“Er is niets dat erop wijst dat er een einde zal komen aan outsourcing. Onze klanten doen het immers zelf, kijk naar KBC. En het gaat dan niet alleen om de kostprijs, maar vooral om het tekort aan it-kennis,” meent Eric Lonbois, managing partner van Accenture.

“Outsourcing blijft een beladen woord, maar er is geen weg terug. Hier en daar zie je dat mensen alweer gaan insourcen, maar dat blijft toch beperkt.” Accenture, dat in ons land 1.300 medewerkers telt, mikt in de eerste plaats op de honderd grootste, veelal internationale ondernemingen. De omzet van Accenture nam vorig jaar toe met liefst 30 procent tot 286 miljoen euro. Het gros, zo’n 65 procent komt van systeemintegratie, een kwart van managementconsulting en ongeveer een vijfde van outsourcingsdiensten. Accenture heeft dan ook een batterij van 75.000 offshoremedewerkers, 50.000 in Indië en nog eens 25.000 elders, verspreid over 40 offshore centra zoals in Riga of Praag, maar recent ook in Casablanca voor de Franse markt. “Ondernemingen vragen zich af of ze alles nog intern moeten blijven doen of dat ze het beter uitbesteden. Moet je je medewerkers nog inzetten voor it-onderhoudswerken of kan je dat beter uitbesteden zodat je ze kan inzetten op interessante innovatieve oplossingen.”

Multiple outsourcing

Eric Lonbois geeft toe dat vooral Belgische bedrijven vrezen de controle te verliezen. “Maar dat is uiteindelijk een kwestie van vertrouwen in de leverancier.” En dan is het de vraag of ondernemingen bij voorkeur zelf een filiaal opzetten in Indië (zoals Colruyt) of het toch uitbesteden aan een derde partij. “Het is geen evidente keuze, je moet de lokale rekruteringsmarkt kennen, de wetgeving, je moet het kunnen uitbouwen tot een professionele organisatie. Dat vraagt tijd. Je kan het misschien beter uitgeven aan mensen die het allemaal al eens meegemaakt hebben,” vertelt Eric Lonbois die zich er toch wat over verbaasd dat “de trend naar meer resultaatgerichte opdrachten niet sterker is.”

De meeste ondernemingen kiezen voor multiple outsourcing om het risico te spreiden, maar in ons land gaat het meestal nog om detachering. “De outsourcing van zakelijke processen zoals customer care, procurement, boekhouding en human resources, blijft voorlopig vooral een Angelsaksische tendens. Hoewel het ook in Nederland toeneemt. Ik vermoed dat het over twee tot drie jaar ook in België doorgang zal vinden.”, aldus Lonbois. Accenture gaat al vanaf een 50-tal agenten over tot application outsourcing zoals voor SAP of Siebel. “We kunnen dat rendabel maken omdat we voor meerdere klanten tegelijk werken.” Het doorsnee outsourcingscontract loopt trouwens over drie tot vijf jaar.

Natuurlijk zijn Indische ondernemingen zoals Tata Consulting of Whipro concurrenten. “Het verschil is dat wij, in tegenstelling tot Tata bijvoorbeeld, wereldwijd gevestigd zijn, maar het klopt dat ze ambitieus zijn. En ‘they’re here to stay’, of je dat nu wil of niet.” Lonbois geeft toe dat het nog een vrij gefragmenteerde markt is. Of er een consolidatie komt is nog verre van zeker. Dat Tata zich zwaar differentieert en bijvoorbeeld een bod doet op autobedrijven zoals Landrover en Jaguar vindt Lonbois een opportuniteit want het betekent dat autoconcerns toch minder de kaart van Tata zullen trekken: “Zou jij je bedrijfskritieke toepassingen uitbesteden aan een concurrent?”

Recessie?

Eric Lonbois wil alvast sterker aanwezig zijn in de contracten voor de Europese Unie. “Totnogtoe blazen we warm en koud: wel-niet, wel-niet. We moeten de knoop doorhakken. Het kan niet dat we op dat niveau niet aanwezig zijn. Zo hebben we in de Verenigde Staten een hele oplossing uitgedokterd voor de grenscontroles. Dat kunnen we ook in Europa toepassen.”

“Sommigen nemen het woord recessie in de mond, maar ik denk niet dat het zo’n vaart zal lopen als in 2000. Hoewel we alert moeten blijven natuurlijk. Toen is het tij ook op zes maanden tijd omgeslagen.” Omdat Accenture op verschillende deeldomeinen actief is, voelt het die economische impact uit de Verenigde Staten veel minder. Het doel is trouwens om dit jaar nog eens met 15 procent te groeien, “sneller dan de markt die met 7 tot 10 procent groeit. Marktaandeel is belangrijk,” aldus Lonbois.

Luc Blyaert