Software as a service; het was in de voorbije jaren niet weg te branden in dit overzicht, en jawel, ook dit jaar komt het ruim aan bod.

Het mag wat vreemd heten, want ook vandaag draait de meeste software nog op de eigen systemen van bedrijven, nadat hiervoor een licentie werd aangekocht. Maar het model waarbij software-gebruik wordt aangekocht bij de leverancier blijft opgang maken. Twee voordelen spelen daarbij een rol: je betaalt slechts voor wat je echt gebruikt, en je beschikt normalerwijze steeds over de meest recente (en bijgewerkte) versie. In een veelomvattende presentatie schetst Björn Lasse Hermann van Compass evenwel een beeld van de saas-business die wordt overheerst door grote leveranciers, ondanks wereldwijde belangstelling bij investeerders voor saas-opstarters (meer dan 19 % van de starters krijgen 1 miljoen dollar of meer). Hij ziet hoe saas drie maal sneller (+20 %) groeit dan de ‘klassieke’ softwaremarkt (+7 %), en dat tot na 2020 (Gartner, 2013). In Europa zou het gaan om een marktwaarde van ca. 3,5 miljard dollar (Gartner, 2013).

Groeimogelijkheden zijn er nog te over, want vandaag zou saas amper 7 % van de totale softwaremarkt uitmaken. Dat maakt dat de hybride saas-markt (gemengd software gebruik online en op eigen systemen) nog een hele poos de overheersende gebruikswijze zullen zijn. Of de kleinere saas-(starter)bedrijven hun deel van die groeimarkt tegen de groten zullen halen, is de vraag. Compass ziet dat het de kmo’s in die sector ontbreekt aan verdeelkanalen en een ‘ecosysteem’ in het algemeen, in tegenstelling tot de grote bedrijven met hun partners, en middelen voor marketing. Compass ziet wel een kans voor de saas-nieuwkomers als ze op het juiste segment mikken (vaak crm), met mobiele toepassingen, en hierrond een platform (in de vorm van paas) creëren dat open (api’s) is naar derden.

APPS PERHAPS?

Gezien het groeiend belang van mobiele systemen, ging in het voorbije jaar ook veel aandacht naar de opkomst van ‘apps’, met tevens een rist voorspellingen hoe deze een stevige rol in de digitale economie kunnen spelen. Heel wat starterbedrijfsjes met een apps-idee kunnen dan ook haast zwemmen in het geld, en mikken voluit op marktaandeel, veeleer dan winstgevendheid. Er gaan dan ook vragen op inzake de duurzaamheid van deze aanpak, inclusief vragen over de reële aantallen gecreëerde banen en uiteindelijke winst. Zeker als blijkt dat tegen een aantal ‘disruptieve’ diensten, zoals mogelijk gemaakt door die apps, zowel wettelijke bezwaren als wellicht zelfs een ‘backlash’ vanwege de gebruikers de kop opsteken. Meer nog, een enkeling breekt al een lans dat op termijn niet mobiele apps, maar het mobiele web het zal halen. Gezien de veelheid aan platformen en schermformaten zullen bedrijven uiteindelijk om budgettaire redenen kiezen voor ‘content’ die door de browser aangepast zal worden afgebeeld (conform de eisen gesteld door toegankelijkheid voor iedereen, inclusief personen met een beperking).

LICHTE TERUGVAL

Ondertussen daalde in 2013 het aantal ‘uitgeverijen van software’ in België al het tweede jaar op rij, aldus de Barometer ICT van de FOD Economie, met 560 bedrijven (tegen een piek van 590 in 2011). ‘Digitale agenda’-minister Alexander De Croo zal er een kluif aan hebben om zoveel mogelijk van de Europese digitale economie naar ons land te krijgen, inclusief toegang te hebben tot Europese subsidies op dit gebied (zoals het Europese ‘big data’-partnerschap ter waarde van 2,5 miljard euro, aangekondigd in oktober 2014).

Guy Kindermans