Midden december wordt in het Gentse ICC de Future Internet Week op gang getrokken, een goedgevulde vijfdaagse met niets dan congressen, meetings en workshops rond all things internet. “Hoog tijd om het debat te voeren”, zegt Wim De Waele van het IBBT, “want het is vijf voor twaalf.”

Het internet staat op een historisch keerpunt. Zo duiken er binnenkort tientallen nieuwe extensies (tld’s) op, waardoor het aangezicht van het world wide web helemaal verandert. Intussen winnen internetadressen in andere dan de Latijnse tekens aan populariteit, wat zorgt voor een grotere fragmentatie, en wordt er met ipv6 een nieuwe versie van het internetprotocol geïntroduceerd. En dan vergeten we nog de komst van the internet of things, en het feit dat een internet met ‘verschillende snelheden’ zich stilaan opdringt.

Binnen die context duiken er heel wat kansen op voor bedrijven en overheden. Mits een grote en volgehouden inspanning zou Europa zelfs terug kunnen schitteren aan het internetfirmament. Waarom zou er, bij wijze van voorbeeld, geen bloeiende industrie kunnen ontstaan rond location based services of rond smart grids?

Probleem is dat het debat nog op gang moet worden getrokken. Dat de tijd begint te dringen, bleek onlangs nog maar eens toen Vint Cerf – toch één van de grondleggers van het internet – ons wees op het feit dat Europa in 2011 wel eens zonder nieuwe internetadressen kan komen te zitten, als het geweer niet snel van schouder veranderd wordt.

Ook in Vlaanderen, en bij uitbreiding in heel België, is het huilen met de pet op. In vergelijking met onze buurlanden hinken we flink achterop wat de uitrol van ipv6 betreft. Voor nieuwe internetextensies is er nauwelijks interesse, en waar we tien jaar geleden trots de hitparade aanvoerden van de landen met de hoogste internetpenetratie, zijn we intussen flink teruggezakt. Wat de adoptie van mobiele breedband betreft, bengelen we zelfs helemaal achteraan in het peloton.

“Dat is meteen ook een van de redenen waarom we de Future Internet Conference Week organiseren”, oppert algemeen directeur Wim De Waele van het IBBT. “We moeten dringend onze ambities bijstellen als we nog ooit iets in de pap te brokken willen hebben in de internetindustrie. Het is tijd om eens flink aan de alarmbel te trekken.”

Voor De Waele is de Future Internet Week, die in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie wordt georganiseerd in samenwerking met het IBBT, Bell Labs, the Future Internet Assembly en een rist andere Europese stakeholders, een belangrijk initiatief om wat meer awareness te creëren rond de bovengenoemde problematieken.

“Wat dat betreft is het vaak roepen in de woestijn. Onlangs organiseerden we nog het technologiefestival E-dinges in het Vlaams Parlement, en ook daar weer bleek dat internet en technologie nauwelijks op de agenda staan bij beleidsmakers en bij bedrijven. Terwijl het toch noodzakelijk is om te reflecteren over dingen zoals de nieuwe internetsuffixen. Hoe kan ik daar commercieel mijn voordeel mee doen? Wat zijn de gevolgen op het vlak van search? Hoe past zo’n achtervoegsel in de branding-strategie van mijn bedrijf?”

Eén van de redenen die De Waele aanhaalt voor de ‘internetapathie’ in ons land, is dat het moeilijk is om interesse te wekken wanneer er zich geen acute problemen stellen. “Neem nu ipv6. Alle apparaatjes rondom ons zullen straks via dat nieuwe protocol met elkaar moeten praten, maar op dit moment is er nog geen tekort aan internetadressen. En in België lossen we problemen pas op wanneer ze zich stellen.”

Conservatief

De directeur ziet het alvast als de taak van het IBBT om aan te geven waar de businesskansen zich zullen voordoen bij de overschakeling. “Dat proberen we te doen door met concrete voorbeelden te werken. Heel wat van de toekomstige applicaties zullen ontstaan in vakgebieden zoals de gezondheidszorg, mobiliteit en logistiek. Als lokale speler kan je je daar wél nog gemakkelijk onderscheiden. De slag om het klassieke internet mogen we dan wel verloren hebben, de oorlog is nog niet helemaal verloren.”

De Waele wil de Future Internet Week ook aangrijpen om te sensibiliseren rond het researchbeleid van de Europese Commissie. “Dat is veel te conservatief”, gromt de directeur. “De dynamiek die gecreëerd wordt, draait vooral rond het pushen van technologie. Terwijl de marktdynamiek steevast stiefmoederlijk behandeld wordt.”

“Europa zou een deel van het geld dat naar innovatie gaat moeten inzetten als durfkapitaal voor start-ups. Zodanig dat je een ondernemersdynamiek genereert die kansen creëert. Een strategie die draait rond het pushen van technologie, is gedoemd om te mislukken. Ik besef dat dit een brede discussie is, maar de elementen die we hier aangehaald hebben zijn wel deels het gevolg van die verkeerde keuzes.”

Frederik Tibau

” In België lossen we problemen pas op wanneer ze zich stellen.”