Het Japanse elektronicabedrijf Sharp bundelt zijn print- en zijn ‘visual solutions’-afdelingen om een sterkere vuist te kunnen maken op de zakelijke markt. “Ook in België zijn er heel wat mogelijkheden voor onze geconnecteerde producten”, oppert algemeen directeur Peter Hoorn.

Na enkele moeilijke jaren wil Sharp terug zwarte cijfers schrijven, en de b2b-afdelingen van het bedrijf (die het er in vergelijking met andere divisies relatief goed van afbrengen) moeten daarbij helpen. Om dat signaal kracht bij te zetten, werd er voor het eerst in drie jaar tijd een klantenevent georganiseerd op het eiland Malta. De boodschap daar was duidelijk.

“In plaats van zuivere printoplossingen aan de man te brengen, gaat Sharp organisaties helpen bij het organiseren van hun informatiestromen”, klonk het uit de mond van vp Alexander Hermann van Sharp Information Systems Europe. Het Japanse conglomeraat wil dit doen met behulp van een resem nieuwe geconnecteerde systemen (zie kadertje), en voegt daartoe ook haar sales- en supportstructuren voor haar Document Solutions en Visual Solutions divisies samen.

“Als je praat over nieuwe geconnecteerde producten, het organiseren van informatiestromen en het verbinden van werknemers, dan is het ook logisch dat je als bedrijf print- en visual samenvoegt”, legt algemeen directeur business systems Peter Hoorn van Sharp Benelux uit, “zodat je directe en je indirecte kanaal die producten ook samen in de markt kan zetten.”

“In Nederland is de markt al verder gevorderd, en worden schermen zoals de big pad (zie kader) al intensief gebruikt. Daar zie je dat een behoorlijk aantal van onze traditionele ‘document solutions’-dealers al met big pads in de weer zijn. Dat doen ze trouwens niet enkel in combinatie met onze printers, maar ook met die van andere leveranciers. Je gaat die evolutie trouwens ook in België zien. Met andere woorden is er nog heel wat potentieel bij jullie.”

“Het is nu aan Sharp om de combinaties van onze eigen producten wat meer in de verf te zetten als way 2 go. Alles wat je inscant op één van onze MFP’s, kan je bijvoorbeeld meteen te zien krijgen op zo’n big pad. Dergelijke dingen maken ons uniek, en daar willen we verder op inspelen.”

In België is Sharp momenteel vooral actief in document solutions (en in de verkoop van kassasystemen, maar dat is een ander verhaal). Het bedrijf kan in ons land een marktaandeel van 4 procent optekenen, en Hoorn hoopt dat tegen het einde van 2016 te kunnen optrekken tot 6 procent.

‘Visual’ haalt een aandeel van slechts twee procent, “maar zoals gezegd moet die markt in België nog ontgonnen worden”, benadrukt de algemeen directeur. “Sinds 1 oktober heb ik er iemand dedicated op gezet. Onze Belgische partners BKM en CAPPS gaan ons ook helpen in dat segment.”

EXTRAATJE

Overigens wil Sharp ook zijn dealers nauwer betrekken bij de ontwikkeling van nieuwe oplossingen in een veranderende markt. In de visie van de Japanners kan het kanaal ook gerust een extraatje vragen voor de nieuwigheden die Sharp in de aanbieding heeft (zie kader). Maar doe je dat wel als je weet dat elk bedrijf vandaag de vinger op de knip zet ?

“De document-business staat enorm onder druk, en er is zeker een prijsoorlog gaande”, geeft Hoorn toe. “Maar met onze nieuwe portfolio kunnen onze resellers zich toch weer onderscheiden, en kunnen ze zodoende nieuwe klanten aantrekken.”

“Uiteindelijk moet je kijken naar de totale cost of ownership“, besluit de directeur. “Vanuit de documentwereld zijn we geneigd om te praten over kosten per afdruk, maar uiteindelijk gaat het om de integratie van verschillende soorten technologieën, en wat ze een organisatie kunnen opleveren.”

“Het is zeker zo dat sommige van onze professionele schermen kostbaar zijn, maar we hebben ook alternatieven aan de onderkant van de markt. Bij ons in Nederland zie je dat vooral de lagere scholen voor de wat goedkopere schermen gaan, terwijl de hogescholen en universiteiten al sneller voor de top range of voor big pads gaan. Uiteindelijk gaat het er om in hoeverre een opstelling kan bijdragen tot een betere manier van werken.”

Frederik Tibau