Kijk, ik ben een heel redelijke mens en ik ga altijd uit van het goede in de medemens. Maar deze week ben ik toch wel boos geworden.

We werken al een paar weken aan een opdracht voor een van de belangrijkste computerbedrijven op deze aardbol. Zelf zijn ze ervan overtuigd dat ze het allerbelangrijkste bedrijf ter wereld zijn, en er zijn heel wat volgelingen die hen daar gelijk in geven. Maar daar gaat het nu even niet over. Ze hadden ons gevraagd om een sales smanager te zoeken. Sterk profiel, hyper-dynamisch, onvervaard, een believer. Wij waren klaar met onze shortlist van drie kandidaten, toen ik ineens telefoon kreeg van de opdrachtgever. Luister even mee.

“Mijnheer Huydevetters, Paul Volders hier.”

“Mijnheer Volders, goed dat u belt. Wij gingen u net contacteren om een afspraak te maken om onze kandidaten te zien.”

“Wel, euh, mijnheer Huydevtters, dat zal niet meer nodig zijn.”

“Hoe bedoelt u?”

“Wel we hebben zelf een kandidaat gevonden. Een spontane sollicitatie. Prima man. We hebben u dus niet meer nodig.”

“Bent u zeker dat u de juiste man hebt? Ik denk dat het een goed idee is om uw kandidaat te vergelijken met de mensen die wij voor u gescreend hebben.”

“Dat zal niet nodig zijn. Wij weten goed waar we mee bezig zijn.”

“De klant is koning.”

“Ok, dat is dan geregeld. Tot ziens dan.”

“Nog even iets, mijnheer Volders. Wij gaan u toch het werk dat we gepresteerd hebben bij deze opdracht moeten aanrekenen.”

“U hebt niets opgeleverd, mijnheer Huydevetters. Wij zijn u dus niets verschuldigd.”

“Daar verschillen we van mening, mijnheer Volders.”

“Wij betalen u niets. Het spijt me, dat is company policy.”

“Ik begrijp dat u het belangrijkste bedrijf ter wereld bent, mijnheer Volders, maar ik denk dat het Belgisch Handelsrecht ook op u van toepassing is.”

“Het Belgisch Handelsrecht, ha, da’s een goeie.”

“Mijnheer Volders, uw bedrijf maakt inderdaad prachtige producten, u hebt de bakens verschillende keren verplaatst, maar uw arrogantie is onaanvaardbaar.”

“Wel, zo zijn wij. Niemand die daar iets aan kan doen.”

“U zit op een berg geld van 150 miljard dollar, u behandelt uw leveranciers als het vuil van de straat en u bent een alexander.”

“Een alexander?”

“Ja, alexander. Alles voor mij en niks voor een ander.”

“Ja, dat klopt wel. Nu, u mag blij zijn dat u voor ons mag werken. Dat moet voldoende compensatie zijn. Ik ben er zeker van dat we u later nog eens vragen.”

“U gaat er dus echt van uit dat wij gratis werken, dat we daar dankbaar voor moeten zijn, en ik moet nog blij zijn dat ik met een kluitje in het riet gestuurd word.”

“Wij beschouwen dit als een partnership.”

“Zoals Tony Blair tegen Jacques Chirac zei: let’s agree to dis-agree. Ik ga even formeel moeten zijn, mijnheer Volders. Een partnership moet van twee kanten komen, en de inkomensderving die jullie ons bezorgd hebben is aanzienlijk. Bovendien was de prijs afgesproken, en dan heeft het geen zin om daar op terug te komen. Met vage beloften en verplichte dankbaarheid zijn we niks. Aangezien dit een principiële kwestie is, gaan we u een factuur sturen. Ik ben er zeker van dat je dit standpunt begrijpt, nl. dat een leverancier rechten heeft, en ik begrijp het wel als dit fall out met zich mee brengt. Niettemin hoop ik dat dit geen impact heeft op onze persoonlijke verstandhouding. Het is een kleine wereld, en het is goed mogelijk dat we elkaar nog tegen komen. Misschien kan ik u nog van pas komen, wanneer u naar een job zoekt.”

“Bijzonder jammer dit te moeten vernemen, mijnheer Huydevetters, maar het is uw volste recht om te geloven dat deze beslissing de beste is die je kan nemen als ondernemer.”

*Klik*

Management consultant, auteur en ceo van Valueselling.be. Na 10 jaar kruipt hij nu weer in de huid van zijn alter ego P.C. Huydevetters. Om de veertien dagen vertelt hij wat een headhunter zoal kan meemaken.

JAN FLAMEND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content