Het ‘Slim’ project waarmee Nic Lampaert vorig jaar meedong in de ‘ict-manager of the year’ contest, lag haast in de lijn van het bedrijf waarvoor hij werkt, Sita Remediation. De ict-infrastrutuur werd immers grondig gesaneerd, onder het motto ‘sometimes less is more’!
Als onderdeel van de grote GDF-Suez groep in het algemeen en de Suez Environment divisie in het bijzonder, doet Sita Remediation allicht niet meteen een belletje rinkelen bij de lezers. Het bedrijf biedt totaaloplossingen voor grondreiniging en bodemsanering, zoals vervuilde industriële sites, evenals waterzuivering. Verschillende biologische, fysisch-chemische als thermische procédés worden hiervoor aangewend, terwijl vervuilde grond kan worden afgewerkt tot materiaal voor gebruik in onder meer de bouwsector. Het bedrijf heeft vestigingen in Nederland, Duitsland, Frankrijk en België, met in ons land zowel opslagplaatsen als een reinigingseenheid.
Grote kuis
Bij zijn aantreden in Sita Remediation België, werd Nic Lampaert gevraagd de ict-infrastructuur te auditen, want die vormde toch een van de knelpunten in het bedrijf. Wat hij aantrof was een historisch gegroeide toestand van te diverse systemen, met een lage beschikbaarheid, zonder redundantie, met onder meer materiaal dat buiten garantie was en zonder onderhoudscontract wegens te oud. “Het was een kwestie van hout vasthouden,” vat hij het bondig samen. Niet alleen was er in de voorgaande jaren weinig aan de infrastructuur gedaan, maar “bovendien was er in de serverroom veel dat er niet in thuis hoorde.”
Zijn Slim-project hield dan ook grondig kuis en zorgde niet alleen voor een vernieuwde, maar ook een meer duurzame infrastructuur – een kenmerk dat het bedrijf in de genen zit, zoals blijkt uit de zonnepanelen op het dak en een intensief gebruik van binnenvaarttransport. Tevens voldoet de ict nu ook beter wat de performantie, beschikbaarheid en flexibiliteit betreft, gekoppeld aan eenvoud inzake opzet en het onderhoud. Twee personen – Nic Lampaert zelf en iemand in Duitsland – tekenen immers voor het geheel.
Concreet ging Lampaert voor een dubbele (redundante) Cisco Stack, met Virtual Connect modules van HP. Als servers werd voor blade-systemen gekozen (drie blades), met VMware en twee maal 10 GB throughput (onder meer met het oog op Citrix-omgevingen). Die blades bevinden zich in een volledig chassis, met het oog op latere uitbreidingen. Een beheermodule houdt onder meer het stroomverbruik scherp in de gaten. Voor de opslag van data werd gekozen voor nieuw NetApp- materiaal (het vernieuwen van het onderhoudscontract van het bestaande materiaal was duurder dan de aanschaf van nieuw materiaal!).
Was een ‘IaaS’ (Infrastructure as a Service) geen logischer keuze geweest? Zowel het management als hijzelf hebben dat overwogen, repliceert Lampaert, maar uiteindelijk werd daarvoor niet gekozen gezien de onzekerheid waar de data zich bevinden.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier