Pieterjan Van Leemputten

De netwerkgigant toonde deze zomer op Cisco Live zijn visie voor het ‘internet of everything’. Een wereld waarbij zelfs geneesmiddelen een ip-adres krijgen.

De zelfzekerheid van Cisco is groot. Ceo John Chambers loopt door de zaal terwijl hij blijft benadrukken hoe goed het bedrijf het wel doet. “Wij versnellen en de rest moet ons maar bijbenen.” Op andere momenten volgt dan weer de kwinkslag die klanten moet charmeren: “Jullie (de klanten dus, nvdr) moeten ons vooruit duwen. Want zonder jullie gaan we waarschijnlijk een aantal domme dingen doen.”

Het ‘internet of everything’ gaat verder dan het internet of things. Geen rfid, wel een ip-adres, en dit voor mensen, voorwerpen, processen en data. Daarbij haalt het bedrijf enkele mooie voorbeelden aan: sensoren met wifi die nu nog maar 99 dollarcent kosten en binnen vijf jaar maar één dollarcent. Die kan je inzetten voor landbouwirrigatie. Een ander voorbeeld is de ultieme mogelijkheid om te traceren en controleren. Cisco toont een fictief frisdrankbedrijf dat negatieve tweets over de smaak ontvangt. Als die rond een bepaalde regio zitten, scant het bedrijf een blikje in de regio om de herkomst ervan te controleren. Meteen wordt de link gelegd met een bepaalde productieplaats en daar krijg je de melding dat een van de machines slecht werkt of al lang geen onderhoud meer heeft gehad.

Dat internet verwoordt ook waar Cisco naartoe wil. De consolidatie is voorbij, “Nu zijn we gefocust op vereenvoudigingen en automatisatie. We moeten de agility en flexibiliteit verhogen”, zegt Chambers. Vooral wie op grote schaal werkt, moet naadloos alles via het netwerk kunnen controleren en aansturen.

NETWERK BLIJFT CENTRAAL

Cisco spreekt uiteraard voor zijn eigen winkel wanneer Chambers uitspraken doet als “het netwerk wordt het platform.” Al heeft het bedrijf wel een punt als het zegt dat wanneer alles met alles praat, de wereld een pak efficiënter kan draaien.

Een aspect dat veel minder ter sprake komt tijdens de keynotes zijn privacy en veiligheid. Cisco heeft weliswaar zijn reputatie op securityvlak mee. Maar moeten we niet wat beter nadenken over privacyrisico’s bij het delen van bijvoorbeeld medische gegevens? Chambers is het daar niet mee eens. “Als je kijkt naar ziekenhuizen die het wel toepassen, dan zie je de patiëntentevredenheid toenemen. Die informatie wordt alleen maar gedeeld in het belang van de patiënt, met aandacht voor de beveiliging. Maar de economische drives zijn gewoon te groot om dit te laten liggen.”

Het beveiligingsaspect is volgens Chambers zeker beheersbaar. Op regulatorisch vlak is hij van oordeel dat landen moeten meegaan met hun tijd. “Overheden moeten hier leren mee omgaan als ze hun land aan de leiding willen houden. Als je kijkt naar wat de consument wil, dan is dat ‘vertrouwen’, gevolgd door ‘privacy’ en dan ‘regulatorisch in orde zijn’. Maar je moet wel alle drie hebben om helemaal in orde te zijn.”

Maar wie zijn die voorlopers momenteel? Cisco spreekt hier van zogenaamde ‘smart cities’, steden die op technologisch vlak sterk vooruit lopen en zo efficiënter, ecologischer en economischer draaien. Welke steden zijn dat momenteel? “Velen komen uit de Arabische wereld en veel opkomende landen”, zegt Chambers. “Er zijn smart cities in Saoedi-Arabië en de absolute leider is Sang Dong in Zuid-Korea.” Ook op plaatsen als Lake Nona (Florida) en Barcelona zijn volgens Chambers mogelijkheden ter waarde van 100 tot 500 miljoen dollar. Wanneer we vragen naar de mogelijkheden in België krijgen we van Rob Lloyd, president development & sales, te horen dat het bij ons nog niet zo ver staat. “België is een leider in breedbandtoegang. Maar ik heb er nog geen projecten gezien zoals in Amsterdam of Barcelona.” Al vraagt elke stad ook zijn eigen aanpak volgens Lloyd. “Tenzij je een stad vanaf nul zou opbouwen, is een smart city vooral een groot project van transformatie.”

Pieterjan Van Leemputten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content