Ik ben opgegroeid in Wezembeek-Oppem, in Oppem om precies te zijn. Mijn buren aan beide kanten waren Franstalig. We speelden dus ‘cache-cache’, dat lag voor de hand. Ze noemden ons ‘les Flamants Roses’. Nooit goed geweten of dat een scheldwoord was, dan wel een koosnaam. Het samenspel was toen al een beetje Vlamingen tegen Franstaligen, speels, nooit echt kwaadaardig. En recent bleek dat ook uit een studie van enkele vooraanstaande universiteiten dat het respect en de waardering tussen beide taalgroepen in België erg groot is. ‘Verrassend groot’, schreef De Standaard dat er verder weinig ruimte aan gaf in de krant.
Er zijn verschillen tussen beide taalgemeenschappen. En gelukkig maar, diversiteit maakt het alleen maar interessanter. Uit onze recente verkiezingsenquête blijkt ook dat Vlamingen en Franstaligen over behoorlijk wat items anders denken. Vlamingen buizen de federale regering Di Rupo, terwijl Franstaligen veel positiever zijn en een 6,4 op 10 geven. Werkgelegenheid is voor zes op de tien Franstaligen dé topprioriteit voor de volgende regering, terwijl dat in Vlaanderen 51 % is. Lastenverlaging is dan weer belangrijker in Vlaanderen dan in Wallonië. Opvallend is de roep voor een beter onderwijs. Voor meer dan één op de drie Franstaligen moet de volgende regering daar dringend werk van maken, terwijl slechts 23 % in Vlaanderen dat item aanduidt als een prioriteit.
Dat de it-infrastructuur en -diensten bij justitie absoluut moeten aangepakt worden staat voor 40 % van de Vlamingen als een paal boven water. Bij Franstaligen is dat slechts 19 %. Zij zien dan vooral veel werk voor de it-aanpak bij de administratie. Nederlandstaligen zijn een grotere voorstander van outsourcing bij de overheid en een grotere meerderheid is te vinden voor één chief information officer (cio) verantwoordelijk voor alle federale overheidsdiensten. Franstaligen pleiten ook voor een meer protectionistische aanpak door Europa tegen Amerikaanse en Aziatische leveranciers. Beide taalgemeenschappen zijn het wel roerend eens dat de overheid veel meer personeel en middelen moet uittrekken om het cyberterrorisme en spionage te bestrijden. En het mag niet verbazen in deze doelgroep dat ict voor een veel efficiëntere overheid kan zorgen en bovendien besparingen zal opleveren. Maar dan toch zijn Franstaligen in onze enquête veel minder dan Vlamingen van mening dat stemmen via computer heel betrouwbaar en veilig is. Zo zie je maar dat er toch wel verschillen zijn in een klein land als België. Op wereldvlak zijn we echter slechts een zakdoek groot, niet eens 1 % van de totale it-omzet. Stel je voor, mocht het land splitsen…
Wie vaak naar het buitenland gaat, krijgt wel meer de vraag hoe het nu zit in België. Of het land uit elkaar valt. Alleen al op onze luchthaven zie je reuzengrote advertenties voor Vlaanderen, Wallonië of Brussel. Stel je voor hoe potentiële investeerders uit, ik zeg maar wat, China daar naar kijken? Met wie moeten ze nu wel gaan praten? Dat is bijzonder jammer want als klein land kan je beter met één stem spreken, met één aanspreekpunt. We mogen dan al bij wijlen een verschillend wereldbeeld hebben; de nood aan innovatie, onderwijs, interessante jobs en een uitstekende it-infrastructuur en diensten is in heel België gelijk. Daar denk ik aan, nu zondag in het stemhokje. U ook?
LUC BLYAERT
De nood aan uitstekende it-infrastructuur en diensten is in heel België gelijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier