Afscheidnemend Icann-voorzitter Vint Cerf staat bekend als de man achter de basisarchitectuur van het internet. Als professor aan de Stanford Universiteit kwam hij opdraven met het TCP/IP protocol, enkele jaren later ontwikkelde hij de eerste commerciële e-maildienst. In 2005 werd Cerf ingelijfd door Google als ‘Chief internet evangelist’. Hij mocht meteen een bureau betrekken naast ceo Eric Schmidt. Data News kreeg tien korte minuten toegewezen voor een exclusief interview.
DN: Waarom is de introductie van internationale domeinnamen zo belangrijk? Het World Wide Web is toch al een meertalige omgeving?
VC: “Absoluut. De introductie van de nieuwe domeinnamen zal vooral een faciliterend effect hebben. De meertaligheid van het internet gaat niet veranderen, want gebruikers hebben al langer de mogelijkheid om zich uit te drukken in de taal of met de karakters die ze wensen. De mondiale dialoog zal dus niet meteen versnellen. Als je geen Russisch spreekt, zal het feit dat je cyrillisch kan gebruiken in domeinnamen je immers niet helpen om te communiceren met Russische internauten. Anderzijds gaat de introductie van toplevel domeinnamen in andere dan de Latijnse karakters toch een zeker comfort met zich brengen. Sommige mensen voelen zich comfortabeler wanneer ze in hun eigen taal en hun eigen schrift naar domeinnamen kunnen zoeken. Op lokale schaal zie ik het aantal internauten dan ook fors toenemen: Chinezen bijvoorbeeld, die de Engelse taal niet machtig zijn, zullen zich gemakkelijker richten tot het net als ze geen Latijnse tekens meer nodig hebben. Ze zullen allemaal online kunnen gaan, zonder dat ze daarvoor een speciale opleiding moeten volgen. En ook: wanneer je een aan het Russisch verwante taal spreekt, maar niet leeft in Rusland, kan je elkaar misschien gemakkelijker vinden.”
DN: U werkt aan een project om het internet beschikbaar te maken in het heelal. Ik stel me vragen bij de leefbaarheid van een dergelijk project.
VC: “Een standaard ontwikkelen om communicatie in de ruimte mogelijk te maken, heeft niets met leefbaarheid te maken. Daar is het ons echt niet om te doen. Ik ben gewoon blij dat we na jaren van hard labeur erin geslaagd zijn om communicatieprotocollen te ontwikkelen die gebruikt kunnen worden in het heelal. De technologie is al getest op aarde, en nu zouden we tests willen uitvoeren op verschillende platformen in de ruimte. Dat is nodig, want de Nasa gaat nooit geld willen steken in toepassingen waarvan niet zwart op wit bewezen is dat ze werken. Tegen 2010 zouden we er zeker van moeten zijn dat de software en de hardware ook daadwerkelijk spaceproof is. Uiteindelijk moeten ruimteschepen met elkaar kunnen communiceren zoals wij dat hier doen op aarde, via het internet.”
“Wat we ook ontdekt hebben, is dat de internetprotocollen die we ontwikkeld hebben, niet werken op interplanetaire afstanden. Ik zie onze technologie in de nabije toekomst wel opduiken in ruimtetuigen en op andere planeten, maar om tussen die planeten onderling te communiceren, zullen er nog nieuwere protocollen nodig zijn.”
DN: U bent intussen vice-president van internetgigant Google. De kritiek op dat bedrijf zwelt aan. Google wordt verweten te evolueren naar een monopolist.
VC: “Laten we wel wezen: niets van wat Google doet, beknot of beperkt andere technologiebedrijven in hun doen en laten. Dat kan niet van alle spelers gezegd worden. Ik begrijp dat de vraag hoe dominant een bedrijf mag zijn, gesteld wordt. Maar op dit ogenblik is er nog ruimte zat voor concurrentie. Het aantal bedrijven dat momenteel de mogelijkheden van geavanceerde search-toepassingen onderzoekt, groeit dagelijks. Binnenkort komt er misschien een speler op de proppen met een zoekalgoritme dat veel beter is dan het onze. We voelen de hete adem van de anderen dus wel degelijk.”
DN: Bestaat de mogelijkheid dat Google ooit gesplitst wordt?
VC: “In het verleden zijn er paar voorbeelden geweest van bedrijven die opgesplitst werden omdat ze concurrentie onmogelijk maakten, of op zijn minst bemoeilijkten. Maar tot op vandaag is Google gewoon één van de vele spelers in een concurrentiele markt. We eisen toch niet het alleenrecht op over onze gebruikers? Wij kunnen en willen internauten niet verbieden om voor toepassingen van concurrenten te kiezen. Google moet ook een toegankelijk bedrijf blijven. We staan als één blok achter het gegeven van de open internetarchitectuur, en de interfaces van onze applicaties zijn toegankelijk voor iedereen. Het topmanagement van Google maakt daarover duidelijke afspraken met zijn klanten. Onze producten mogen door derden gebruikt worden, en als je onze e-mail of onze spreadsheets gebruikt, kan je de hoeveelheid data die bij ons opgeslagen zit op eender welk moment terughalen naar je eigen machine, of overzetten naar de servers van lokale concurrenten. Uit het afblokken van anderen haal je als bedrijf echt geen voordeel.”
DN: Iets anders: waarom is Skype niet zo succesvol als iedereen voorspeld had?
VC: “Daar ben ik zelf nog niet helemaal uit. Ik heb ook maar een beperkt zicht op het businessmodel van Skype. Als gebruiker ben ik aangenaam verrast door de betrouwbaarheid en het gebruiksgemak van het programma. Skype lijkt ook heel wat gebruikers te tellen. Maar misschien snijdt het management zichzelf in de vingers, en staan de inkomsten niet in verhouding tot de kosten. Zelfs wanneer ik Skype heel vaak gebruik, zie ik mijn beschikbare krediet nauwelijks dalen. Ik denk dan ook dat Skype zijn businessmodel moet herbekijken, en nieuwe prijsafspraken moet maken. Het management moet beter leren begrijpen op welke manier het bedrijf echt geld kan verdienen.”
DN: U kent allicht de Belg Robert Cailliau, één van de grondleggers van het internet. Waarom geniet hij zo weinig erkenning bij de internetgemeenschap?
VC: “Robert is één van de founding fathers van het World Wide Web, niet van het internet, maar de meeste mensen maken dat onderscheid niet. Het internet is het platform waarop het World Wide Web draait, net zoals er nog andere toepassingen op draaien. Het klopt dat Robert Cailliau en Tim Berners-Lee samen het www uitgedokterd hebben. Ik snap ook niet waarom Cailliau zo weinig erkenning geniet en Berners-Lee met alle eer gaat lopen. Maar je ziet dat wel vaker met uitvindingen waar meerdere mensen mee gemoeid zijn. Het grote publiek focust graag op één persoon. Heeft Berners-Lee zichzelf dan beter verkocht? Of is hij misschien beter geplaatst geweest om dat te doen? I don’t know. Zelf heb ik er steevast op gewezen dat twee mensen aan de basis lagen van het www.” z
Frederik Tibau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier