Tot voor enkele jaren gedroeg elke overheid zich zoals elk bedrijf bijzonder discreet over alle gegevens die het in alle honderden administratieve processen verzamelde. Andere administraties en zeker ook de burgers werden behandeld op een ‘Need to know basis’, en de buitenwereld didn’t need to know much. De eerste om data vrij te publiceren was Barack Obama in mei 2009, kort nadien gevolgd door de Britten. België werd echter kort nadien wereldberoemd omdat de NMBS met vervolging dreigde voor het gebruik van haar uurregeling. En dat is een reflex die ik bij veel Vlaamse en federale administraties nog steeds zie: elke reden is goed om gegevens niet vrij te geven. Privacy, bedrijfsgeheim, vertrouwelijkheid, kostprijs… het Europees beleid laat mogelijkheden om gegevens niet te openen en die blijken vaak perfect toepasbaar op de meerderheid van gegevens. Een van de belangrijkste motieven achter ‘open data’ is dan ook de democratische controle op wat uw overheid doet. De Britten publiceren alle uitgaven boven de 25.000 pond. Een lijst van alle Europese landbouwsubsidies die in Zweden werd gepubliceerd en een boeiend inzicht gaf in wie ook in België de grootste ontvangers waren, werd door het Europees Hof van Justitie wegens schending van de privacy van het net gehaald. De vierde grootste in Europa (en dus eerste Belg) was Tiense suiker, gevolgd door zowat alle banken en voedselproducenten. De eerste Belg die misschien een landbouwer was stond pas op de 41ste plaats. In de laatste verklaring van de Europese Ministers van Egovernment (Malmö 2009) werd een flink pleidooi voor ‘open data’ gehouden maar eigenlijk bewoog er nadien weinig. Wat de Europese gemeenten er toe aanzette om in de ‘Citadel statement’ de EU voor te stellen een minimumlijst van in elk geval te openen data te decreteren. Om niet iedereen altijd weer dezelfde veldslag te laten leveren of men de uurregeling van het openbaar vervoer wil vrijgeven.
Maar Minister Bourgeois heeft alvast voluit de kaart getrokken van open data en een strategie uitgestippeld om de Vlaamse administraties te openen.
Uw Vlaamse e-governmentdienst is nu de projectcoördinator van ‘Citadel on the Move’, een Europees project met 14 partners uit verschillende lidstaten en met de steden Manchester, Gent, Athene en de Parijse voorstad Issy-les-Moulineaux. Het project werkt een set standaarden uit die het alle gemeenten moeten toelaten op een eenvoudige manier hun data zo te publiceren dat ze kunnen opgepikt worden door bouwers van mobiele applicaties. Met een geolocatietool kan dezelfde app dan ook dienstig zijn in een andere gemeente. De open data worden dan niet zozeer voor ‘democratische controle’ gebruikt dan wel voor handige informatie voor burgers en toeristen in hoge nood. Waar vind ik de dichtstbijzijnde bushalte en wanneer komt de bus daar aan? En is er een openbaar toilet in de buurt? Veel grotere steden hebben dat zelf al gerealiseerd, maar met de Citadel-aanpak kunnen ook kleinere gemeenten moderne diensten leveren. En slimme bedrijfjes kunnen een app bouwen die ze over gans Europa kwijt kunnen.
Het beweegt dus zeker rond open data, maar er valt nog veel over te zeggen. Dat doen we op 15 juni met de Open Data Dag waar we onder meer Andrew Stott, de man die data.gov.uk opzette, aan het woord zullen horen. Maar ook meer inzicht krijgen in alle juridische beslommeringen. En een hackaton organiseren om iets boeiends te doen met Vlaamse open data. De belangstelling is al vrij groot, maar als we de deuren moeten sluiten kan iedereen vlot volgen op een live streaming van het evenement.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier