Terwijl de grote spelers zich nog volop buigen over de integratie van recent overgenomen BI-oplossingen, blijft de markt vragende partij. De nood aan vooral pragmatische oplossingen is groot.

Het was een ware elektroshock die door de BI-markt ging. Cognos, Hyperion, BusinessObjects en andere, kleinere bedrijven zijn van de radar verdwenen, voornamelijk na overnames door grote spelers op het vlak van infrastructuur en applicaties (IBM, SAP, Oracle, Microsoft). Die versterken zo hun ‘platformdiscours’ en nemen een dominante positie in (hun marktaandeel is van zo’n 25% gestegen naar meer dan tweederden). Tal van waarnemers zijn van oordeel dat functionele ontwikkelingen binnenkort ondergeschikt zullen zijn aan de eisen van het ‘platform’ in kwestie.

Maar BI op zich is verre van dood. Nieuwe spelers kondigen zich aan, aangemoedigd door het verdwijnen van de pure players. Nieuwe concepten zoals SaaS (gehoste BI), Web 2.0-technieken of de opkomst van open source maken BI steeds toegankelijker, ook financieel, aldus Gartner.

De analisten van Gartner gokken op een gemiddeld jaarlijks groeipercentage van 8,6% tegen 2011. Groeipijlers zijn de nood aan efficiënte business intelligence en operationele systemen om “de processen voor strategische transformaties en veranderingen van bedrijven te bevorderen”; de verplichting om een steeds grotere hoeveelheid gegevens beter te sorteren; het succes van analytische hulpmiddelen, geënt op of geïntegreerd in verschillende applicaties – erp, crm, logistiek, …; het concept van de ‘sturing via processen’ die daarvoor ‘intelligent’ moeten worden, in staat om autonome beslissingen te nemen. Daarnaast mag ook het prestatiebeheer niet vergeten worden, dat meer en meer op het financiële terrein treedt (zie ons artikel over ‘sustainability management’).

De weddenschap van de ‘megavendors’

IBM heeft zonder twijfel de gemakkelijkste taak wat integratie betreft, “want het beschikte niet over BI-oplossingen en Cognos hoeft geen rekening te houden met een erp”, zegt James Richardson, onderzoeksdirecteur bij Gartner. Oracle? “Moet nog veel BI-elementen integreren, maar aangezien de overname van Hyperion al anderhalf jaar geleden is, komt er schot in de zaak.” SAP-Business Objects is “veruit het omvangrijkste project. SAP was sterk in back-end maar blijft zeer zwak in front-end en BO krijgt daar weer de overhand. De klanten zullen moeten betalen om deze nieuwe front-end te gebruiken. Velen doen dat, maar anderen wachten tot de agenda concreter vorm krijgt.”

Microsoft neemt BI steeds meer au sérieux en bewijst dat met overnames. Die nieuwe marsrichting komt er ook omdat “het BI-dossier niet langer beheerd wordt door de Database Group maar door de Information Worker Group”, aldus James Richardson. “Office hangt van dezelfde groep af, en die heeft er dus belang bij tools te leveren die de eindgebruikers helpen.” Eigenlijk staan we voor een tegenstrijdigheid: “Excel wordt nog altijd veel gebruikt voor BI, hoewel het voor problemen en afwijkingen zorgt. Excel is dus het grootste probleem in BI maar mogelijk ook het middel om de problemen op te lossen, op voorwaarde dat het beter wordt afgestemd op de BI-tools.”

