Bessel Kok had jaren nodig om zijn gedwongen vertrek bij Belgacom te verteren. Vandaag is hij de persoonlijke adviseur van Vaclav Havel. Hij blikt met Hollandse nuchterheid terug op die woelige periode.
“Soms is het leven ironisch”, lacht Bessel Kok (67). Vijftien jaar nadat hij door de regering aan de deur werd gezet als topman van Belgacom, komt hij vandaag langs de achterdeur weer binnen. Sinds kort is hij bestuurder van Sahara International Ventures, een 51/49-joint venture van Belgacom en Pantheres Investments van gewezen Scarlet-eigenaar Paul Gelderloos. Het richt zich op kleine telecomoperators in Zuid-Oost-Europa en het Midden-Oosten.
Kok glundert als we hem ontmoeten in het Amsterdamse Hotel de L’Europe. Hij is sinds vijf maanden vader van een zoon bij zijn Tsjechische vrouw. In Tsjechië, waar hij terechtkwam als ceo van Cesky Telecom, ontwikkelt hij zijn bedrijfsactiviteiten als onafhankelijk bestuurder van het mediabedrijf Ekonomia en het in Londen genoteerde mijnconcern New World Resources, vooral actief in het oostelijke Ostrava. In Oekraïne is hij dan weer de onafhankelijke voorzitter tussen de lokale en de Turkse aandeelhouders van gsm-operator Astelit/LIFE.
Zijn dagtaak is adviseur van de gewezen Tsjechische president Vaclav Havel. En natuurlijk blijft de tot Belg genaturaliseerde Nederlander de eeuwige schaker.
Wat houdt u momenteel bezig?
BESSEL KOK: Mijn grootste zorg is de persgroep Ekonomia. Ik oefen er mijn bestuursmandaat uit met het meeste plezier omdat de uitdaging zo groot is. We worden getroffen door de algemene crisis met wegvallende advertenties, maar daarnaast ook door de sectorcrisis als gevolg van de digitalisering. De mediabedrijven hebben een historische vergissing begaan door hun inhoud gratis op het internet te zetten. En dan zijn ze verbaasd dat de verkoop achteruitgaat. Nu is iedereen deze weggever gewend. Ik ben dagelijks in de weer met die ene vraag: hoe overleeft de pers?
En. Hoe overleeft de pers?
BESSEL KOK: Als u het weet, betaal ik u een copieuze lunch in het restaurant van uw keuze. Ik vrees dat de strijd voor het dagblad onder ons beheer gestreden is. Eerst 2012 halen, en dan denken hoe we ertegenaan gaan. Thinking out of the box is een noodzakelijk talent om een oplossing te vinden. Daar zijn geen handboeken voor. In onze portfolio hebben we echter ook een nieuws- en een economisch magazine, Respekt en Ekonomia. Beide van zeer hoge kwaliteit. Net dat onderscheidt hen van de mainstream en het internet. Door geen duimbreed toe te geven op de kwaliteit en die reputatie hoog te houden, denk ik dat we het tij kunnen keren na de crisis. Volhouden is de boodschap.
U was actief in de linkse studentenbeweging. Haalt u met deze crisis van het kapitalisme toch een beetje uw gelijk?
BESSEL KOK: Dat is wat kort door de bocht. Dit is niet de crisis van het kapitalisme, maar van het management. Geen kwestie van macro-, maar van micro-economie. Ze is een gevolg van het gebrek aan kwaliteit van de financiële instellingen. Ik heb het totaal niet zien aankomen. Heel wat bankiers zagen hun concurrenten enorme winsten maken en kopieerden hun producten, wat ook de consequenties waren voor het eigen risicoprofiel. Crimineel. De arrogantie van de bankier is trouwens ongelofelijk. Ik krijg nu vragen van banken om hen weer geld toe te vertrouwen.
Was het overheidsingrijpen noodzakelijk?
BESSEL KOK: Die vraag wordt te weinig gesteld. Eigenlijk straf je het goede gedrag van de banken die het spel wel correct speelden. Als economische case is het fantastisch. Eerst privatiseer je enkele overheids- en spaarbanken – zoals NMKN en ASLK – om een grote financiële groep te vormen. De topmensen verdienen er grof geld omdat ze hoge risico’s nemen. En als het verkeerd gaat, mag de staat de boel weer nationaliseren. Waarop diezelfde instelling de andere privé-instellingen zwaar beconcurreert met scherpe prijzen. Als je dat zou doen in een andere sector werd je gek verklaard.
Wat me overigens verbaast, is het feit dat het Belgische financiële establishment hier zo gemakkelijk mee wegkomt. Het wordt gewoon te gek als je de persartikels tegen Belgacom-topman Didier Bellens vergelijkt met de weinig kritische stukken die de financiële topmensen te verwerken kreeg.
Vanwaar die steun aan uw opvolger?
BESSEL KOK: Belgacom is vandaag een van de sterkst gekapitaliseerde telecombedrijven in Europa met een stevige internationale reputatie. Dat heeft alles te maken met de uiterst behoedzame politiek die het team van Bellens heeft gevoerd. Hij boekte goede resultaten op een moment dat de sector op zijn gat lag. Net die man werd neergesabeld in de media wegens gebrek aan ambitie. Tja, met de job van ceo van Belgacom kan je in België kennelijk geen eer halen. Ik kan het weten.
Waar liep het fout?
BESSEL KOK: Ik heb de job totaal onderschat, meer bepaald de krankzinnige, totaal gepolitiseerde, samenstelling van de raad van bestuur. Volksunie, PVV, PSC… ik kan er geen touw aan vastknopen. Ook onverwacht was het feit dat deze heren op de stoel van het management gingen zitten. Moesten notarissen, accountants of advocaten ingehuurd worden? Allemaal werden ze gewogen op hun politieke kleur. Een stoel kopen? Dan volgde een telefoon van een bestuurslid dat meubelmaker Janssens uit Dendermonde deze keer de levering zou doen. Een kok voor de cafetaria aanwerven? Dan kreeg ik te horen dat die man volgens het quotasysteem deze keer een socialistische Vlaming kon zijn. Wat kon mij dat schelen? Al was het een kapitalistische Chinees, zolang hij maar zijn werk deed! Dat zijn nog de kleine dingen.
Ook voor grote opdrachten kwam de politiek tussen. Zo hadden we een miljoenenaanbesteding waaruit Ericsson als de beste kwam. Logisch dat ik met hen verder wilde gaan. Kreeg ik te horen dat het bedrijf geen vestiging had in België en dus geweerd moest worden. Wat gebeurde op de volgende raad van bestuur, met het argument dat Ericsson in Zweden ook werd gesteund. Op die manier was de RTT een subsidiemachine voor bedrijven in België. Maar de consument werd er allerminst beter van.
Gaf u toe?
BESSEL KOK: Neen, ik wist het vier jaar vol te houden. Maar de politieke druk vrat aan me. Elke dag las ik ‘s morgens in de kranten – meestal uit Luikse hoek – weer een of andere gelekte audit waaruit moest blijken dat het slecht ging met Belgacom. Daarom moest de raad van bestuur de touwtjes weer in handen nemen, was dan de conclusie. Toen ik over de problemen las met Bellens had ik dus echt een déjà vu . Het werd onhoudbaar. Na een openlijk conflict tussen het management en de raad van bestuur, besloot minister voor Telecom, Elio Di Rupo, iedereen buiten te smijten. Ik kreeg een opzeg van 20 miljoen frank, allesbehalve het soort van oprotpremies dat we vandaag kennen. Achteraf was zijn beslissing misschien niet slecht. Het liet mijn opvolger John Goossens toe om met een schone lei aan een vernieuwd bedrijf te beginnen. Die wist – als een door en door met het Belgisch establishment vertrouwde machtsmens – veel beter zijn ding te doen bij Belgacom. Een ander voordeel was dat hij goed wist dat de politiek zich zo’n crisis geen tweede keer kon veroorloven.
In ieder geval: ik was doodmoe na de tropenjaren bij Belgacom. Ik begon aan de voorbereidingen om twee jaar te gaan wandelen in Nieuw-Zeeland. Zo wilde ik dat hoofdstuk van me afschudden.
Toch kwam u zes maanden later bij Cesky Telecom terecht.
BESSEL KOK: Ik werd na mijn ontslag gecontacteerd door Duitse, Britse en andere telecombedrijven, die wel wisten dat ik met Belgacom goed werk had geleverd. Maar ik was dringend toe aan een sabattical. Ik kreeg op een bepaald moment een telefoon van een vriend, Ben Verwaayen van KPN. Hij was een witboek aan het schrijven voor de privatisering van Cesky Telecom en wilde mij naar voren schuiven als ceo, mochten ze winnen. Die kans was klein, dus neem het risico maar, klonk het. Ik weigerde daar echter aan mee te doen.
De dag erop kreeg ik telefoon van Vaclav Havel. Mijn vriend bleef aandringen en ik ging uiteindelijk akkoord, op voorwaarde dat het contract maximum een jaar zou duren. Totaal tegen mijn verwachting haalde het consortium KPN/Swisscom het.
Zes maanden na Belgacom stond ik weer aan het hoofd van een communistisch staatsbedrijf waar 28.000 mensen werkten. Ik speelde op herhaling. Het grote verschil was de brede politieke steun die ik kreeg. De minister van Telecom had in de economische handboeken gelezen dat bestuursleden zich absoluut niet mogen moeien met het dagelijks beheer van een bedrijf. Dat deed hij dan ook niet. En wat een zaligheid! Ik ben er gebleven tot 2003. De leukste job uit mijn leven. Cesky Telecom werd modern. Zonder noemenswaardige problemen werd het teruggebracht tot een lenig bedrijf van 9000 personen, dus winstgevend, en veel te duur verder verkocht aan Telefonica.
Hoe bent u eigenlijk in België terechtgekomen?
BESSEL KOK: Simpel: woningnood. Na mijn studententijd stak ik de grens over naar Antwerpen. De Nederlandse woningmarkt kende een nijpend tekort door de administratieve last, terwijl ik op de Markgravelei tegen een prijsje een ruime woning kon kopen. Ik ging er als jonge boekhouder werken voor een leverancier van alcohol, Louis van den Wijngaerdt -later Seagram – midden in het Schipperskwartier. Deze rauwe, eerlijke middenstander was als een vader voor me (Koks vader stierf toen hij zeven was, nvdr).
In mijn Antwerpse jaren heb ik trouwens de kans gemist om mijn journalistieke roeping in daden om te zetten. Fons Van de Putte, een goede vriend van me uit de jazzkroeg Gard’Civik, was al uitgever van een fiscaal blad. Hij vroeg me of ik zin had om een zakenblad uit te geven. ‘Ach man’, zei ik hem, ‘dat maakt toch geen kans in Vlaanderen’. Ik zat goed fout, want ik word een kwarteeuw later door datzelfde blad geïnterviewd.
U kwam later zeer vroeg in aanraking met computers, de grondslag van SWIFT.
BESSEL KOK: Klopt. Er was een studie van de University of Stanford uit 1972 waar drie wetenschappers de mogelijkheid bestudeerden van een internationaal elektronisch netwerk tussen de banken. Ze kwamen bij ons terecht en ik besliste mee op te stappen als financieel directeur. Toen waren we met vier. Het was echt pionierswerk. Zo dienden we in 1977 onze jaarrekening in en plots kreeg ik een telefoon van de voorzitter van de rechtbank van koophandel, niemand minder dan Jean-Louis Duplat. Wat is hier aan de hand, want jullie hebben 200 miljoen frank verlies. We kregen een jaar uitstel onder het dreigement van een faillissement. Een gerechtelijk akkoord avant la lettre was het. Maar uiteindelijk kreeg het bedrijf vanaf 1977 een vliegende doorstart.
U weigerde verschillende keren toegang aan de Amerikaanse veiligheidsdiensten tot Swift. Uw opvolger Leonard Schrank gaf, na 9/11, wel informatie door. Speelde mee dat hij een Amerikaan was, zelfs voorzitter van de Amerikaans-Belgische kamer van Koophandel?
BESSEL KOK: Misschien kon hij niet anders. Ik ben er altijd tegen geweest om informatie aan overheden door te spelen en werd gesteund door alle Europese banken. De informatie is eigendom van de banken, niet van de transporteur. Swift geeft niet alleen de informatie over betalingen aan terroristische groeperingen vrij – gesteld dat ze die vandaag nog op die manier zouden doen, wat ik betwijfel – maar ook legitieme verrichtingen. Eigenlijk geeft je dus een schat aan – ook handelseconomische – informatie over interbancaire verrichtingen zomaar weg aan de CIA. Een gigantische fout. #
Hans Brockmans
‘Het is te gek als je de persartikels tegen Didier Bellens vergelijkt met de weinig kritische stukken over de financiële topmensen’
‘Zes maanden na Belgacom stond ik weer aan het hoofd van een communistisch staatsbedrijf waar 28.000 mensen werkten.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier