“Online privacy is niet langer de sociale norm naarmate gebruikers van sociale netwerken het gewoon worden om informatie op het internet uit te wisselen,” vertelde Mark Zuckerman, oprichter van Facebook, een tijd geleden op de Crunchie Awards in San Francisco. In december vorig jaar zei Google-ceo Eric Schmidt in een interview met de Amerikaanse zakenzender CNBC iets gelijkaardigs: “Als je iets hebt waarvan je niet wilt dat iemand het weet, dan moet je dat misschien om te beginnen niet doen.” Schmidt gaf in het interview ook expliciet toe dat Google wel degelijk af en toe informatie uitwisselt met de Amerikaanse autoriteiten. “De Amerikaanse Patriot Act geldt voor iedereen en het is dus mogelijk dat alle informatie aan de autoriteiten wordt gegeven,” aldus Schmidt. De uitspraken van Zuckerman en Schmidt roepen herinneringen op aan een beroemde opmerking die Sun-ceo Scott McNealy al in 1999 maakte tegenover een groep analisten en journalisten: “Jullie hebben sowieso nul komma nul privacy. Get over it.”
Dat onze privacy in een online en altijd verbonden wereld steeds verder onder druk staat, is ondertussen een dooddoener. Trouwens, is het ooit anders geweest? Ik kom meer dan me lief is gewone burgers tegen die de mening zijn toegedaan dat privacy overbodig is voor wie niets te verbergen heeft. Want ook in het dagelijkse leven wordt de gemiddelde Belg zeven keer per dag gefilmd door een bewakingscamera. Waarom zouden we onze online privacy dan ook niet vrijwillig mogen opgeven via Google, Facebook, Flickr, Netlog, Youtube en andere sociale netwerksites? Allemaal online diensten die ons immers ook heel wat plezier en voordelen opleveren? Niet toevallig zijn het bijna allemaal Amerikaanse bedrijven die erachter zitten. De Verenigde Staten zijn het land waar iedereen tegen betaling de volledige doopceel van iedereen kan lichten. Alles is daar voor geld te koop, met inbegrip van je privacy. Er is veel geld mee gemoeid. Amerikaanse bedrijven verdienen massa’s geld met de persoonlijke gegevens die ze veelal ongemerkt verzamelen. Want wie leest nu de kleine lettertjes in de meestal pagina’s lange gebruikersvoorwaarden van al die sites?
In Europa zijn de privacyregels gelukkig strenger. Voorlopig althans. Want de strengere Europese regels staan onder toenemende Amerikaanse druk omdat ze de vrijhandel zouden fnuiken. En natuurlijk ook omwille van het altijd opdoemende terrorismespook. Maar de grootste bedreiging komt wellicht uit de online hoek. Het lijkt er bijna op alsof sociale netwerksites zoals Facebook met opzet zijn uitgevonden om op slinkse wijze binnen te dringen in de privaatsfeer van burgers. Burgers die er vaak geen idee van hebben hoeveel informatie over zichzelf ze eigenlijk vrijgeven. En hoe lang die informatie hen kan achtervolgen, bijvoorbeeld bij potentiële werkgevers of toekomstige partners. Probeer Facebook maar eens zo te configureren dat je privacy volledig is beschermd. Een onbegonnen taak! Wie verstandig is, moet misschien een oude spreuk ter hart nemen: “Om gelukkig te leven, moet je verborgen leven.” Wordt het niet stilletjes aan tijd om iedereen te defrienden?
is journalist en hoofd van het Data Testlab, een onafhankelijk lab voor het testen van bedrijfsgerichte hard- en software. www.villapc.be
JOZEF SCHILDERMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier