De consolidatie op de BI-markt is zo goed is afgelopen, wat er nu nog kan gekocht worden zijn kleine, gespecialiseerde bedrijfjes. Daarmee is business intelligence ècht volwassen geworden, het is geen nichemarkt meer. BI is nu ook beschikbaar voor iedereen. Maar of het ook tot een echte integratie met erp en crm komt, dat is nog maar de vraag.
Microsoft koopt ProClarity, Business Objects lijft Cartesis in en wordt dan op zijn beurt door SAP overgenomen dat eerder ook al Pilot en OutlookSoft had opgeslorpt, Oracle ontfermt zich over Hyperion en vorige week pakte IBM uit met de acquisitie van Cognos: het minste wat je kan zeggen is dat het business intelligence-landschap het voorbije jaar flink dooreen geschud is. Een consolidatiegolf die in feite al een paar jaar aan de gang is maar die nu toch wel haar einde lijkt te naderen. Even polsen bij een uitgelezen gezelschap van consultants en systeemintegrators.
“We zijn nu al aan de tweede consolidatiegolf toe”, zegt Christophe Scheers, senior consultant bij Siemens IT Solutions and Services. “In de eerste had je een paar grotere spelers die een waaier van kleinere bedrijven overnamen, maar nu stellen we vast dat er tegen een razend tempo suites worden gebouwd om een zo volledig mogelijk functioneel aanbod te hebben, en dan komen we in die tweede golf waar de echt grote spelers elkaar gaan opkopen. Ik vrees dat we uiteindelijk zoals in andere it-segmenten naar slechts enkele grote spelers gaan met daarnaast wat nichespelers met zeer gespecialiseerde producten.”
Volgens Stijn Vermeulen, afgevaardigd bestuurder-partner van Element61, zijn we daar al. “De consolidatie is bijna afgelopen, wat er nu nog kan gekocht worden zijn inderdaad heel kleine, gespecialiseerde bedrijfjes. Er zijn vandaag nog vijf grote spelers: de klassieke drie met SAP, Oracle en Microsoft, plus nog Cognos (inmiddels overgenomen door IBM, nvdr.) en SAS die de enige onafhankelijke en ook grote spelers zijn, maar al de anderen volgen op een serieuze afstand, zij hebben zo goed als geen kans meer om tot dat selecte kringetje nog toe te treden – maar zij zijn wel kandidaat voor point acquisities in de komende jaren.”
Ada Sekirin, afgevaardigd bestuurder van Business & Decision, ziet de consolidatie toch nog verder gaan, al geeft ze toe dat SAS en Cognos niet helemaal in hetzelfde schuitje zitten omdat SAS nog altijd een privé-bedrijf is.
Clash van bedrijfsculturen?
“Wat me de voorbije twee jaar opviel bij die acquisities was de koortsachtigheid van de vendors om de boot niet te missen”, zegt Frank Laureys, afgevaardigd bestuurder van iPerform. “Het is duidelijk dat BI steeds belangrijker wordt, niet alleen op departementeel vlak zoals vroeger maar ook steeds meer op enterprisevlak, om te helpen bij het realiseren van de strategieën van het bedrijf. Ik heb wel vragen bij al die overnames want er zijn nu een aantal spelers die zich op onbekend terrein aan het begeven zijn, die iets kopen dat ze niet zomaar in hun eigen bedrijfscultuur kunnen integreren. Sowieso zal dat voor onzekerheden zorgen, zowel bij de klanten als bij de service providers omdat de strategie niet altijd erg duidelijk zal zijn. Veel van die overnames zijn volgens mij ingegeven door: we moéten een volledige CPM-suite hebben vandaag – consolidatie, planning en budgetting, dashboarding, scorecarding, de klassieke rapportering en analyse, het moet er allemaal inzitten. We voegen er dan nog data-integratie aan toe en dan is onze toolkit technologisch zowat compleet – maar dan moet je het ook nog allemaal wel kunnen integreren, en dat is nog niet zo vanzelfsprekend”. Johan Vranckx, sales manager bij Laco Information Services, sluit zich daar bij aan: “Het is duidelijk dat bij die consolidaties een aantal partijen marktaandeel en klanten wil kopen – SAP en Oracle doen dat bijvoorbeeld -, maar er zijn ook andere bedrijven die alleen technologie willen kopen om lacunes in hun totaaloplossing op te vullen. De motieven voor die transacties kunnen erg verschillen, en dan blijft de vraag of wie zich in de BI-markt inkoopt zoals SAP nu net gedaan heeft, ook voldoende visie en capaciteit heeft om de BI-tools die ze gekocht hebben nog zinvol te gaan integreren met hun technologie die misschien haaks zal staan op de gekochte.” Daar is Stijn Vermeulen het echter niet mee eens, hij vindt niet dat Oracle en SAP klanten kopen. “Ze kopen grote bedrijven en die hebben natuurlijk veel revenue en veel klanten, akkoord, maar bij beiden zijn er voldoende argumenten om aan te nemen dat ook zij een een tekort in hun aanbod willen opvullen. Ik denk dat Oracle sedert het begin van de jaren negentig geen cpm-verhaal meer had, en Larry Ellison mag dan wel veel verzameld hebben in de zin van ‘more of the same’, met Hyperion heeft hij een bijzonder complementair aanbod binnengehaald met zeer weinig overlap. Ook SAP had volgens mij een zeer zwak gamma op zowel het vlak van BI als cpm en met de overname van BO vullen ze nu vooral een functioneel gat in.” Johan Vranckx vindt wel dat er een groot verschil is in aanpak en strategie tussen Microsoft en de tandem Oracle-SAP. “Microsoft koopt in principe vooral kleinere spelers met een interessante technologie die binnen X aantal maanden geïntegreerd wordt met de eigen technologie, zoals met ProClarity. Oracle daarentegen integreert zeer traag, het laat de klanten van het overgenomen bedrijf bestaan en begint aan crossselling te doen, en ik denk dat SAP er dezelfde strategie op nahoudt.”
Erp-integratie? Nee, dank u!
Ada Sekirin ziet de hele overnamegolf in een groter kader. “Vroeger werd BI wat als een nichemarkt gezien, het zat in zijn eigen hoekje, los van het operationele. Maar nu wordt het vaak dagelijks gebruikt, operationeel, in real-time, transactioneel. En dus willen de grote spelers niet alleen overnames doen om marktaandeel te kopen maar op termijn ook om een BI-oplossing te hebben die fundamenteel geïntegreerd kan worden met hun transactionele oplossingen. Die vraag naar integratie komt trouwens van de gebruikers die niet inzien waarom ze van toepassing zouden moeten veranderen wanneer ze vanuit hun transactioneel systeem informatie opvragen.” “Klopt”, zegt Frank Rossaert, partner in SOLIDPartners. “Tot vóór kort sprak je over business intelligence als een vrij strikt begrip dat iedereen vertaalde in de context van zijn bedrijf en zijn noden, maar vandaag wordt het veel operationeler en begint iedereen in te zien wat BI kan bijbrengen, vandaar ook de integratie met erp-vendors die complete suites willen kunnen aanbieden, tot en met het analytische”. Stijn Vermeulen heeft zo zijn bedenkingen bij een integratie tussen elk erp-systeem en business intelligence/datawarehousing. “Ik vraag me inderdaad af of het hele gebeuren rond BI en performance management op zich wel zo’n nauwe integratie vereist met het erp-systeem. Uiteindelijk blijkt nu al voor veel ondernemingen dat hoe meer men standaardiseert op één erp-systeem, hoe meer de bedrijfsstrategie van acquisities, fusies, desinvesteringen, en afsplitsen van eenheden geblokkeerd wordt door het feit dat men heel zwaar geïntegreerd heeft op het vlak van it-systemen. Je moet dan ook eens gaan nadenken of het niet zinvoller is om managementinformatiesystemen, beslissingsprocessen en planningsprocessen voldoende los van de erp-systemen te implementeren om juist flexibiliteit te houden wanneer je bedrijfsstrategieën compleet moet herzien.” Bart Dekempe, BI service area leader Belux bij IBM Global Business Services, ziet een oplossing voor die problematiek in soa, de service oriented architecture. “Op veel van die vragen biedt soa vandaag al een antwoord. Wij denken dat BI steeds meer als een service zal worden aangeboden. Cognos is daar een goed voorbeeld van, het is van al de vendors al het meest in die richting geëvolueerd om een enterprise BI-vendor te kunnen zijn.”
Wat met real-time BI?
Ada Sekirin haalde eerder al het thema van real-time business intelligence aan, maar dat is volgens Frank Laureys al lang geen nieuw gegeven meer. “Drie jaar geleden had iedereen het ook al over real-time, maar uiteindelijk is de vraag of je in je bedrijf wel voldoende data-kwaliteit hebt om die in real-time te kunnen gaan exploiteren in functie van information management. Als de data-kwaliteit laag is, dan moet je niet gaan dromen dat je er in real-time een beslissing kan op baseren want dan ga je compleet de mist in. Ik denk in alle eerlijkheid dat de term real-time wat overroepen is, we gaan er zeker meer naartoe maar dan wel in de zin van het operationaliseren van BI.”
Christophe Scheers beaamt: “De technologie is klaar voor real-time BI, en zelfs met slechte datakwaliteit kan je dat doen als de klant dat absoluut wil – je krijgt dan wel junk in, junk out -, maar de vraag is: waar is real-time nodig? En welke informatie moet er in die real-time omgeving getoond worden, dat is belangrijk.”
Volgens Ada Sekirin zijn er twee real-time tendensen. “Een: hoe snel zijn de gegevens beschikbaar, hoe vers zijn ze nog? En daar merken we toch een duidelijke versnelling, vroeger waren de meeste datawarehouses in de financiële wereld beschikbaar na de afsluiting van de boekhouding op het einde van de maand. Nu zie je dat het maandelijkse al vervangen is door het dagelijkse, met een afsluiting die al de volgende dag beschikbaar is. En een tweede tendens heeft betrekking op het gebruik van de informatie. Steeds meer operationele beslissingen worden genomen op basis van gegevens die zich wel in de BI-systemen bevinden maar die heel vaak gecombineerd worden met informatie uit erp-systemen, en die is heel up-to-date.”
“Is real-time BI eigenlijk geen een contradictio in terminis”, vraagt Bart Dekempe zich af. “BI heeft de belofte gecreëerd van de ‘single view of the customer’, maar misschien is het niet de rol van BI om dat online te realiseren. We kunnen teruggaan naar ‘information as a service’ waar het concept van master data management ontstaat, een component van de Enterprise Architecture. Vanuit IBM geloven we nog steeds dat het de rol van BI is om het historisch overzicht van de klant te creëren, maar niet om het te operationaliseren en online ter beschikking te stellen.”
BI voor iedereen
Johan Laureys wil even terug naar de bron. “De doelstelling van BI is letterlijk vertaald: kennis over uw business. Misschien betekent dat veel data integreren en flexibele architecturen bouwen, maar waar het eigenlijk om gaat is een aantal mensen in uw organisatie ondersteunen die uw business moeten aansturen en kennen. We krijgen nu steeds meer managementteams die met elektronische informatie willen werken, topmanagers die groot geworden zijn met it en die de kracht kennen van pc’s, spreadsheets, en elektronische informatie. Het zijn volgens mij die mensen die de markt rond BI creëren, die we moeten ondersteunen door ondernemingsbreed te gaan werken aan het creëren en distribueren van informatie.”
Is er dan geen tendens om business intelligence toegankelijk te maken voor iedereen, wilde gespreksmoderator Luc Petters van Digitmedia weten.
“Die trend is er al lang”, zegt Frank Laureys. “Vroeger was BI enkel voor de witteboordwerkers, later is Gartner met het begrip ‘information democracy’ gekomen, BI voor iedereen. Ik geloof daar zelf zeer sterk in, BI voor iedereen op elk niveau binnen een organisatie, maar elk voor zijn of haar deelproces. Er zijn heel veel processen in een organisatie die je kan servicen met BI-technologie, en dat verklaart ook waarom er steeds meer vraag is naar verschillende consumptiepatronen van die informatie – mobiele devices, het internet of een extranet, of gewoon klassieke rapportjes op een printer. Dat is puur afhankelijk van de context waarbinnen je die informatie gaat gebruiken. Iemand hogerop wil een dashboard om te zien waar de realiteit afwijkt van wat strategisch verwacht werd, iemand onderaan in de organisatie wil gewoon weten wat hij vandaag moet doen.” “Vroeger maakten we een Executive Information System voor 5, 10 of 15 managers”, zegt Johan Vranckx. “Vandaag kan je een BI-project starten voor een departement en de dag nadien kan je de vraag krijgen dat project open te stellen voor de volgende laag in de organisatie, en kunnen we van 20 naar 2.000 gebruikers gaan. We waren er allemaal al aan gewend om BI departementeel toe te passen, maar nu staan we voor de uitdaging dat we methodologieën en een aanpak moeten definiëren om ook corporate BI-projecten te kunnen realiseren.”
Frank Laureys is het daar volledig mee eens. “Vandaag zie je dat men op verschillende departementen al met BI bezig is, maar dat er op corporate vlak weinig of niets georganiseerd is. Toch vragen de bedrijven hoe je BI binnen een organisatie kan toepassen zodat ze alle beschikbare middelen optimaal kunnen gaan benutten om hun strategie te ondersteunen. De oplossing is dan vaak een BI competency center waarin zowel het luik it als business, governance, people en processes allemaal aanwezig zijn. Dat is dan wel geen kwestie van technologie maar van organisatie.”
De juiste mensen
Ada Serikin sluit zich daar bij aan. “Onze ervaring met BI competency centers in de verschillende Europese landen leert ons dat BI een commodity wordt, iedereen in de organisatie wil gewoon een kraantje kunnen opendraaien en de informatie moet eruit komen. Er is ook een duidelijke paradigma-verschuiving. Vroeger had je een datawarehouse, meer iets statisch, maar nu praat men sneller over een ‘corporate information factory’, een ‘fabriek’ waarbinnen men processen wil organiseren en waar men informatie als een asset wil beheren. Over ‘t algemeen onderscheidt men hier twee soorten gebruik van BI: BI in de operationele processen, zoals bij planning en budgetting – verticale oplossingen waar BI verweven zit in de bedrijfsprocessen. En daarnaast is er een groep van mensen die informatie willen gebruiken zoals ze die op het Web kunnen vinden – en zij begrijpen niet waarom een BI-oplossing ingewikkeld zou moeten zijn terwijl het zo eenvoudig is om met Google op het Web te zoeken.”
Stijn Vermeulen wijst er in dit verband op dat de grootste uitdagingen voor BI in de toekomst op het menselijke vlak zullen liggen. “Mensen met de nodige skills om op een goeie manier BI-projecten af te werken hebben een heel specifiek profiel dat een combinatie is van it-skills en business-skills en dat heel moeilijk te vinden en te vormen is. Vooral mensen vinden die een analytisch inzicht hebben, die al die cijfers eenmaal dat ze te voorschijn komen ook nog kunnen interpreteren en er een meerwaarde kunnen uithalen, dat zal in de komende jaren een van de grootste problemen worden.”
Toch is er aan talent geen gebrek, getuige de nieuwe bedrijfjes die constant opduiken met nieuwe, gespecialiseerde BI-toepassingen. “Wij beginnen echt wel te letten op die nieuwkomers”, zegt Ada Sekirin. “Nu zijn ze misschien nog wel klein, maar we denken dat ons succes als integrator in de toekomst sterk kan afhangen van de manier waarop we die nieuwe spelers kunnen inschatten. Ik geloof namelijk niet dat de BI-wereld nu plots gaat stilvallen als gevolg van die consolidaties, er zullen altijd nieuwelingen opduiken die hun deel van de markt opeisen.” “Zeker, er zullen altijd kleine bedrijfjes zijn die bepaalde niches invullen, maar je moet hun omvang bekijken: het zijn overnametargets voor de grote vendors, en niet omgekeerd”, beklemtoont Stijn Vermeulen. “En wanneer ze opgekocht worden, zullen de klanten vaak de dupe worden, kijk maar naar de consolidaties in de erp-sector vroeger. Het is duidelijk dat de markt voor business intelligence en performance management de richting uitgaat van wat de erp-markt heeft doorgemaakt, en ik verwacht dan ook niet dat er nog nieuwe mededingers zullen opstaan, de markt is al zo volwassen.”
Frans Godden
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier