Begin dit jaar kostte een aandeel Metris nog meer dan 12 euro op de beurs, vorige maand was dat minder dan 2,5 euro. “Ik ben wellicht geen superfavoriet voor de titel van Manager van het Jaar”, lacht ceo Bart Van Coppenolle, “veel aandeelhouderswaarde heb ik als ceo niet gecreëerd.” In 2009 zal hij bovendien vooral op de kosten moeten letten, saneren en snijden. “Kan ik meteen bewijzen dat ik een goede manager ben”, vindt Van Coppenolle.
We treffen Bart Van Coppenolle in zijn kantoor net op de dag dat Metris een trading update over zijn derde kwartaal geeft. Het persbericht is verstuurd en de reactie blijft niet uit: “Omzetalarm!” schreeuwen enkele financiële websites. Ze hadden net zo goed kunnen schrijven dat Metris erin slaagt zijn groeiritme en zijn rendabiliteit op peil te houden. Maar die feiten gaan verloren in de belangstelling voor de neerwaarts bijgestelde omzetverwachting.
“We zijn met onze meetinstrumenten vooral afhankelijk van de luchtvaart- en de automobielindustrie. Vooral die laatste zit in slechte papieren, het was te verwachten dat we klappen gingen krijgen. Het tegendeel zou pas nieuws geweest zijn”, vindt Van Coppenolle. Hij kijkt nog even op zijn scherm en ziet dat er twintig procent van de beurskoers gaat. Het nieuwe dieptepunt bedraagt 2,37 euro.
En toch is Bart Van Coppenolle genomineerd als kandidaat voor de Trends Manager van het Jaar. Ook daar zijn in het persbericht goede redenen voor te vinden: Metris groeit al jaren erg fors, en daarop vormde het derde kwartaal met zijn 33 procent omzetgroei, waarvan ruim de helft organische groei, geen uitzondering. Ondanks de moeilijke tijden handhaaft het bedrijf bovendien zijn cashflowprognose. De analisten denken dat de operationele kasstroom van Metris over het volledige boekjaar met 25 tot 30 procent zal stijgen tot 20 miljoen euro.
“We kunnen die doelstelling halen omdat we niet bij de pakken blijven zitten”, vertelt Van Coppenolle. “We hebben nu al maatregelen genomen waardoor de kosten met 15 procent verminderd worden. Er komt een ingrijpende sanering. Het personeelsbestand wordt met ongeveer een zevende verminderd. En onze overnamepolitiek wordt eventjes op nul gezet.”
In elk geval is het een belangrijke nieuwe fase voor het groeibedrijf Metris en zijn ceo. Het bedrijf dat in 1995 werd opgericht als een spin-off van de KU Leuven, groeide de voorbije jaren als kool. Om u een idee te geven: in de periode 2003-2007 vervijftienvoudigde het bedrijf zijn omzet, mede dankzij een gedreven overnamepolitiek. Sinds dit jaar biedt Metris zijn klanten zowel meethardware, toepassingssoftware als dienstverlening voor alle vormen van dimensionele kwaliteitscontrole. Naast de klassieke mechanische meetinstrumenten is Metris heel sterk in geavanceerde optische meetapparatuur. De omzet steeg tot 92,7 miljoen euro in 2007, het personeelsbestand groeide tot 700 mensen.
“Eigenlijk ben ik tot hiertoe vooral een ondernemer geweest”, oordeelt Van Coppenolle. “We waren bezig met groei, expansie, overnames. Dat was nodig om voldoende kritische massa te krijgen, waardoor we sterker stonden om de adoptie van onze nieuwe technologieën in de markt door te voeren. Nu zal ik moeten bewijzen dat ik ook een gedegen manager ben, die uitblinkt in kostendiscipline.”
Filosofie
Bart Van Coppenolle werd in 1995 aangezocht om Metris te leiden. Hij was afgestudeerd als burgerlijk ingenieur, maar aan de universiteit van Leuven blijven hangen voor een aanvullende studie filosofie. En hij had wel iets van een ondernemer: om zijn studies te bekostigen, baatte hij een tijdje een fotowinkel uit. Hij had een businessplan geschreven, met banken onderhandeld over een lening, en wist van aanpakken. Van Coppenolle klopte hier en daar aan, en slaagde erin Metris een startkapitaal van 150.000 euro te bezorgen. Daarna trok hij de wereld rond met een idee voor nauwkeurig meten, iedereen schudde zijn hand, maar niemand kocht iets. Pas toen hij het idee omzette in meetsoftware voor kwaliteitscontrole kwam de doorbraak. Onder de vleugels van klanten als Boeing en Toyota ontwikkelde Metris zijn producten en zijn technologie.
In december 2006 trok het bedrijf naar de beurs tegen 12 euro per aandeel. In januari 2008 dook het aandeel voor het eerst onder de introductiekoers, en daarna ging het alleen maar bergaf. “Als je de beurs als criterium neemt, moet je toegeven dat ik in 2008 gefaald heb in het creëren van aandeelhouderswaarde”, geeft Van Coppenolle toe, “en dat lijkt me toch een van de belangrijkste opdrachten van een ceo, naast het managen en bezielen van een project.”
Het moge duidelijk zijn dat openheid, eerlijkheid, verantwoordelijkheid en stoutmoedigheid belangrijke waarden zijn in de ogen van de filosoof-ondernemer Bart Van Coppenolle. Want hij had gemakkelijk verzachtende omstandigheden kunnen inroepen: er zijn in 2008 nauwelijks ceo’s die aandeelhouderswaarde op de beurs gecreëerd hebben, de markt zat voor iedereen dik tegen.
Van Coppenolle: “Er is dit jaar zeer veel waarde vernietigd op de financiële markten, omdat geld in korte tijd een schaars goed geworden is. Als je in zo’n omstandigheden een small cap bent zoals Metris, ben je volledig overgeleverd aan de grillen van een illiquide markt. Hadden we op voorhand geweten dat de markt zo zou verslechteren, dan hadden we misschien minder overnames en investeringen gedaan, waardoor sommige mensen misschien minder snel hadden verkocht.”
Beloftes waargemaakt
Maar over een langere periode kan het bedrijf niet veel verweten worden. Van Coppenolle en zijn team zitten nog altijd op schema met het businessplan dat ze communiceerden bij de beursintroductie. “Alles wat we toen beloofd hebben, konden we tot hiertoe waarmaken”, beaamt Van Coppenolle. “Zowel de omzet- als de winstgroei was altijd volgens verwachting.”
Het vierde kwartaal van 2008 is in die zin toch een breekpunt: voor het eerst zal de onderneming een omzetverwachting niet halen. En dat heeft alles te maken met de financiële crisis die de wereldeconomie in een recessie duwt. Van Coppenolle: “In april merkten we dat de klanten ons trager begonnen te betalen, en vanaf september zijn de orders sterk teruggevallen. Vooral de automobielindustrie heeft het moeilijk, daar komen nauwelijks nog orders uit.”
In zo’n geval kan een bedrijf maar één ding doen, vindt Van Coppenolle: snel ingrijpen en de kosten reduceren. “Onze klanten investeren minder, en wij leveren investeringsgoederen. Er is dus meteen een impact op de omzet. Vandaar dat wij meteen beslisten om zelf minder te investeren en de vaste kosten met vijftien procent te verminderen. Dat betekent onder meer dat we 100 van de 700 jobs moeten schrappen.”
2009 wordt misschien geen ‘leuk’ maar wel een ‘interessant’ jaar, vindt Van Coppenolle. “We moeten ons aanpassen aan de gewijzigde marktomstandigheden. Als groeibedrijf dat geconfronteerd wordt met een terugval van de groei dient Metris zijn focus te verleggen: van groeien en investeren, naar kosten verminderen. Ik hou wel van zo’n uitdaging. Natuurlijk is mensen ontslaan niet leuk, maar het is noodzakelijk als we winst willen blijven maken en als we willen blijven groeien. Het hoort er gewoon bij.”
De kredietcrisis heeft nog een gevolg voor Metris: het geld om overnames te doen, ligt niet meer voor het oprapen. Van Coppenolle: “We gaan gewoon geen overnames meer doen, we zullen de zaken conservatiever aanpakken dan voorheen. Metris staat voor een periode waarin ‘managen’ belangrijker wordt dan ‘ondernemen’. Dat vereist een andere mentale attitude: er is nu veel meer behoefte aan waarden als toewijding, discipline, samenwerking. In een recessie moet iedereen aan hetzelfde zeel trekken, toegewijd werken, en zich solidair als team gedragen.”
Prooi
Financieel is er voorlopig geen probleem. Metris heeft zijn kredietlijnen in betere tijden onderhandeld. Toch is de schuldgraad hoog, geeft Van Coppenolle toe. “Dat is een gevolg van de vele overnames. Die hebben ons de beoogde schaalgrootte opgeleverd. Maar we zijn op een punt gekomen dat we in 2009 onze cashflow zullen gebruiken om onze schulden af te bouwen en niet om nieuwe overnames te doen.”
Een kapitaalverhoging lijkt hem geen goed idee. “Het zou een beetje dom zijn om tegen deze beurskoers een beroep te doen op de beurs. Het aandeel noteert onder de boekwaarde, een kapitaalverhoging zou alleen maar tot een gigantische verwatering leiden. De facto is de beurs als financieringsmarkt gesloten.”
Toch sluit Van Coppenolle een kapitaalverhoging niet helemaal uit, maar dan alleen als verdedigingsinstrument tegen een eventuele vijandige overname. De lage beurskoers maakt van Metris immers een uitgelezen overnameprooi. “Stel dat er een overnamebod komt tegen een te lage prijs, dan kunnen en zullen we ons verdedigen”, geeft Van Coppenolle aan. “Er is in onze sector een continue consolidatie. Daarin heeft Metris met zijn vijftien acquisities de voorbije jaren een actieve rol gespeeld. Ook marktleider Hexagon was buitengewoon actief als overnemer. Ik merk dat ook die onderneming gas terugneemt. Het klopt dat een recessie mogelijkheden biedt voor overnames, maar niet meteen in onze industrietak: iedereen voelt de impact van de recessie, en je ziet het aantal overnames zo teruglopen.”
Houdt Van Coppenolle vast aan zijn droom om van Metris het nummer één te maken? “Het blijft de bedoeling in ons marktsegment een rol van betekenis te spelen”, antwoordt hij. “We zijn nu nummer vier of vijf, afhankelijk van de parameters die je hanteert. Uiteindelijk willen we één of twee worden. Maar zal dat snel gaan? In deze omstandigheden zeker niet, ik zie ons niet doorstoten tot de top tijdens een recessie. Kan dat zijn door een stuk controle af te geven, en bijvoorbeeld te fuseren? Ja, daar heb ik altijd voor open gestaan. Maar niet tegen de huidige waardering.”
Schrik voor de toekomst kent de ceo van Metris niet. “Toch niet meer dan vroeger”, lacht hij. “Angst is een even goede motivator als ambitie. Het komt erop aan positief met die angst om te gaan, en ze om te zetten in discipline en teamspirit. We hebben onze organisatie, voor zover mogelijk, op moeilijker marktomstandigheden voorbereid, en we zullen ons verder aanpassen. Ik ben geen econoom, en je kunt van mij niet verwachten dat ik de lengte van een recessie perfect inschat, maar ik vrees toch dat ze minstens tot na de zomer zal duren, en het zou mij niet verbazen dat ze aansleept tot eind 2009, begin 2010.” © Trends
Patrick Claerhout – © Trends
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier