Laurent Schumacher is verantwoordelijk voor de opleidingen computerarchitectuur en it-netwerken aan de FUNDP van Namen. Hij vertelt over zijn vak, de evolutie van het studentenprofiel, het verschil tussen vaardigheden en zuivere kennis, en de noodzakelijke dialoog met de markt. IT-opleidingen krijgen immers regelmatig het verwijt dat ze niet aansluiten bij de echte noden van de markt en dat de studenten wegblijven.
Na zijn opleiding burgerlijk ingenieur elektrotechniek en een doctoraat in de toegepaste wetenschappen werkte Laurent Schumacher in het laboratorium van de Deense universiteit van Aalborg drie jaar mee aan een onderzoek waar ook Nokia bij betrokken was. Een ideale gelegenheid om te zien of zijn opleiding bruikbaar was. “Ik had de juiste reflexen. Vooral op het vlak van kennisbeheer.”
Hoe vult u uw rol als ‘it-prof’ in, rekening houdend met de snelle evolutie van de technologie? Hoe bouwt u uw cursus op?
De cursussen op bachelor-niveau maken studenten vertrouwd met principes die uitstijgen boven de technologische ontwikkelingen, althans op korte en middellange termijn. Ze bieden hen een houvast, een structuurmodel dat hen toelaat hun gedachten te ordenen. Bij een meer diepgaande beheersing wordt de cursus afgestemd op de actualiteit. In principe zou deze cursus om de zes maanden moeten worden herzien, omdat de technologische ontwikkelingen dan andere richtingen zijn uitgegaan. Ik moet de inhoud permanent bijspijkeren.
Is de cursus veeleer theoretisch of praktijkgericht, technisch of functioneel?
In mijn geval is die cursus noodgedwongen veeleer technisch. Maar hier, op de faculteit in Namen, maakt hij deel uit van een opleiding toegepaste informatica die steeds afgestemd is op de visie van de onderneming, of die nu publiek of privé is. De cursus wordt gegeven als hoorcollege en wordt aangevuld met praktijkopdrachten.
In de basiscursus werken de studenten onder begeleiding aan een aantal onderwerpen. Met het oog op hippe toepassingen als YouTube of internettelevisie vragen we bijvoorbeeld om open source-versies van bestaande protocollen te implementeren, hun werking te valideren en te onderzoeken voor welke specifieke toepassingen het signalisatiekader gebruikt zou kunnen worden.
In de uitdiepingscursus bieden we onderwerpen aan die verband houden met de hedendaagse onderzoeken waarop we zelf niet noodzakelijk het juiste antwoord kennen. We laten hen het onderwerp bestuderen, zodat ze het hoofd kunnen bieden aan een massa informatie, het kaf van het koren kunnen scheiden en perfect haalbare uitdagingen kunnen aangaan. Dit jaar zullen ze bijvoorbeeld mogen deelnemen aan de wedstrijd die door Nokia wordt georganiseerd om Java-toepassingen voor zijn gsm’s te ontwikkelen. Vanzelfsprekend koppelen we onze evaluatie niet aan die van de wedstrijd omdat wij andere criteria hanteren, maar het geeft een soort erkenning.
Hebben de technologische ontwikkelingen en de verwachtingen van de markt uw manier van onderwijzen in de loop der jaren beïnvloed?
Als ik mijn manier van werken vergelijk met die van toen ik zelf nog student was, merk ik dat hoorcolleges steeds aan belang moeten inboeten in de opleiding. We zorgen er steeds meer voor dat de studenten vaardigheden ontwikkelen, iets concreets doen met de materie, wat het ook weze. Dat sluit meer aan bij het huidige profiel van studenten die meer over vaardigheden beschikken dan over zuivere kennis. Maar het zorgt ook voor andere uitdagingen. Zelfs in een geleide structuur pikken de studenten her en der informatie op, maar daarbij ontbreekt het structurerende element. Het hoorcollege blijft dus het uitgelezen middel om de informatie te sorteren die ze hebben verzameld, of om hen uit te leggen hoe ze die informatie kunnen rangschikken.
Er stelt zich ook een tweede probleem. Eerst moet de geloofwaardigheid van de bron vastgesteld worden. Bovendien is het moeilijk om een echt persoonlijk verslag te maken. Plagiaat wordt nauwlettend in het oog gehouden bij de evaluatie van studentenverslagen.
Verschilt de onderwijsmethode die in Namen gehanteerd wordt, van die van andere – Belgische of buitenlandse – universiteiten?
Momenteel wordt het grote verschil tussen de opleidingen bepaald door de verhouding tussen de hoorcolleges en het experimentele gedeelte van een cursus. Dit is een kwestie van visie, van strategie, soms ook van middelen, omdat studenten loslaten op projecten een zwaardere omkadering vereist dan ze te verzamelen in een auditorium.
Het ‘handelsmerk’ van Namen is een MDL, een practicum voor de ontwikkeling van een softwareproduct, dat gedurende één semester tijdens het eerste masterjaar wordt georganiseerd. De studenten moeten een methodologie en de benaderingswijzen bepalen, het project effectief uitwerken en evalueren. Dit jaar gaat het om een stock market fixing-systeem . In het laatste jaar ten slotte is er de afstudeerscriptie.
In Namen is de verhouding dus ongeveer fifty/fifty, maar de faculteit wil een aanzienlijk deel hoorcolleges behouden omdat er tekortkomingen zijn vastgesteld op het vlak van de structuur van de informatie, de bepaling van een duidelijk schema, van een productieproces, van prioriteiten.
Neemt u de ‘dimensie’ van het internet en de gevolgen daarvan op in uw cursus over netwerken?
We laten hen bepaalde inhoudelijke vraagstukken begrijpen als deze relevant zijn met betrekking tot de werking van de netwerken. Een voorbeeldje: internettelevisie en de mogelijke degradatie van een beeld in vergelijking tot de capaciteitsafname tijdens een bankoverschrijving.
Bovendien probeer ik te benadrukken dat we op een scharniermoment zijn aangekomen in de ontwikkeling van netwerken. De huidige infrastructuur voldoet niet meer aan eisen die de gebruikers eraan stellen. Het internet werd ontworpen om bestand te zijn tegen nucleaire aanvallen vanuit het Midden-Oosten en om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen. Tegenwoordig wordt dit laatste doel als bereikt beschouwd. Wat we nu willen, is televisie kijken, in realtime, en met multicasting. Door deze zaken bloot te leggen, begrijpen de studenten op welke manier de hypotheses, waarvan men bij de omschrijving van een systeem uitgaat, een impact zullen hebben op de duurzaamheid ervan. Met name als de manier waarop het systeem gebruikt wordt in grote mate afwijkt van de voorziene scenario’s.
Vaak wordt gewag gemaakt van een kloof tussen de realiteit en de behoeften van de markt enerzijds en de kennis en de mogelijkheden die de universiteit biedt anderzijds. Bent u het daarmee eens?
Dat klopt maar ten dele. Rekening houdend met de tijdsdruk en de rentabiliteit van de onderneming, moet de werknemer vanaf de eerste dag aan het werk kunnen worden gezet. Daarom kan het voor problemen zorgen als de werknemer eerst de toepassingen, de talen en het gebruikte materiaal van de onderneming moet leren kennen. Het antwoord van de universiteit hierop luidt dat het niet haar taak is om. Net- of Java-specialisten op te leiden, maar om mensen op te leiden die in staat zijn om nieuwe informatie op te nemen en zich aan een nieuwe omgeving aan te passen.
Als ze Java of. Net kunnen leren, zullen ze ook andere programma’s oppikken omdat ze over de juiste reflexen en goede kennismodellen beschikken.
Stelt u vast dat jongeren minder interesse hebben voor informaticaopleidingen?
Het aantal inschrijvingen in Namen is nagenoeg stabiel gebleven, maar er is wel sprake van een algemene daling, zowel in de Franstalige gemeenschap als in heel West-Europa. En er komt ook op de lange termijn geen schot in. Elk jaar is er wel een universiteit die hogere inschrijvingscijfers kan voorleggen, maar dat is meestal te danken aan herstructureringsmaatregelen en niet aan een grote tendens in de sector. Dat blijft Agoria verontrusten.
Waarom is het vertrouwen in of de aantrekkingskracht van de sector niet toegenomen?
Omdat de impact van slecht nieuws heel groot is, terwijl die van goed nieuws heel beperkt is. Leerlingen uit het zesde middelbaar vragen zich vooral af welke cursussen ze volgend jaar zullen krijgen, en hebben geen carrièreplan van 5, 10 of 20 jaar voor ogen. Vertellen dat er 14.000 vacatures zijn, heeft helemaal geen effect op hen.
En toch zouden de mogelijkheden van de technologieën, van het internet in het bijzonder, hen kunnen inspireren…
Niet noodzakelijk. Omdat er vaak een verkeerde beeld bestaat over informatica. Zo wordt er in het secundair onderwijs op geen enkel moment het verschil in complexiteit aangetoond tussen het gebruiken van een pc en de werking van een netwerk, de klok rond, met miljoenen opzoekingen per seconde. Als informatica wordt vermeld, gebeurt dit bijvoorbeeld ter ondersteuning van historisch onderzoek, maar nooit als een op zich staande discipline. En precies dat is een lacune, omdat op het moment dat men probeert om een leerling van het zesde middelbaar ontvankelijk te maken voor een universitaire informaticastudie, hiervoor geen voedingsbodem bestaat. Je komt op dat moment met een boodschap die op het randje af buitenaards is. z
Brigitte Doucet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier