Het gaat niet goed met mijn CO2. Ik heb een beetje teveel in het vliegtuig gezeten de laatste tijd. Een twee weken durende roadshow met cio-roundtables in de VS, en dan een week in HongKong met financiële high-tech toplui op de SIBOS-conferentie van Swift. Bijzonder vermoeiend, maar ook bijzonder leerrijk om een vogelperspectief te krijgen op technologie, innovatie en de ‘pace van het digitale’ rond de wereld.
Het meest keek ik uit met naar een rondetafel met chief information officers in Californië, en vooral dan een debat met de chief technology officer van de State of California. Groot was mijn ontgoocheling. California is zonder twijfel de tanende ster. Ik heb er een groot deel van mijn jeugd mogen doorbrengen, en de ‘Great State of California’ zal altijd een special place in mijn hart houden, maar ik ben flink geschrokken. Je merkt de recessie, de stress, de angst niet onmiddelijk, maar die komt wel aan de oppervlakte als je het laagje vernis wegkrabt.
Ik had een paneldebat met P.K. Agarwal, cto van California. Een Californian met Indische roots. Hij is cto van een staat die in totaal 3 miljard dollar spendeert aan it. Geen klein budgetje. Van de staat die Silicon Valley huisvest, de bakermat van techologie, koesterde ik eerlijk gezegd huizenhoge verwachtingen. Zijn visie op de dingen was indrukwekkend. Zelden zo’n afgelikte presentatie gezien, zelden zo’n schitterende retoriek gehoord. Ik werd al een ‘petit Belge’ op mijn debatstoel.
Maar dan kwam het aspect implementatie. De toekomst was shared service.
Hadden ze dan nog geen shared services? Nee, alleen op papier. De toekomst was service oriented. Hadden ze dan nog geen SOA? Nee, alleen in Powerpoint. Maar er was wel een comité mee bezig om de standaarden vast te leggen.
Als je even onder de motorkap kijkt, wordt de ramp compleet.
Elke ‘county’, elke stad gaat gewoon zijn eigen gang, er is totaal geen standardisatie, totaal geen coördinatie, en totaal geen implementatie of discipline in de uitvoering. Geen wonder dat Californië sukkelt met het grootste deficit ooit, en naar alle maatstaven eigenlijk failliet is.
Big disappointment. De ‘Great State of California’ zag er eerlijk gezegd zo ‘great’ niet meer uit.. Als je dan bedenkt hoe een klein land als België er wel in geslaagd is om bijvoorbeeld op het vlak van sociale zekerheid een wereld-referentie te worden met de Kruispuntbank, dan ben je eigenlijk best trots om daar als petit-Belge deel te nemen aan het debat. Er zijn flink wat dingen die helemaal in de soep draaien in ons landje (het Fenixproject is daar een van) maar andere projecten of realisaties zijn absolute wereldklasse, kijk maar naar de Kruispuntbank, of de elektronische identiteitskaart, of eHealth.
Dezelfde gevoel overviel me telkens ik met Amerikaanse cio’s rond de tafel zat, van Phoenix tot Chicago. Dezelfde problemen, geschilpunten, challenges als bij ons. Maar als je na de presentatie van ‘de meest fantastische CIO van de wereld’ even ging praten over de realiteit, blijkt dat ze het er allemààl moeilijk mee hebben om innovatie op de agenda te zetten, proberen ze allemaal om it meer credibiliteit te geven in de boardroom, en jammeren ze allemaal over het gebrek aan souplesse van hun it’ers als er een cultural change op stapel staat. Niks nieuws, dus.
Dan denk ik aan de vaak te bescheiden, harde werkers in ons kleine landje die eigenlijk fantastisch werk leveren. Aan mensen als Chris De Backer die cio van TomTom is geworden vanuit TeleAtlas, of aan Erik Cuypers die via Thomas Cook België nu schitterende projecten kan realiseren op Europees vlak, en zeker ook aan Frank Robben die met de Kruispuntbank de ene trofee na de andere binnenhaalt. Rare jongens, die Belgen. Veel te bescheiden, maar helemaal niet slecht bezig.
Maar dan vlieg je naar Hong Kong. Word je ondergedompeld in een wereld van aanhoudende verandering. Waar dag en nacht gebouwd wordt, waar de markten nog leven en er elke dag wel weer een beursintroductie start, waar technologie opborrelt uit elke hoek en elk steegje, en waar de taxichauffeur maar liefst vier (4!) gsm’s hanteert. Waar overal wifi en breedband beschikbaar is, en waar innovatie en competitie op zijn Chinees zonder scrupules wordt neergezet. Eat or be eaten.
En dan word je toch weer een beetje klein. Je wordt stil van de gigantische massa, de hoeveelheden it-studenten, toekomstige ingenieurs, de honderden miljoenen gsm-gebruikers, en de gigantische investeringen in research, ontwikkeling en innovatie.
Er bestaat niet de minste twijfel meer over wie op technologisch vlak de wereld zal overheersen. Designed in California, made in China wordt in geen tijd Designed in China, made in Malaysia. In de jaren 70 dachten we nog dat Japanners alleen konden kopiëren, het zou het heel stom zijn om te denken dat China niet in staat is tot innovatie. Think again.
Als je dan na een week van opwinding en hoogspanning weer in België landt, en meteen de discussie over de ‘Lange Wapper’ te horen krijgt, dan moet je toch wel afvragen of we wel echt serieuze inspanningen doen.
Als we van onze regio meer willen maken dan een super-Bokrijk-meets-Brugge waar toerisme nog onze enige troef zal zijn, dan zullen we uit onze pijp moeten komen. We mogen absoluut niet te bescheiden zijn, want we hebben alle troeven in huis, maar we mogen evenmin op onze lauweren rusten, integendeel.
Peter Hinssen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier