De federale ministers zijn met elkaar verbonden via het volledig autonome telefoonnetwerk Regetel. Een overblijfsel uit de koude oorlog dat vandaag nog steeds operationeel is voor noodsituaties.
De naam van Regetel viel enkele weken terug in De Standaard, onderaan het bericht dat Di Rupo soms vraagt om zonder gsm te vergaderen. Hoewel het niet meteen veel bekendheid geniet, is het regeringstelecommunicatienetwerk een cruciale backup die al decennia bestaat. “Regetel dateert nog van de koude oorlog waarbij men op een veilige en geheime manier moest kunnen communiceren tussen overheidspartners”, zegt Jaak Raes, directeur-generaal van het crisiscentrum. “Mocht de toenmalige RTT uitvallen, of bij andere problemen, kon men altijd communiceren. Al is de basis vandaag wel geëvolueerd. Er is datacommunicatie, ip-telefonie en er zijn meer partners aangesloten, waaronder de crisiscentra van de gouverneurs en een aantal kabinetten. Het is een volledig privénetwerk dat moet kunnen blijven draaien als de gewone communicatiemiddelen zijn verstoord.”
Regetel draait deels op een fysiek apart netwerk, deels op bestaande infrastructuur, hetzij via vpn. Dat wil zeggen dat het in principe ook beter beschermd is tegen spionagepogingen. Al gaat het vooral om een reserveverbinding bij zware problemen. Hoewel het aanvankelijk was bedoeld voor telefonie, kunnen de lijnen ook faxen en dataverkeer verwerken. Een mobiele variant is er niet. “Het netwerk beschikt over autonome servers en technische diensten die volledig afgescheiden zijn van traditionele providers”, legt Filip Pynckels, cio van de FOD Binnenlandse zaken, uit. “Binnen Brussel gaat dat over een eigen glasvezelverbinding. Daarbuiten maken we gebruik van andere lijnen.” Ook het uitbaten gebeurt volledig zelf. Vaak gaat het om personen die gedetacheerd zijn vanuit landsverdediging, want Regetel vloeit voort uit de koude oorlog. Al valt het Projectbureau Regetel sinds 2004 onder het Crisiscentrum en dus de FOD Binnenlandse Zaken.
FEDERAAL- EN CRISISNETWERK
Het alternatieve telefoonnetwerk bestaat uit twee delen. Er is om te beginnen het federale netwerk. Dat verbindt de regering, de staatssecretarissen, de voorzitters van de federale overheidsdiensten, de voorzitters van Kamer en Senaat en het Koningshuis, zowel Belvédère, Laken, Brussel als Stuyvenberg. “Alles in totaal gaat het op het federale netwerk om zo’n vierhonderdvijftig toestellen”, zegt Pynckels. Het andere deel is het crisisnetwerk. Dat past in het pakket van alternatieve communicatiesystemen met als belangrijkste punt een betrouwbare connectiviteit te bieden. Dat komt van pas wanneer er bij bepaalde evenementen (zoals een ramp) een overbelasting is van het reguliere netwerk. Of bij een stroomuitval. Op dat moment verbindt het crisisnetwerk alle provinciale crisiscentra met de leden van de civiele bescherming, de informatiecentrale, de meldkamers van de politie, de 100-centrales, OCAD (het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, ook bekend als het antiterreurorgaan), het KMI, de kustwacht en andere kritieke organisaties in dit land. Daarbij horen ook privépartners zoals Fluxys en Eandis. Sinds 2012 zijn onder meer ook de communicatie- en informatiecentra van de federale politie aangesloten. Ook is het federale netwerk toen geleidelijk aan overgestapt naar voip.
De telefoons, allen vaste toestellen, zien er trouwens uit als gewone Belgacom-toestellen. “Het zijn zwarte toestellen met een oranje sticker met ‘Regetel’ op”, zegt Raes. Ze worden echter niet zomaar gebruikt. “Het is niet zo dat pakweg Pieter De Crem ons opbelt via Regetel. Er heerst nog een zekere schroom rond.” Wel wordt het af en toe gebruikt wanneer Astrid, het netwerk van de hulpdiensten, uit de lucht gaat. Verder wordt het netwerk gebruikt bij oefeningen en wordt er elke zestig seconden gepingd. Zo weet de overheid elke zestig seconden welke toestellen kapot zijn of waar er een kabelbreuk heeft plaatsgevonden.
Pieterjan Van Leemputten
“Alles in totaal gaat het op het federale netwerk om zo’n vierhonderdvijftig toestellen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier