Als informaticaverantwoordelijke van Nomacorc voor Europa ging Sébastien Charlier alleen aan de slag voordat hij een team van 4 mensen vormde met als voornaamste taak de productie van synthetische kurken te ondersteunen. Een productie die 24/7 draait.
U kwam bij Nomacorc in dienst op het ogenblik dat de productie van start ging in Thimister-Clermont. Welke informatica hebt u ingevoerd?
SEBASTIEN CHARLIER: “Allereerst wil ik duidelijk maken dat ik geen informaticus van opleiding ben, maar handelsingenieur. Ik had wel al ervaring in it, vooral op het vlak van telecom.
Vlak voor mijn komst had het bedrijf een tool ingevoerd om de productie op te volgen en de voorraden te beheren aan de hand van barcodelezers. Dit was een applicatie die Nomacorc had ontwikkeld voor zijn fabriek in de Verenigde Staten en die intern werd aangepast aan onze specifieke behoeften. Daarnaast installeerden we NAV 360, eerst voor de boekhouding, terwijl Access werd gebruikt voor het beheer van de verkoop.
Sinds 2004 is Access vervangen door Navision voor het beheer van de bestellingen en voor de basisbehandeling van de verzendingen, met een link naar het barcodesysteem.
In 2006 werd er een platform voor industriële informatica ontplooid met de ingebruikname van de eerste extrusielijn.
In 2007 migreerde Navision naar versie 4 door te focussen op prijsbeheer, de creatie van artikelen, de reservering van producten, verzendingen, enz. Kortom, alles wat te maken heeft met customer service. Nog in 2007 hebben we een datawarehouse ingevoerd die steunde op de Reporting Services van Microsoft en gekoppeld is aan de business intelligencetool QlikView, die al op grote schaal werd gebruikt door ons Amerikaans moederbedrijf.
De opening van een verkoopkantoor in Italië in 2008 leidde tot de versterking van onze wan-netwerkinfrastructuur, terwijl met Citrix onze Navison van op afstand toegankelijk werd. Ook het barcodesysteem werd geleidelijk aan vervangen om zich aan te passen aan het leanprincipe, aangedreven door ons moederbedrijf op het vlak van productie. Dit project ging in 2010 van start als proef op onze productielijnen, maar door problemen tussen de industriële it en de klassieke it werd het project in 2011 aangepast en kreeg het de vorm van een add-on bij Navision 2009, dat in 2010 werd geïnstalleerd.
Zoals u kunt zien is ons applicatiepark voornamelijk gecentreerd rond Microsoft, zowel voor front-office als voor back-office, dit vanwege het gemak, de beschikbaarheid en integratie.”
Hoe ziet uw it-infrastructuur eruit?
SEBASTIEN CHARLIER: “Ons pc-park bestaat uit laptops en desktops die om de 3,5 jaar mondjesmaat worden vervangen voor de laptops en om de 4 jaar voor de desktops. We hebben een park van 150 machines, zowel lokaal als in de verschillende Europese landen. De nieuwe geïnstalleerde machines draaien op Windows 7 en Office 2010.
De serverinfrastructuur wordt intern gehost en op grote schaal gevirtualiseerd met VSphere van VMware, gekoppeld aan een SAN van NetApp. Op het vlak van netwerken maken we intern gebruik van gigabit ethernet. We beschikken ook over een wan met onze 2 externe sites in Italië en Frankrijk. Daarnaast hebben we huurlijnen, bijvoorbeeld tussen onze Exchange-servers, tussen België en de Verenigde Staten, want onze mailbox draait nog altijd aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
We beschikken ook over een Belgacom Explore lijn van 10 Mbit/s tussen onze hoofdsite en de drp, want we maken deel uit van de drp met een leverancier in de VS, die ons moederhuis reeds bedient. Het gebruik van VMware en snapshots maakt back-ups en heropstarten natuurlijk gemakkelijker, naast het feit dat we hier back-uptapes maken.”
Welke projecten staan er voor 2012 op stapel?
SEBASTIEN CHARLIER: “Op het gebied van erp is onze oplossing nu stabiel. We gaan ze wel verrijken met een cpf-module (core production foundation) voor het beheer van de productie en magazijnbeheer.
We zullen kiezen voor een crm-oplossing (customer relationship management). In dit geval zouden we een beroep doen op Dynamics CRM van Microsoft, opnieuw omwille van de integratie met onze bestaande erp.
Ook gaan we verder met de virtualisatie van ons serverpark.
We hebben zopas tests gedaan en gaan unified communications (UC) ontplooien met Lync van Microsoft. Bovendien doen we sinds het midden van de jaren 2000 aan videoconferencing in ip, waardoor we heel wat reiskosten konden uitsparen omdat we 3 virtuele vergaderingen tegelijk kunnen houden. Ip-convergentie zorgde ook voor aanzienlijke kostenbesparingen omdat onze telefooncentrales gebaseerd zijn op ip en geïntegreerd zijn tussen de VS en België.
Ten slotte gaan we de leanfilosofie toepassen op de informatica-afdeling, met als voordeel dat we een beter zicht hebben op de activiteiten en uiteindelijk de onderneming beter van dienst kunnen zijn.
Al deze keuzes zijn gekoppeld aan de groei van Nomacorc, dat tenslotte nog altijd een jong bedrijf is.”
Wordt er gedacht aan cloud?
SEBASTIEN CHARLIER: “Momenteel is cloud nog geen feit in ons bedrijf. Wel hebben we onze tool voor de opvolging van it-projecten in de cloud, na een analyse van enkele freeware-oplossingen. Deze technologie kan voor ons wel interessant zijn in de toekomst. Zo zouden we kunnen overwegen om onze crm in de cloud te plaatsen, aangezien onze salesmensen meestal niet aanwezig zijn op de site. Momenteel zijn we bezig onze behoeften te formaliseren en binnenkort zouden we al een test kunnen doen. Vooral omdat dit soort oplossing al geruime tijd op de markt bestaat. Voor industriële gegevens vormt cloud volgens mij geen oplossing, vooral omdat er grote gegevensvolumes in real- time moeten worden uitgewisseld.”
Hoe evolueren uw budgetten?
SEBASTIEN CHARLIER: “Op capex-vlak blijven onze budgetten vrij constant, maar ze evolueren natuurlijk wel in functie van de strategische initiatieven met betrekking tot de productie. De opex is uiteraard gerelateerd aan de groei van de activiteiten. De voorbije jaren hebben we een spectaculaire groei gekend.”
Hoe is uw relatie met uw it-leveranciers, aangezien uw it-team kleiner is geworden?
SEBASTIEN CHARLIER: “Het informaticateam bestaat uit 4 mensen, want wij zijn niet verantwoordelijk voor de industriële automatisering. Onze mensen zijn niet noodzakelijk informatici, maar werknemers die in de loop van hun carrière geëvolueerd zijn naar it en graag willen leren. We beschikken immers over een opleidingsbudget, zodat de teamleden hun technologie kunnen uitdiepen of een technologisch oogje in het zeil kunnen houden. Ook stimuleren we opleidingen via het internet.
Ik onderhoud trouwens nauwe betrekkingen met het vijfkoppige it-team in de Verenigde Staten, want we proberen gemeenschappelijke keuzes te maken om dubbele vaardigheden te vermijden.
Wat betreft de relaties met onze leveranciers, proberen we altijd een partnerschap op lange termijn te sluiten, vooral omdat we maar een klein team zijn. Zo is er Orda-S voor onze erp Navision, Dell voor ons machinepark, of Belgacom/Proximus voor telecommunicatie.”
Hoe ziet u uw rol als it-manager?
SEBASTIEN CHARLIER: “Eerst wil ik opmerken dat Nomacorc geen early adopter van it-technologieën is. Voor een industriële vennootschap kan it immers geen differentiator zijn. Onze taak is om de productie te ondersteunen. Een productie die 24/7 draait en waar de beschikbaarheid van de infrastructuren een prioriteit vormt.
Als it-manager rapporteer ik aan de financiële en administratieve directeur, wat ook vrij klassiek is in onze sector. Mijn taak bestaat erin om zowel het it-team te beheren als de link tussen it en business te verzekeren, waarbij ik de kosten en potentiële voordelen altijd zo goed mogelijk op elkaar probeer af te stemmen. Ook waak ik over de technologie en stel ik de trends en mogelijke toekomstige ontwikkelingen voor, met hun voordelen en risico’s, met name op het gebied van veiligheid. De case met het Stuxnet-virus zorgde vorig jaar voor heel wat problemen en wees ons op de risico’s in verband met computerbeveiliging.”
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier