Dat er werk is voor informatici moeten we de Data News-lezer niet vertellen. Maar met Codeweek wil de EU ook anderen aanzetten om kennis te maken met codeerwerk. Al is dat niet om nadien een carrièreswitch als developer aan te gaan.

Codeweek is een initiatief van de Young Advisors van uittredend Eurocommissaris Neelie Kroes. Daarin zit onder meer Data News’ Young ICT Lady of the Year Wendy Vermoesen. Samen met sectorgenoten Tasha Carl, Mercedes M. Diaz en Cheryl D. Miller trekken zij als ‘The Codetastic Four’ mee aan de kar.

“Er zijn geweldige initiatieven zoals Coderdojo of Railgirls, maar we missen nog een link tussen die initiatieven”, legt Diaz uit. Dat platform wordt Codeweek en is een contactpunt doorheen verschillende Europese landen. “Tegelijk kan het mensen inspireren om zelf events te organiseren. We zijn zelf begonnen door in eigen land te spreken over technologie en vandaag hebben we voor dit event steun van grote spelers als Google, Microsoft of Rovio.”

Hoe groot is Codeweek op dit moment? De groep jonge adviseurs heeft in totaal meer dan 400 evenementen in Europa opgelijst. “In elk land is er wel een ambassadeur of youngadvisor van de Eurocommissaris betrokken”, zegt Vermoesen. Die komen extra in de spotlight te staan van 11 tot 17 oktober. “Die week zelf vinden er events in heel Europa plaats. Hier gaan we onder meer een coderdojo in het parlement organiseren”, zegt Tasha Carl. Vermoesen: “De belangrijkste boodschap is dat coden voor iedereen kan zijn. We mikken met onze events vaak op vrouwen en kinderen, maar met Codeweek willen we iedereen bereiken.”

Iedereen is uiteraard een breed begrip. En wat moet pakweg een bakker van vijftig met een cursus coden? “Ze moeten niet noodzakelijk professioneel actief worden voor de rest van hun leven”, legt de Spaanse Mercedes M. Diaz uit. “Denk maar aan vijftigplussers in Zuid-Europa die hun job verliezen. Als zo iemand genoeg kennis opdoet om een eenvoudige webshop of app te ontwikkelen, of om een bedrijf te starten, dan sta je al ver.” Vermoesen: “Het is niet de bedoeling dat ze nadien bij een groot it-bedrijf gaan werken. Maar leren coden is een extensie van jezelf die je omgeving of je onderneming kan verbeteren. Net zoals technologiekennis een middel is om niet achterop te geraken. Wie die inzichten heeft, kan ook moeilijker worden bedrogen als je aan een externe partner vraagt om iets te ontwikkelen, want je hebt een beter zicht op wat je wil of hoe complex het is.”

“Het gaat er niet om dat we een generatie van programmeurs opbouwen maar om een zeker begrip van technologie. Een groot deel van de mensen die dat leren wordt later misschien dokter of politieagent en is helemaal geen goede coder, maar ze weten wel hoe dingen in elkaar zitten. Vergelijk het met de basiskennis wiskunde of literatuur die je krijgt op de middelbare school.”

“Het gaat om het connecteren van mensen,” gaat Carl verder. “Je hebt technische opleidingen, maar kinderen in contact brengen met dat logisch denken is vandaag geen deel van het curriculum. We willen inspireren en hen laten weten dat er initiatieven bestaan om dat te leren kennen.” Vermoesen: “De maatschappij verandert en ict en technologie blijven. Dus willen we er voor zorgen dat mensen niet bang zijn om die dingen te proberen en om er over na te denken. Daar staat zelfs geen leeftijd op, maar het is wel een mindset die je moet hebben. Ik hoor soms jonge mensen klagen over hun it-afdeling, maar dan merk je vaak dat ze nog niet inzien hoe bepaalde zaken werken.”

Cheryl D. Miller, die zich via verschillende initiatieven toelegt op gendergelijkheid en vrouwen in it, wijst op het belang van dergelijke initiatieven in Europa. “Er zijn wereldwijd initiatieven voor vrouwen en vrouwen in technologie. Maar in praktijk zien we dat er vanuit grote technologiespelers vooral geld is voor Amerikaanse initiatieven. Google gaat vijftig miljoen dollar uitgeven om meisjes te leren coden, maar hun eerste focus is wel de Amerikaanse markt.” Volgens haar heeft de hele wereld belang bij meer kennis van technologie en de mogelijkheid om ze te gebruiken. “Een vrij en open internet is a girl’s best friend. Zowel om in contact te komen met elkaar als voor de beweging van vrouwen in technologie is dit een kritieke factor.” Al wijst ze er ook op dat het niet evident is om vrouwen bij technologie te betrekken. “Sommigen schrikken al van het woord hackathon. Daarom hebben we vrouwen nodig zoals deze drie. Zij werken als coach mee aan nieuwe initiatieven en zijn een rolmodel voor meisjes die nog over hun studies moeten beslissen of die overwegen om een eigen bedrijf op te starten. Heel de startup-scene is geeky en sommigen knappen daarom af op het idee dat ze een hacker of een developer moeten zijn. Die perceptie willen we counteren door ervaren codegirls samen te brengen voor initiatieven zoals codeweek.”

“Een community hebben is belangrijk”, zegt Vermoesen. “Het voelt zo goed om samen te zitten met vrouwen die op dezelfde golflengte zitten of die je kunnen inspireren. Daarom hopen we dat Codeweek het begin kan zijn van een groeiende community.” “We geloven dat een rolmodel anderen kan inspireren”, gaat Diaz verder. “Maar het gaat hier verder dan vrouwen, het is er voor onze eigen omgeving, maar evenzeer voor kinderen of werklozen. We willen hen tonen dat het geweldig kan zijn. Wie weet bouwt iemand van hen wel de volgende Facebook doordat ze via Codeweek proberen te programmeren.”

Codeweek mikt dus niet op de doorsnee ict’er of cio. Wat ons meteen doet afvragen of we met Data News wel het juiste blad zijn om de blijde boodschap te verspreiden. “Uiteraard”, zegt Diaz. “Vaak zien we dat mensen uit de it-sector hun kinderen en hun vrienden aanzetten om het te proberen. Vaak komen ze dan wel bij een van de code-events uit. Dit is een eerste aanzet.” Vermoesen: “Mensen moeten weten dat dit er is en dat ze het ook mee kunnen ondersteunen. De coderdojo’s zijn een succes geworden dankzij mensen in it die hun kinderen meebrachten en nadien hun buren of vrienden overtuigen. Vandaag komen er veel meer mensen samen die elk een beetje interesse in technologie hebben, maar dat werkt als een virus.”

Ondanks alle inspanningen blijft het imago van it en technologie vooral geassocieerd met een blanke man met het sex-appeal van Gerard Dépardieu. Ook dat imago motiveert niet meteen om in de sector te stappen. Carl: “Hier zitten vier vrouwen die het tegendeel bewijzen. We zijn misschien wel een beetje geeky, maar het heeft niets met uiterlijk te maken. We zien onder de ambassadors van Neelie Kroes veel jonge vrouwen met verschillende achtergronden, vaak met ouders die niets met it doen. Veel mensen zitten nog met dat oude beeld van it, maar kruipen wel stilaan uit die schaduw. Het is stilaan een mainstream job.”

Vermoesen hoopt wel dat het imago op termijn nog verder verdwijnt. “Programma’s als The IT-Crowd zijn misschien een persiflage. Maar ik hoop dat we op een dag op tv een mooie jonge vrouw krijgen die dan toch een job in it blijkt te hebben.”

Meer info? http://codeweek.eu

Pieterjan Van Leemputten