Vlaamse studenten krijgen technologische ondernemerskuur in New York
Start-ups die over de landsgrenzen heen kijken, hoeven niet per se naar Silicon Valley te lonken. Ook New York lijkt hoe langer hoe meer het Mekka voor tech start-ups. Veertig Vlaamse laatstejaarsstudenten trokken naar The Big Apple voor een heuse ondernemerskuur.
Afgelopen jaren bracht de Leuvense studentenorganisatie AFT (‘Academics for Technology’) bezoeken aan onder meer Londen en Berlijn. Het is bijna merkwaardig dat het collectief, dit jaar in samenwerking met partners zoals Cronos en Medialaan, nog geen stop had gemaakt in New York. “De bruisende start-up community kan je moeilijk vergelijken met die van een Europees land”, getuigt een van de deelnemers. “Hier weet iedereen zijn ondernemersverhaal boeiend te maken en te verkopen, omdat Amerikanen daar gewoonweg in uitblinken.”
Ondernemerschap met de paplepel
Tijdens de trip kreeg het veertigtal inderdaad het kant en klare bewijs dat ondernemerschap in de Verenigde Staten uitdrukkelijk wordt gestimuleerd. Zo is er Cornell Tech, de technologiepoot van het New Yorkse Cornell University, wiens doel erin bestaat om jaarlijks doorgedreven ondernemerstalent in het tech-ecosysteem te pompen. De faculteit brengt gelijkgestemde docenten, technologie-ondernemers en studenten samen in een academisch kader, waar projectgebaseerd leren centraal staat. U vindt er vakken terug zoals ‘health tech’, ‘operations research & information engineering’ en ‘connective media’.
“Ondernemerschap in de technologische branche wordt hier met de paplepel ingegeven”, laat de Belg Lucas Denys weten. Denys, de oorspronkelijke oprichter van AFT, ruilde drie jaar geleden het Belgische front in voor de charmes van New York. De twintiger behaalde zelf ook zijn masterdiploma in computerwetenschappen aan Cornell Tech. “Hier is alles mogelijk, zolang je er maar voor werkt, groots durft te dromen en jezelf omringt met de juiste mensen”, inspireert hij het jonge AFT-publiek. “Tijdens de eerste lessen wist ik amper wat mij overkwam: ik kon zelf mijn vakken kiezen, onderzoek voeren in samenwerking met enkele bekende koppen en kreeg zo een goed beeld over het New Yorkse professionele leven in de praktijk. Daardoor ben ik erin geslaagd om niet alleen mijn technische vaardigheden bij te schaven maar ook kennis te nemen van ondernemen in de VS. Tegelijk kon ik een ruim netwerk uitbouwen, waar het hier eigenlijk allemaal om draait.”
“In een digitaal tijdperk waar innovatie aan een steeds sneller tempo moet plaatsvinden, hebben we gewoonweg nood aan nieuwe samenwerkingen en een aangepast onderwijssysteem”, klinkt het bij Arnaud Sahuguet. Hij is directeur bij Cornell Tech’s ‘The Foundry’, een community die alle betrokken partijen van de universiteit ondersteunt. Problemen oplossen, mensen met elkaar connecteren, adviesverlening en zelfs visionaire ideeën ondersteunen: zolang haar activiteiten maar een impact uitoefenen op de universiteit en de samenleving. Eerder al deden Amerikaanse bedrijven zoals Sidewalk Labs, die stedelijke problemen aanpakt, al een beroep op Cornell Tech-studenten om fileleed en een gebrek aan parkeerplaatsen aan te pakken. “Die kruisbestuiving tussen verschillende profielen is fenomenaal. Creativiteit, vaardigheden, gezond verstand, engagement en zin voor initiatief zijn dan ook belangrijke selectiecriteria om hier binnen te geraken. Veel Cornell Tech’ers beginnen na hun studies meestal hun eigen start-up of ze vervoegen een startersbedrijf als werknemer”, vertelt hij nog.
Mensgestuurde technologiebedrijven
Hoewel het aantal beginnende technologiebedrijfjes in New York fors stijgt, is de menselijke drijvende kracht erachter dikwijls nog belangrijker. Vaardigheden en een validatie ervan in de vorm van een diploma verhogen iemands credibiliteit, maar mentaliteit staat waarschijnlijk hoger aangeschreven.
Dat beaamt ook SevenRooms, een start-up die een client relationship management platform ontwikkelde waarmee de horeca- en hotelsector een betere dienstverlening kan verzorgen. “Het feit dat ons platform zoveel bereik haalt en technologisch zo hoogwaardig is, hebben we te danken aan een team met verschillende expertises”, klinkt het bij medeoprichter en cto Kinesh Patel. “In New York is alles overigens people business. Werken doe je overdag, maar business haal je ‘s nachts binnen wanneer je met potentiële klanten of partners op restaurant gaat. Het is fantastisch wat mensen kunnen bereiken tijdens een etentje in vergelijking met een afstandelijk gesprek in een meeting room.” Patel laat trots zien wat de gelijknamige softwareoplossing achter SevenRooms allemaal kan. Dankzij het crm-pakket hebben klanten – waaronder restaurants en nachtclubs – een soort van intranetoplossing die voor elke bezoeker gegevens registreert om zoveel mogelijk klantinzichten te vergaren. De tool is dus vergelijkbaar met reserveringsplatform OpenTable, buiten het feit dat SevenRooms specifieke gebruikersdata doorspeelt aan professionele partijen die bij het platform geregistreerd zijn.
Het vijf jaar oude bedrijfje van Patel en medeoprichter en ceo Joel Montaniel gooit binnen haar markt hoge ogen, toch vormt de privacykwestie van het product een heikel punt. SevenRooms volgt wel netjes de regels wat betreft het verzamelen van gebruikersgegevens maar heeft zelf geen zicht op wat klanten al dan niet met de data doen. Daarenboven heeft de eindklant geen flauw benul dat zijn doen en laten netjes in kaart wordt gebracht. Het is al langer geweten dat men in de VS losjes gaat over het gebruik van persoonsgegevens, toch mag de moraal van SevenRooms in twijfel worden getrokken. “Er is weinig duidelijkheid over het aanwenden en gebruik van data”, knikt Patel. “Eigenlijk zou het handig zijn als ethiek rond data in het onderwijssysteem wordt behandeld.”
Nieuwe manier van werken
Als we dan toch een gelijkenis kunnen vinden tussen het New Yorkse en Belgische ecosysteem, dan is het wel de stijging in millennials op de werkvloer. De nieuwe manier van werken is er helemaal ingeburgerd, dat wordt duidelijk tijdens het bezoek aan Stack Overflow.
Het technologiebedrijf werd opgericht in 2008 en groeide uit tot de grootste online community voor programmeurs. Maandelijks bezoeken zo’n 300.000 Belgische ontwikkelaars en techneuten het platform om antwoorden te vinden op hun vragen en kennis te delen. Eén van de verantwoordelijken is manager Matt Sherman, die openhartig vertelt wat ‘the new way of working’ bij Stack Overflow juist inhoudt.
“Ons intern beleid staat in het teken van een open cultuur, waarvoor we zelf specifieke regels hebben opgesteld”, bevestigt hij. “Zo hebben we ondervonden dat een open werkruimte niet werkt voor onze interne programmeurs. Daarom heeft ieder van hen een eigen kantoor waar hij of zij in alle rust kan werken. Om die reden moedigen we onze teams aan om zoveel mogelijk te communiceren via chattools als Slack. Dat werkt efficiënter. Een ander voorbeeld is werken vanop afstand. Vele bedrijven vinden dat hip maar we hebben gemerkt dat het niet aan elke afdeling besteed is. Sales en marketing behoeven een wisselwerking die stroef zou verlopen als iedereen thuis zijn eigen ding deed.”
Ondanks die regels krijgen Stack Overflow-medewerkers alle vrijheid die ze nodig hebben. Een top-down werknemersbeleid is hier absoluut niet aan de orde, kpi’s zijn volledig gericht op wat er wordt opgeleverd en het bedrijf gelooft sterk in ‘peer accountability’. Bij dat laatste moedigen medewerkers elkaar aan om doelen na te streven en problemen of hindernissen worden open besproken. Dat is volgens Sherman het resultaat van high-performance teams, waarbij ieder een zo concreet mogelijke functieomschrijving met bijbehorende doelen en verantwoordelijkheden heeft.
“Als manager leid ik een dertienkoppig team, waarbij de medewerkers verantwoordelijk zijn voor zichzelf én elkaar”, zegt hij. “Ik ben niet degene die erover waakt dat iedereen zijn werk doet, dat is een collectieve inspanning. Wie afspraken en beloftes niet nakomt, brengt het hele team in de problemen. Wanneer dat het geval is, is het aan hen om zelf een oplossing te vinden. Zelfsturing en -verbetering zorgen ervoor dat we steeds verder geraken en doelen overtreffen. Zolang er maar voldoende gecommuniceerd wordt.”
AFT-medeorganisator Nathan Berghmans gelooft dat de Vlaamse studenten flink wat kunnen opsteken van zo’n beleid. “De helft van de bijna afgestudeerde deelnemers wil een eigen start-up oprichten, de rest twijfelt tussen de corporate wereld en werken bij een start-up”, legt hij uit. “New Yorkse bedrijven zoals Stack Overflow tonen wat zij kunnen verwachten van werken bij een startersbedrijf of een grotere onderneming met die typische start-upcultuur. Onze ervaring hier verschilt toch sterk met die van pakweg Berlijn. Hier is alles transparanter maar de werkdruk ligt ook hoger. Dat open werkbeleid maakt natuurlijk dat bedrijven sneller geëngageerd talent vinden dat er even hard voor wil gaan als de ceo. Maar waar wij Belgen echt wat van kunnen leren? Dat is de efficiëntie waaraan gewerkt wordt (lacht).”
Magali De Reu
“De bruisende start-up community hier kan je moeilijk vergelijken met die van een Europees land”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier