Zes jaar na de eerste doortocht is de TechTour-karavaan nog eens gepasseerd in ons land. Zeven Belgische technologiebedrijven op zoek naar kapitaal kregen de kans om zich voor te stellen aan een select gezelschap durfkapitalisten. “De geldkranen staan open, maar enkele jaren geleden was het gemakkelijker om langs de kassa te passeren.”
The European TechTour Association, een Zwitserse associatie die een antwoord moest formuleren op de groeiende interesse in technologische bedrijven in Europa, brengt starters en groeibedrijven in contact met investeerders en durfkapitalisten. Bedoeling is de naambekendheid van de ‘uitverkorenen’ in de VC-community te vergroten, waardoor de kansen om geld op te halen toenemen. Een jury met het kruim van de lokale VC’s selecteerde de 7 Belgische deelnemers voor de French & Benelux TechTour, die op 10 mei halt hield in Leuven (Capricorn Venture Partners) en in Gent (IBBT). De avond voordien, tijdens het galadiner in het stadhuis van Parijs, werd de toon meteen gezet.
“Ondernemers willen geld verdienen”, blies oprichter van Business Objects en Kiala Denis Payre. “Als overheid moet je dat aanvaarden. Er worden uitstekende initiatieven genomen om het ondernemerschap te stimuleren in Frankrijk en in de Benelux, maar wat ben je daar mee als er geen ondernemers zijn? Geen Apple zonder Jobs, geen Facebook zonder Zuckerberg. Many things are done extremely well, but governments steal the dream! Accept failure! Accept succes!”
Medeoprichter en financieel directeur van Clear2Pay Jürgen Ingels, die het Benelux-deel van het evenement voor zijn rekening nam en in 2006 zelf tot de laureaten behoorde, begrijpt Payre. “Succesvol zijn en falen liggen moeilijk in Europa. Ik had vroeger een goede job bij Dexia, en toen ik zelf iets wilde opstarten, verklaarde iedereen me gek. Voor je het weet is er een kans verkeken.”
Hoe is het gesteld met het investeringsklimaat? Naar verluidt is er 10 miljard euro aan investeringskapitaal beschikbaar bij de fondsen die present tekenden.
Jürgen Ingels: “De geldkranen staan open, kapitaal is goedkoop, maar in 2006 was het voor starters heel wat gemakkelijker om langs de kassa te passeren. De bedragen die VC’s ter beschikking moeten stellen worden steeds groter omdat er meer geld nodig is voor een internationale expansie, dus nemen ze minder risico en kiezen ze voor gevestigde spelers.”
“Als we vandaag Clear2Pay hadden moeten oprichten, met hetzelfde kapitaal en met dezelfde mensen, dan hadden we dat niet meer kunnen doen. Tien jaar geleden kocht een bank nog van lokale bedrijfjes, dat was sympathiek. Vandaag zet een manager van een groot bedrijf zijn carrière niet langer op het spel door een product te kopen dat niet end-to-end is, en dat niet kan worden uitgerold in de States of in Azië. Dat is de realiteit.”
“Als je in de technologie zit, resten er dus nog twee mogelijkheden. Ofwel kom je met een interessante nieuwigheid en probeer je je start-up zo snel mogelijk te verkopen, een beetje à la Kristof De Spiegeleer, ofwel zit je de hele rit uit en haal je geld op, doe je overnames om een zo volledig mogelijk pakket te kunnen aanbieden, en ga je internationaal.”
“We mogen van geluk spreken dat er steeds meer Belgische bedrijven zijn met internationale ambities. De beste strategie is dan om een nichespeler te bouwen die zeer diep kan gaan. In België is er bijvoorbeeld enorm veel know how aanwezig rond betalingstechnologie. We hebben Ogone, er is Swift, om Clear2Pay niet te noemen. Waarom zouden we in dat domein geen wereldautoriteit kunnen worden?”
Starters moeten dus zo snel mogelijk naar de VS kijken?
Ingels: “Absoluut, al hoeven ze zich daar niet te ‘incorporeren’, ze kunnen perfect vanuit België starten en een kantoor openen in de States. De globalisering heeft er voor gezorgd dat je overal voelsprieten moet hebben, niet alleen in Amerika, maar ook in groeimarkten zoals China, Brazilië en Rusland.”
“Dat het fiscaal aantrekkelijker is om een bedrijf op te richten in de VS, mag nooit een driver zijn. Je houdt je in de opstartfase beter bezig met het ontwikkelen van een interessante visie en een degelijke strategie dan met fiscale beslommeringen. Tegen de tijd dat je geld begint te verdienen, sta je immers al vijf jaar verder.”
“Wanneer je in België echt geen geld vindt, is het logisch dat je gaat kijken in Silicon Valley. Maar op één of andere manier zouden overheden en VC’s er voor moeten zorgen dat starters die echt goed zijn, die stap niet moeten zetten. In plaats van te veel middelen te verkwanselen, moet er misschien toch wat meer gefocust worden op de bedrijfjes die echt potentieel hebben. In plaats van in 10 kandidaten te investeren, is het misschien nuttiger om er drie te weerhouden en meer mogelijkheden te geven. Dat klinkt misschien cru, maar ondernemen is geen socialistisch model. The winner takes it all!”
Zou een tax shelter zoals in de filmindustrie interessant kunnen zijn om Belgische starters een duwtje in de rug te geven?
Ingels: “Dat zou kunnen helpen, zeker om kleine bedragen tot 200.000 euro verzameld te krijgen. Maar er is al zoiets als de win/win lening waarmee de overheid particulieren fiscaal aanmoedigt om geld ter beschikking te stellen. Het probleem is dat er niet veel fondsen zijn in Vlaanderen die in start-ups investeren. Hummingbird Ventures doet het een beetje, de GIMV zegt dat ze het doet, er is Sniper Investments en je hebt het Vlaams Innovatiefonds (Vinnof). Dan hebben we het wel gehad.”
“Eerlijk: ik denk dat het aan de overheid is om te focussen op starters en op zaaikapitaal. De privésector gaat dat gat niet meer invullen, het risico is te groot. Maar als je tien bedrijven hebt waarvan er vijf failliet gaan, er drie tussen leven en dood zweven en er twee zijn die potten breken en succesvol uitgroeien tot een groot bedrijf, dan is de toegevoegde waarde voor de maatschappij gigantisch. Daar draait het toch om, niet?”
Frederik Tibau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier