De honger naar ict’ers bij de Indische ict-dienstenleveranciers lijkt vooralsnog niet te stillen. Maandelijks werven ze letterlijk duizenden nieuwe werknemers aan, die worden gespuid door een meerlagig opleidingssysteem. Niet echt verwonderlijk dus dat dit systeem stilaan wat onder druk komt te staan.
De getallen zijn overweldigend. Jaarlijks lopen 400.000 à 500.000 ingenieurs van alle slag van de band in de Indische hogescholen en universiteiten, waarvan ca. 250.000 ict-gerelateerde ingenieurs. Zij komen terecht in de Indische vestigingen van bedrijven als IBM of Accenture, maar ook in de van oorsprong Indische bedrijven, zoals Wipro, Satyam en Infosys. Dat ict-opleidingssucces – waar het Westen zelfs in de hoogtijdagen van de jaren zeventig en late jaren negentig niet kon van dromen (en zeker vandaag niet meer) – is evenwel niet zonder problemen. En dat geldt zeker voor Indische ict-bedrijven waarvan de medewerkers in contact komen met wereldwijde klanten en gebruikers. Naar schatting zijn slechts 20 à 25 procent van de afgestudeerden meteen inzetbaar in dergelijke bedrijven, wat noopt tot bijkomende screening voor en opleiding na de sollicitatie. Zo heeft IBM een systeem ontwikkeld dat op basis van een telefoongesprek automatisch de kwaliteit van het Engels van een sollicitant kan toetsen.
Bedrijven kunnen natuurlijk hun personeelsbestand laten groeien door elders ervaren personen weg te kapen (niet zelden met ervaring opgedaan in de VS), maar het overgrote deel van de nieuwe aanwervingen zijn pas afgestudeerden of mensen met weinig ervaring. Dat vergt van de bedrijven stevige inspanningen, in de eerste plaats om de nieuwkomers de bedrijfscultuur bij te brengen – een belangrijk aspect voor een adviesverlener als Accenture. Maar ook specifieke expertises moeten worden bijgespijkerd. Of er moet worden gewerkt aan het accent, aan de contactvaardigheden met klanten, het samenwerken in teams en de interculturele omgang . In totaal wordt er gewerkt rond vier ‘assen’, in casu technologieën, domeinkennis, processen en ‘soft skills’.
Bij een bedrijf als Infosys neemt die inspanning na de aanwerving de vorm aan van 16 weken residentiële opleiding op een campus van het bedrijf. In de voorbije drie jaar heeft Infosys op die manier ruim 50.000 personen opgeleid en kreeg het van klanten zelfs de vraag hun werknemers bij te scholen. In Bangalore heeft Infosys daarenboven een afdeling die aan onderzoek doet rond opleidingsmethodes (zoals computergesteund onderwijs voor continue bijscholing) en het evalueren van personen.
Proffen gezocht
Tegelijk stijgt de nood aan steeds hoger opgeleide mensen, zowel binnen de bedrijfswereld als in de opleidingsinstituten zelf, verklaart de woordvoerder van het International Institute of Information Technology in Bangalore (IIIT-B). Opgericht in 1999 mikt dit instituut – gelegen in Electronics City, de bakermat van de ‘ict-high tech’ economie in Bangalore – op studenten boven het niveau van ‘bachelor’, inclusief een tiental onderzoekers in het kader van doctoraatsstudies. Vandaag telt het instituut een 300-tal studenten, al dan niet gesponsord door hun werkgever, en dat kunnen er meer zijn. Maar net als andere instellingen kijkt het het IIIT-B aan tegen de moeilijkheid om academisch en ondersteunend personeel aan te trekken en moet het daarbij opboksen tegen de industrie en de hogere lonen die daar worden geboden. Buitenlanders met een solied academisch profiel (zoals voldoende publicaties etc) zijn – zo te horen – welkom aan de Indische instellingen voor hoger onderwijs.
Anderzijds spreiden de tientallen instituten voor een hogere opleiding een haast grenzeloze ambitie tentoon. Zo mikt ook het IIIT-B meer op het creëren van intellectuele eigendom (IP), terwijl India op termijn een alternatief voor buitenlandse studenten wil vormen, zoals de Indiërs voorheen naar de VS trokken.
Duurzaam?
Kan die hoge, jaarlijkse productie van ingenieurs nog lang worden volgehouden? Zeker weten, luidt het antwoord, want het hele systeem zit nog in een groeifase, met onder meer aandacht voor onderwerpen als software engineering, communicatie, databases en informatiesystemen, ict en samenlevening, en in toenemende mate ook ingebedde systemen (waarvoor er een enorme vraag is).
Van hun kant zien ook bedrijven als IBM en Accenture nog geen onoverkomelijke moeilijkheden bij het vinden van nieuwe werknemers. Beide bedrijven gaan hun medewerkers rechtstreeks op de campussen van de grote onderzoeks- en onderwijsinstellingen zoeken, en kunnen daarnaast ook in de ‘tier 2’- en ‘tier 3’-steden – zeg maar de wat kleinere steden in India – nog heel wat aspirant-werknemers vinden. Bovendien wordt ook in India al gemikt op mensen met andere dan ict-opleidingen, waarvan de domeinexpertises van pas komen bij onder meer Business Process Outsourcing. Vaak zijn die non-ict’ers bijzonder waardevol in het middenmanagement – een niveau dat vaak niet makkelijk is in te vullen en op die wijze een mogelijke rem op de ontwikkeling en groei vormt.
Voor IBM zal het rekruteren in de eerstkomende 5 jaar geen probleem vormen. Accenture legt inmiddels sterk de nadruk op een rits maatregelen (zoals bijscholings- en carrièremogelijkheden) die het in de ‘top tien’ van ‘beste bedrijven om te werken’ plaatsen en ervoor zorgen dat de werknemers hun heil niet elders zoeken.
Kortom, India mikt duidelijk op zijn – momenteel – schier onuitputtelijk potentieel van ict’ers om zijn marktpositie als ‘s werelds ict-dienstenleverancier bij uitstek in de komende jaren te bewaren. Maar zoals de infrastructuur van het land kraakt onder de groei van de economie, zal ook het opleidingssysteem continu in de gaten moeten worden gehouden. Dat systeem moet immers meteen inzetbare personen produceren met voldoende doorgroeimogelijkheden. Zoniet zullen ongetwijfeld de verre neven uit China, Vietnam, de Filippijnen, Indonesië, Maleisië en nog heel wat meer landen met graagte de marktpositie van India innemen.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier