Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

In het start-up wereldje bestaat er geen twijfel meer over : het Europese Silicon Valley vind je niet in Londen of Parijs, maar in Berlijn. Veertig Vlaamse laatstejaarsstudenten zochten uit wat de troeven zijn van de Duitste hoofdstad, en of de hype gerechtvaardigd is.

Berlijn is al een tijdje de meest besproken start-up hub in Europa. Jaarlijks worden er meer dan 500 internetbedrijfjes opgericht, en in 2013 zou de digitale economie er volgens officiële cijfers hebben ingestaan voor 59.000 jobs. Vorig jaar waren het er vast nog een pak meer.

Waarom Berlijn zo aantrekkelijk is voor ondernemers ? Omdat de prijzen om er te wonen en te werken veel lager liggen dan in Londen en Parijs, en uiteraard omdat Berlijn een zeer trendy grootstad is met een ongeëvenaard nachtleven. Combineer dat met een jonge en hoogopgeleide bevolking, en je krijgt een ideale cocktail.

Momenteel wordt één op de 8 jobs in Berlijn binnen de interneteconomie gecreëerd. Dat is ook de overheid niet ontgaan, want intussen voert het stadsbestuur een actief beleid om starters aan te trekken. Ze kunnen financiering vinden bij de Berlijnse investeringsbank, ze genieten fiscale voordelen, het stadsbestuur stelt goedkope accommodatie ter beschikking, en wie dat wenst kan dure infrastructuur zoals 3D-printers in bruikleen nemen. Het resultaat van die inspanningen werpt zijn vruchten af. Bijna wekelijks komt er ergens wel een incubator, een coworkingspace of een accelerator bij (StartupBootcamp, Axel Springer’s Plug & Play, Berlin Startup Academy, Rainmaking Loft, Betahaus, The Factory,…), en ook bekende internetbedrijven als Mozilla, Google en Microsoft komen met nieuwe initiatieven omdat ze deel willen zijn van het gebeuren.

Toch zijn het niet enkel de Amerikaanse internetreuzen die de lokale start-up scène ontdekt hebben, ook ‘traditionelere’ bedrijven maken plaats vrij in hun kantoren om er start-ups onder te brengen. A la Telenet Idealabs voorzien ze die dan van financiële ondersteuning en coaching, zoals in Hub:Raum bijvoorbeeld, een trendy oase in het verder wat kleurloze gebouw van Deutsche Telecom.

“Innovatie bij grote corporates verloopt niet zo snel en is niet zo wendbaar als bij start-ups”, legt communicatieverantwoordelijke Verena Vellmer van Hub:Raum uit. “Het succes van chat-apps als WhatsApp kwam ook voor T-Mobile als een verrassing. Door snuggere jongeren aan te trekken hopen de operatoren om geen evoluties meer te missen.”

DUWTJE IN DE RUG

Hub:Raum is één van de hotspots die een groep van 40 Vlaamse laatstejaarsstudenten (en andere geïnteresseerden) onlangs bezocht in het kader van een studiereis naar de Duitse hoofdstad. De trip werd georganiseerd door de Leuvense studentenorganisatie AFT (‘Academics for Technology’), in samenwerking met iMinds en met de steun van LCIE (‘Leuven Community for Innovation Driven Entrepreneurship’). Bedoeling was niet alleen om de deelnemers onder te dompelen in de Berlijnse start-up scene, maar mogelijke entrepreneurs-in-spe een extra duwtje in de rug te geven, zodat ze ook in België sneller geneigd zouden zijn om een bedrijfje op te starten.

“Ook bij ons komen er de laatste tijd veel meer start-up ondersteunende initiatieven van de grond”, blikt medeorganisator van de trip Miriam De Wolf terug, “maar we staan nog lang niet zo ver als Berlijn. Je merkt duidelijk dat er daar een echte ‘scène’ aanwezig is, het leeft er veel meer dan in België.”

De Wolf : “Mainstream is bijna een scheldwoord in de stad, wat maakt dat creatieve ideeën en vernieuwende businessmodellen er al snel een kans krijgen. In Brussel lijkt het ons een pak moeilijker om een accelerator te overtuigen. Bij ons wil men toch nog steeds wat zekerheid over hoe en wanneer je geld gaat verdienen. Dat weerhoudt heel wat jongeren er van om de stap naar ondernemerschap te zetten.”

“Een kleine kanttekening bij het creatieve en hippe karakter van Berlijn is dat de stad ondernemers aantrekt die meer voor de trendy levensstijl afzakken naar Berlijn dan om echt te ondernemen”, vult medeorganisator Oscar De Somer van AFT aan. Dat vertelde ook head of operations Daniela Lopes van de Startupbootcamp-accelerator die bezocht werd door de groep.

“Er lopen heel wat ‘lifestyle’-entrepreneurs rond in de stad, mensen die het cool vinden om in het relaxte Berlijn rond te hangen en om deel uit te maken van de start-up scene, maar die nooit echt vooruitgaan. Je haalt die ‘wantrepreneurs’ er zo uit : ze zijn altijd wel bezig met een idee, ze schuimen alle events af en ze zijn voortdurend aan het pivoteren, maar tegelijk blijven ze vooral ter plaatse trappelen, alsof ze verliefd zijn op het startersbestaan.”

ROCKET INTERNET

Uit de reacties van de deelnemers blijkt duidelijk dat het bezoek aan ‘company builder’ Rocket Internet een onbetwist hoogtepunt was. Cto Christian Hardenberg trok dan ook een heel uur uit om de Belgische delegatie uit te leggen hoe zijn bedrijf het grootste internetplatform buiten de US en China wil worden.

Het concept achter de beursgenoteerde e-commerce specialist is eenvoudig : trek pientere ontwikkelaars aan, voorzie ze van cash en computers, en vraag ze om een idee te kopiëren dat elders al bewezen heeft dat het werkt.

Rocket Internet baat intussen al 60 bedrijfjes en 350 e-commerce sites uit in 110 landen. Het conglomeraat telt ruim 25.000 werknemers en draait een omzet van 4 miljard euro. Hét grote succesverhaal is de (intussen zelfstandig geworden) Zappos-kloon Zalando, die ook in België de schoenmarkt domineert.

“Rocket Internet heeft een structuur gecreëerd waarbinnen start-ups op een bijna industriële manier gegenereerd worden”, vertelt één van de deelnemers. “De verschillende starters leren van elkaar, en doen hun voordeel met de gemeenschappelijke it-infrastructuur en marketingexpertise. Dat model is erg indrukwekkend.”

De voornaamste les die Miriam, Oscar en de anderen meebrengen naar huis ? “Dat je op een jaar tijd enorm veel vooruitgang kan boeken en al een geweldig product kan hebben”, besluit De Wolf. “Dat hebben we vooral gezien bij Relayr (zie kader). Een jaar geleden zaten die jongens nog in de ideation-fase, en nu hebben ze al een product als Wunderbar.”

Ook bij Basslet, een start-up die een polsbandje ontwikkelt dat de lage tonen in muziek omzet in haptische tikjes, ontdekte de groep dat het belangrijk is om niet te lang te blijven hangen in de fase van de uitwerking van een idee, maar om zo snel mogelijk in een MVP (minimum viable product) te voorzien waarmee je naar de klanten kan gaan. “It’s not about the idea, but about the execution”, vat één van de deelnemers mooi samen.

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content