Het is bekend dat de ‘megaven-dors’ de kaart willen spelen van het ecosysteem, een platform dat erp, BI, scm, bpm, … integreert en zo de droom van de ‘one-stop-shopping’ waarmaakt. “De vraag op lange termijn is in hoeverre het aankoopconcept op basis van ‘stacks’ de markt zal kunnen bekoren. Het zou de ondergang van de onafhankelijke BI-spelers kunnen versnellen. Alle megavendors voeren vandaag nog altijd een discours van openheid. Cognos kopen als front-end voor SAP houdt nog geen enkel risico in. Maar wat als de megavendors morgen strengere grenzen opwerpen? In dit stadium kunnen we daarover enkel maar gissen. De toekomst zal meer afhangen van het gedrag van de kopers dan van het beleid van de leveranciers.” James Richardson meent echter dat het argument van de stacks slechts in beperkte mate een rol zal spelen. “De ‘stack-centric’ aankopen zullen zeer belangrijk worden en het de onafhankelijke leveranciers moeilijk maken, waardoor ze zich zullen moeten specialiseren of concentreren op iets dat de majors niet aanbieden. Maar met de ‘stacks’ zullen alleen de voornaamste BI-technologieën worden aangeboden (dashboards, prestatierapporten, …). Verschillende departementen hebben specifieke, meer gespecialiseerde behoeften, bijvoorbeeld data mining voor het marketingteam. Andere spelers zullen dus nog altijd hun rol hebben. Het is onrealistisch om te denken dat een grote onderneming die meerdere BI-oplossingen gebruikt er uiteindelijk nog maar één zal gebruiken. Elke leverancier heeft immers zijn troeven. Er blijven verschillen tussen het aanbod voor het opstellen van rapporten, data mining, OLAP, … Een bedrijf moet ervoor zorgen dat de tools die het voorstelt aan zijn personeel werkelijk voldoen aan hun behoeften.”

De strijd van de ‘stacks’ zal onvermijdelijk ook tussen de megavendors worden gevoerd. Met welke argumenten gaan ze zich onderscheiden? Waarom de ene ‘stack’ kiezen en niet een andere? Een deel van het antwoord bevindt zich in de coherentie van de metadata, in de efficiëntie van de kwaliteitscontrole van de gegevens, in de diversiteit van het ‘ecosysteem’ dat iedereen zal bouwen, of in de exclusiviteitsgraad van de ‘stack’ (meer of minder openheid voor heterogene systemen). Het gaat erom wie het grootste gebruiksgemak bij integratie kan beloven – of aantonen – en het beste ‘de lus kan sluiten’ (strategische definitie/operationele implementatie). Na de analytische BI van vandaag verschuift het discours meer en meer naar operationele BI (die past in de bedrijfsprocessen) en strategische BI (met een verband tussen prestatie-indicatoren, financieel beheer en bedrijfsdoelstellingen), waarbij de mogelijkheden van BI, EPM en GRC kunnen convergeren. Daarbij hopen de megavendors geen plaats meer te laten voor de best-of-breed.

Wat de huidige grote BI-trends betreft, valt vooral de nood aan de exploitatie en analyse van niet-gestructureerde gegevens, in steeds grotere en steeds uiteenlopender volumes, op. Vandaar de duidelijke interesse van sommigen voor de analyse van teksten en de integratie van andere gegevensformaten, ook visuele of vocale.

De nood aan een snellere verwerking krijgt meer aandacht voor ‘ in-memory‘. Nu de technologie het mogelijk maakt (dank zij de 64-bitprocessoren), wint dit concept aanhang, zowel voor analytische aspecten als voor BI in de brede zin van het woord: we vinden het terug bij QlikTech, SAS, Tibco (via Spotfire), Cognos (Applix), IBM (SolidDB) … Zelfs Microsoft spreekt erover.

De visualisatietechnieken berusten dan weer op twee convergerende factoren: de groeiende stroom van gegevens en de wil om BI ter beschikking te stellen van een groter aantal gebruikers. “De visualisatie kent heel wat succes want ze maakt de informatie aantrekkelijker”, aldus Timo Elliott, directeur BI Strategy bij SAP. “De simulatieoefeningen worden er levendiger door [animaties die bvb. evolueren met de verplaatsing van cursors op een tijdlijn]. Er bestaat ook een nood aan verder ontwikkelde en complexe grafische functies voor de functies voor voorspellende analyse, maar dat is nog maar een kleine niche. Het belangrijkste is dat BI eenvoudig wordt gemaakt.” En daar wringt het schoentje. Omdat ze veel te veel in één keer willen doen, maken sommige visualisatietechnieken de interpretatie complexer, niet eenvoudiger. Timo Elliott resumeert: het zou handig zijn om over BI-tools te beschikken die automatisch de meest efficiënte en veelzeggende manier kunnen bepalen om een bepaald type gegevens weer te geven, maar dat is nog niet het geval.

Brigitte Doucet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content