten. Als je het in de topsport laat hangen, vertaalt zich dat onmiddellijk in de resultaten. Het voordeel is dat je ook onmiddellijk kan ingrijpen. Ik heb enkele keren gezegd aan mijn spelers dat het zo niet verder kon, en dat ze maar zonder mij naar het toernooi moesten gaan. Die boodschap komt dan als een donderslag bij heldere hemel.
Chris: Tijdens evaluaties kan ik ook erg streng zijn. Maar een zekere traagheid is eigen aan een organisatie. Ik zet performantiemaatstaven uit, maar als ik reageer zie je het resultaat minder snel. Ik eis wel professionalisme van mijn mensen. Want als zij het laten afweten, kan dat rampzalige gevolgen hebben. Ik doe dus hetzelfde, maar dan op een ietwat andere manier.
Belgische tenniscoaches wijken steeds vaker uit naar het buitenland, want een nieuwe Kim Clijsters of Justine Henin zit er niet meteen aan te komen. Voor Belgische it’ers is het ook veel interessanter om naar Silicon Valley te trekken en voor Google te gaan werken…
Marc: De brain drain….
Chris: Een coach probeert een toptalent aan te trekken en daar zijn plezier uit te halen. Het spreekt voor zich dat het leuker is om te kunnen werken met iemand die goed presteert. Net zoals it’ers willen werken voor een bedrijf dat succesvol is. Profitability is the best marketing tool. Een succesvolle onderneming trekt automatisch mensen aan. En toegegeven, de technologiesector is een sector met een Amerikaans tintje. De interessantste ontwikkelingen gebeuren in het buitenland. Gelukkig is Trasys een dienstenbedrijf dat de nieuwste ontwikkelingen snel oppikt en in de praktijk brengt.
Marc: Belgische coaches die naar Engeland trekken kunnen daar werken met budgetten waar de VTV alleen maar van kan dromen. Dan moet je natuurlijk een keuze maken. Ga ik die andere toptennissers proberen te coachen, of blijf ik in België, waar er om de zoveel jaar wel eens een talent opduikt.
It’ers moeten teamplayers zijn. Topsporters zijn einzelgängers.
Marc: Topsporters zijn inderdaad individualisten. Dat moeten ze ook zijn. Daarom ook dat wij in onze jeugd een individuele sport gecombineerd hebben met een teamsport. Dat bracht de balans wat meer in evenwicht. De meeste toppers in het tennis zijn absolute einzelgängers. Als je te veel vriendjes maakt, raak je je killerinstinct kwijt, de ‘over mijn lijk’-mentaliteit. Kim Clijsters was wat dat betreft een grote uitzondering.
Chris: Management is in de eerste plaats een ploegsport, hoewel je natuurlijk ook te maken krijgt met individuele ambities. Maar zeker in de it-sector realiseer je zelden een project op je eentje. Het is dan ook mijn overtuiging dat er maar weinig oplossingen beter zijn dan een groepsoplossing. Er moet geen consensusoplossing gevonden worden, er moet wel een consensus zijn over de oplossing (lacht).
Frederik Tibau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier