Beetje bij beetje opent Enterprise Performance Management zich voor andere parameters dan alleen de financiële analyse. Ook BI krijgt nu belangstelling voor ‘duurzaam beheer’.
‘Sustainability management’ is lang beperkt gebleven tot enkele rapporten in bijlage, toegepast door een handvol ondernemingen die vooruitstrevend wilden zijn. Het werd echter vaak afgedaan als overbodig of zuiver esthetisch. Nu begint het zijn plaats te krijgen in de bedrijven.
De op de Londense beurs genoteerde ondernemingen moeten nu al ‘duurzame’ indicatoren in hun verslagen opnemen. Idem voor de Zweedse bedrijven waarin de staat aandeelhouder is. In België eist de vennootschapswet dat ‘bepaalde’ niet-financiële parameters opgenomen worden in de beheersverslagen, maar zegt ze niet welk parameters dat zijn en legt ze geen controle op.
People, planet, profit
‘Sustainability’ omvat zowel milieuaspecten (CO2-afdruk…) als meer economische en sociale parameters. Het concept heeft immers raakpunten en soms overlappingen met CSR (Corporate Social Responsibility), 3P (People, Planet, Profit) en zelfs GRC (Governance, Risk & Compliance). Het opzet is de volledige impact van een onderneming te berekenen en duurzaamheidsparameters op te nemen in de strategische besluitvorming, de interne en externe evaluatie van de prestaties, de competitiviteit en de weging van de waarde. “Niet-producerende bedrijven zoals Telenor gebruiken onze oplossing niet zozeer voor milieudoeleinden maar voor sociale,” zegt Mikko Valtonen, algemeen directeur van 2future, een Fins bedrijf dat al 10 jaar in dit domein actief is. “Ze willen bijvoorbeeld het belang, de oorzaken en de impact van absenteïsme evalueren, of de manier waarop zij hun werknemers en leveranciers behandelen, de billijkheid van hun loonbeleid of van de loopbaankansen… Al die factoren hebben een invloed op de bottom line, op het imago en op de marktwaarde van een bedrijf.”
Geïntegreerd of complementair?
‘Sustainability management’ past dus in het ruimere kader van EPM (Enterprise Performance Management) en beïnvloedt het financiële beheer en de BI. Frank Buytendijk, vice-president Enterprise Performance Management van Oracle, gelooft niet in de voordelen van een aparte oplossing. “De oplossing moet geïntegreerd zijn met de bestaande processen, zowel bij een interne als een externe rapportage. Het is van cruciaal belang dat de corporate social res-ponsability- en de milieurapporten via dezelfde financiële consolidatiesystemen gebeuren, rekening houdend met de bestaande expertise en de controleprocedures.”
“Autonome tools hebben wel degelijk hun kwaliteiten,” repliceert Mikko Valtonen, “maar ze moeten dezelfde processen voor de verificatie van de kwaliteit, de audit en de reporting volgen als de klassieke financiële analyse.”
Het grootste probleem is het verzamelen van de informatie, vaak in verschillende formaten en afkomstig uit allerlei bronnen (productie, HR, energieaankoop…). De tool moet de cijfers wegen en hun reële betekenis weergeven, zoals de impact op het milieu van elektriciteit die in verschillende landen aangekocht wordt en op verschillende manieren geproduceerd wordt (steenkool, kernenergie…).
Momenteel zijn de oplossingen voor sustainability vaak het werk van start-ups die specifieke producten aanbieden. Maar de grote spelers op het vlak van BI, GRC en EPM beginnen zich nu ook te roeren.
Oracle, bijvoorbeeld, heeft de oplossing van 2future opgenomen in zijn Hyperion Performance Management. In juni presenteerde SAS zijn SAS for Sustainability Management, een oplossing voor het strategisch beheer van de duurzame ontwikkeling, gebaseerd op tools voor EPM en voor activity-based costing (1). Het wil de “ecologische, sociale en economische impact” van een onderneming in het verleden en in de toekomst berekenen, door middel van een analyse van ‘3P’-factoren, een predictieve analyse en de simulatie van de impact van veranderingen (nieuwe processen, opening van een fabriek, verhuizing van sites, lancering van producten, keuze van leveranciers…). Eerste klant: Cisco. IBM en Microsoft laten eveneens doorschemeren dat ze iets in petto hebben. “Maar je stapt niet zomaar in dit domein,” zegt Mikko Valtonen. “Het is niet alleen de bedoeling de sustainability reporting te automatiseren, om nog maar eens een rapport meer te produceren. Je moet eerst en vooral begrijpen waar en hoe deze indicatoren de organisatie beïnvloeden. 80 procent van de informatie die wordt verzameld en verwerkt, wordt elders dan in de sustainability reports gebruikt en niet eenmaal per jaar, in het kader van het jaarverslag. Ze dient voor de dagelijkse metingen en de controles van de interne prestaties.” Ook de gebruikers komen in toenemende mate uit heel andere hoeken: werknemers, investeerders, aandeelhouders, potentiële partners, toekomstige rekruten.
(1) Als referentie gebruikt men de indicatoren (CO2-afdruk van de activiteiten, recyclage…) van het Global Reporting Initiative (GRI) van het Programma van de Verenigde Naties voor het Milieu (UNEP) en de CERES (Coalition for Environmentally Responsible Economies).
Brigitte Doucet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier