De naam Belnet doet allicht een belletje rinkelen, maar de rol die deze connectiviteitsprovider in de voorbije 20 jaar heeft gespeeld, is zeker onderbelicht.

Je kan rustig stellen dat de overheid en heel wat hogere onderwijsinstellingen bruusk tot stilstand zouden komen, als Belnets waarnemend directeur Jan Torreele en zijn ca. 70 medewerkers onverhoeds de stekker zouden uittrekken (niet dat ze dat van plan zijn). Immers, Belnet vervult een rist cruciale taken: een nationaal onderzoeksnetswerk uitbaten, een interconnectie (en internetconnectie) van federale overheidsinstellingen, een reactieteam bij computer/security problemen en een publieke internet-‘exchange’.

20 jaar geleden, 64Kbit

Zag Belnet het daglicht in 1993, dan werd een eerste beslissing al in 1989 genomen, met het oog op de oprichting van een Belgisch internet-gesteund ‘National Research & Education Network’ (NREN). Bij de start telde Belnet een 30-tal klanten, zoals universiteiten en onderzoekscentra, met een connectiesnelheid van wel 64Kbps! “Belnet was de eerste internet provider in België,” benadrukt Torreele graag nog even, “nog voor de commerciële aanbieders.” Vandaag biedt Belnet aan de hogere onderwijswereld en onderzoekscentra een (onder meer) ipv6-gesteund netwerk, dat multi-Gbit snelheden (ook point-to-point) biedt, evenals een interconnectie met de Europese en wereldwijde hoge snelheids-researchnetwerken (zoals het Europese Géant), “goed voor petabytes aan dataverkeer.” Belnet beschikt hiervoor over ca. 2.000 km eigen glasvezel, een 25 POP’s met een 300-tal klantenaansluitingen en koppelingen met de rest van het internet. De huidige capaciteit bedraagt 5x42x10Gbit/s stromen, met ca. 70 Gbit/s connectiviteit naar commerciële internetproviders. Met behulp van een dergelijk onderzoeksnetwerk kunnen Belgische universiteiten evengoed deelnemen aan multinationale projecten (zoals de LHC-deeltjesversneller van CERN), als onderling met de best mogelijke connectiviteit samenwerken (zoals voor de koppeling met supercomputers).

In 2000 werd besloten dat Belnet ook de overheidsinstellingen in Brussel zou koppelen, en hun interconnectie met het internet verzorgen. Dat leidde in 2002 tot de eerste versie van FedMAN. “Vandaag zijn we hier al toe aan versie 3,” aldus Torreele, “dat we uitbaten in opdracht van Fedict.”

Vandaag bedient Belnet dan ook 750.000 tot meer dan 800.000 internet-eindgebruikers in ons land, goed voor een plaatsje in de top-3 van Belgische isp’s. En dat zonder privé-personen of commerciële organisaties als klant.

Overigens kan Torreele wijzen op een hoge tevredenheidsscore bij zijn klanten, goed voor 8,5 op 10, mede dank zij een symmetrische hoge bandbreedte, lage ‘latency’ en een hoge bedrijfszekerheid.

Eigen diensten

Sinds 2004 legt Belnet zich ook meer toe op security, met eerst een Belnet-CERT (Computer Emergency Response Team) voor de eigen klanten. Sinds kort neemt het security team van 10 personen, onder leiding van Christian Van Heurck, ook de rol van nationale CERT. BE waar, in opdracht van Fedict. Het doel is te informeren over cybersecurity, evenals hulp bieden bij problemen (niet zozeer inzake cybermisdaad, want dat laatste is bestemd voor de politie).

Daarvoor, in 1995/96 ging Belnet ook van start met Bnix (the Belgian National Internet Exchange), een dienst die de onderlinge koppeling van netwerken in het internet faciliteert door middel van een publieke interconnect.

Daarnaast biedt Belnet zijn klanten nog een hele rist bijkomende diensten, zoals DNS-diensten, ip-adressen, leased lines, een backup- connectiviteit en dies meer. Een basisdienst is de Belnet R&E Federation dienst, voor een beveiligde id-dienst (zodat onder meer studenten zich makkelijk bij softwareleveranciers kunnen authenticeren, met het oog op kortingen). Ook kunnen studenten en wetenschappers hierdoor in het kader van ‘Eduroam’ zich met hun eigen id inloggen in netwerken van andere hogere onderwijsinstellingen in België en Europa.

Met toekomst

Als ‘staatsdienst met afzonderlijk beheer’, ontvangt Belnet voor zijn werking een jaarlijkse dotatie van ca. 8 miljoen euro. Daarnaast kan Belnet evenwel ook nog eigen inkomsten genereren, zodat het totaal jaarbudget uiteindelijk zo’n 15 miljoen euro bedraagt. Daarmee staat Belnet ook in voor de vijfjaarlijkse upgrades van de infrastructuur, met zo in 2014 een nieuw operationeel netwerk voorzien. Op basis van de huidige glasvezelinfrastructuur zullen dan snelheden van 100Gbit/s over een 80-tal golflengten per glasvezel worden aangeboden. Daarmee wil Belnet nog meer aan de wensen van de klanten tegemoetkomen, door nog meer een solution provider te zijn, en te blijven mikken op een maximale kwaliteit. Torreele mikt hierop door naast technische expertise zich nog meer toe te leggen op een ‘klantenfocus’, partnerships en het creëren van een community. Zo wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van een Belgische onderzoeks-‘cloud’, met al projecten rond opslag en virtuele servers (tegen het derde kwartaal van 2013).

Guy Kindermans

BELNET WERKT AAN DE ONTWIKKELING VAN EEN BELGISCHE ONDERZOEKS-‘CLOUD’.