Met de grote Europese ‘Smart Borders’-plannen in het verschiet, polsten we Accenture’s specialist in ‘border & identity management’ Mark Crego naar de troeven en valkuilen.
Mark Crego, die voor Accenture onder meer dienst deed als architect van het Amerikaanse US-VISIT/IDENT-systeem en voor het Indiase identificatieprogramma ‘Aadhaar’, citeert momenteel de recente implementatie van ‘smart borders’-systemen bij de luchthavens van Heathrow en Schiphol als “een model voor de toekomst” van de Europese grenscontroles (zie ook kader). “Je legt aan een elektronisch poortje je paspoort op een scanner en kijkt op naar een scherm dat tegelijk een camera is. Daar al wordt de biometrische overeenkomst met je paspoort gecontroleerd: is het paspoort geldig en ben jij wie je zegt te zijn? De agenten kijken naar de status van alle gates en kunnen inzoomen op elke afzonderlijke gate, op je gedrag, op je gegevens en ze bekijken de eventuele extra informatie die over jou uit het systeem komt. Voor passagiers in Schiphol duurt zo’n passage door een poortje vijf seconden. Dat is enorm snel. En voor de agent is er meer informatie op korte tijd beschikbaar. Hij kan zich daardoor focussen op andere dingen.”
Let op de ‘exit’
Crego draagt de ervaring van het US-VISIT-project met zich mee. Hij leerde daar dat zowel de ‘entry’ als de ‘exit’ terdege moet worden afgedekt bij de implementatie van ‘smart border’-systemen. “In de VS is de ‘entry’ heel sterk: het is een combinatie van goede processen voor de agent, een duidelijke situatie voor de reiziger en altijd beschikbare backend-systemen. Maar het ‘exit’-systeem van de VS dekt niet alle grenzen over het land af. Ze verliezen daarom een groot deel van de meerwaarde van smart border management. Je hebt bijvoorbeeld geen zicht meer op welke mensen nog in het land zijn terwijl hun visum al vervallen is.” De reden voor die zwakkere ‘exit’-controle was trouwens niet technologisch, weet Crego. “Immers, het is logisch dat de ‘entry’ in één land de ‘exit’ is uit een ander. Om dus de beste oplossing te vinden voor controle aan de grenzen over land, moet je de entry- en exit-processen van beide landen integreren. Dat was technologisch perfect mogelijk, maar politiek wilden de betrokken landen (onder meer Mexico en Canada) dat niet doen. Voor wat Smart Borders in de EU betreft, is er nog tijd om ervoor te zorgen dat de politieke wil goed zit om ook de ‘exit’ fatsoenlijk te regelen. De landsgrenzen zijn daarin cruciaal, de zeegrenzen en luchtgrenzen zijn makkelijker te implementeren. De belangrijkste landsgrenzen voor Europa zijn die aan oostelijke zijde, onder meer bij Griekenland en Turkije en bij Oekraïne, omdat langs daar heel wat illegale immigratie gebeurt.”
Meerwaarde
In Europa moet er echter voortdurend rekening gehouden worden met bepaalde evenwichten en de politieke machtshebbers in de lidstaten. “Voor smart borders-systemen is in Europa vooral het verschil in meerwaarde voor de lidstaten een heikel punt. Het land met de zwakste grens is Griekenland, ondanks het feit dat andere landen (zoals Frankrijk, België,…) de meeste problemen met illegale immigratie ondervinden. Draai dat om: de grootste kosten voor de implementatie van sterke smart bordersystemen zijn voor Griekenland, maar de voordelen zijn voor de andere landen. Bovendien heeft Griekenland al helemaal niet meer de financiële kracht om dergelijke hoogtechnologische systemen te implementeren. Het Europese Smart Borders-initiatief voorziet daarom precies de nodige centen voor de implementatie van systemen voor landsgrenzen op de juiste plaatsen. Maar ze moeten vervolgens goed nadenken hoe ze Griekenland ervan kunnen overtuigen om ook die implementatie te doen. Griekenland moet de politieke wil hebben en dat betekent dat er een voordeel voor hen moet inzitten.” Kan Crego die oefening zelf al eens proberen te maken? “De kosten voor de implementatie van dergelijke systemen in luchthavens zijn sowieso al een goede business case omdat ze meer reizigers efficiënter en geautomatiseerd kunnen beheren. Wat de buitengrenzen over land betreft: dat zijn vandaag vaak grote, dure fysieke infrastructuren waarbij reizigers veel tijd verliezen en veel frustratie. Maar als een reiziger zijn tijd en geld zou kunnen spenderen in het land zelf, in plaats van wachtend in de rij voor een grenspost, en als een land door een eenvoudige grensprocedure ‘gastvrijer’ lijkt, dan levert dat een commercieel voordeel op. Neem nu Griekenland: dat kan haar eigen toerisme aanzwengelen door een eenvoudig ‘border clearance’-proces en tegelijkertijd de interne Europese veiligheid verbeteren: dat is toch een meerwaarde?”
En de privacy?
We lijken er tegenwoordig wat makkelijker overeen te gaan, maar de biometrische gegevens die in dergelijke grenssystemen circuleren, blijven erg privacygevoelig. “De beste privacypraktijk is dat je persoonlijke gegevens terechtkomen in het systeem van het land waar je je visumaanvraag gedaan hebt. Met die zelfgekozen overheid heb ik een (privacy)contract. Want wanneer je alles in een centraal systeem steekt, kan die informatie niet meer op eenzelfde manier gecontroleerd worden. Daarom is het enige dat best gedeeld wordt in de centrale systemen een sterk geëncrypteerde, beveiligde referentie naar die gedistribueerde systemen. Met Accenture zullen wij altijd dat standpunt verdedigen. Als de ‘best practices’ voor privacy niet gehanteerd worden, tast dat de integriteit van het systeem aan. En als gebruikers het systeem niet vertrouwen, geraakt het nooit geïmplementeerd.”
Stefan Grommen
” DE KOSTEN ZIJN VOOR GRIEKENLAND, MAAR DE VOORDELEN VOOR ANDERE LANDEN.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier