Met de introductie van een eigen versie van OpenStack, en de bundeling met hardware in EVO, illustreert VMware dat het vanuit virtualisatie doorgegroeid is naar alle legeringen van it.

VMware als een ‘virtualisatiebedrijf’ afdoen, is een vlag die de lading al lang niet meer dekt. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren alsmaar meer segmenten aangeboord en spreekt nu bijvoorbeeld ook over de ‘hybrid cloud’ en het ‘software-defined data center’ (sddc). Rond sddc drijft VMware de inspanningen nu drastisch op, zoals bleek uit de aankondigingen die het bedrijf in petto had op de VMworld-conferentie in San Francisco.

EIGEN OPENSTACK- DISTRIBUTIE

Om te beginnen pakt het bedrijf uit met een eigen versie van OpenStack. ‘VMware Integrated OpenStack’ zal vanaf 2015 gecommercialiseerd worden, maar is nu al in beta verkrijgbaar. Met Integrated OpenStack kunnen it-afdelingen sneller én goedkoper OpenStack API’s gebruiken bovenop de VMware-technologie. Ceo Pat Gelsinger heeft het over “VMware’s brave journey”. “Je moet doordachte, maar moedige beslissingen durven nemen als je kijkt naar de toekomst”, zei Gelsinger tijdens zijn keynote voor de 22.000 VMware-bezoekers. Of hoe VMware vast van plan is om met de grote it-jongens mee te spelen in de strijd rond het data center.

De oplossingen die VMware naar voor schuift moeten de installatie van sddc vereenvoudigen. In het kader daarvan lanceert VMware het nieuwe EVO-gamma: een bundeling van hard- en software voor sddc die via oem-partners gedistribueerd wordt. Het eerste lid van de nieuwe familie is EVO: RAIL: een appliance voor 100 virtual machines (4x stackable) waarbij de installatie in 15 minuten rond is. “No, we’re not doing hardware now”, haastte Gelsinger zich, “onze oem-partners doen dit”. Onder meer EMC, Dell en Fujitsu zijn enkele van die partners. Een tweede familielid staat trouwens ook op stapel met EVO: RACK.

GEGROEID VANUIT VIRTUALISATIE

Rode draad in het hele gamma blijft het principe van virtualisatie. “We hebben niet nog een nieuwe hardware silo nodig. Dit is waar virtualisatie om draait en daar blijven we trouw aan”, aldus Gelsinger.

Toen VMware in 2001 met het ESX-product rond desktop workstations van start ging, was het de eerste fabrikant die virtualisatie op het Intel-platform mogelijk maakte. “Eerlijk, in het begin hadden we geen idee dat virtualisatie zo belangrijk ging worden in de industrie en ons zo tot in alle delen van it zou brengen”, geeft Matt Piercy, vp Northern Europe bij VMware ruiterlijk toe. Jeremy van Doorn, senior SE manager for EMEA, networking & security business unit, is nu 11 jaar aan boord bij VMware en heeft de meeste anciënniteit in het Benelux-kantoor. “Ik herinner me nog dat onze eerste Belux-partners Systemat, Econocom, RealDolmen, HP en IBM waren. Toen vochten we in de industrie om het meeste aantal cpu’s. Nu gaat het over blades in combinatie met één of twee cpu’s. Het netwerking-gedeelte wordt nu alsmaar meer gedistribueerd, net zoals big data”, zegt van Doorn die het gesprek zo weer op software-defined data centers brengt. “Het is simpel. De it-geschiedenis heeft ons geleerd dat hardware uiteindelijk toch faalt. En dus hanteren we nu een ‘design for failure’ principe, waarbij de intelligentie nu in de software zit”, besluit van Doorn: een transitie waaruit VMware voorlopig volop garen spint getuige de mooie omzetcijfers. VMware zag zijn omzet in het tweede kwartaal met 17 procent stijgen tot 1,46 miljard dollar, wat meer is dan wat analisten verwachtten. De winst daalde weliswaar van 245 naar 167 miljoen dollar, maar dat heeft alles te maken met de overname van AirWatch. Die mobile device management (mdm) technologie wordt ondertussen trouwens verder geïntegreerd in de VMware-producten.

Kristof Van der Stadt