Gebruikers maken zich toch nog heel wat zorgen over ict-diensten in de cloud. Wat stellen de leveranciers daar tegenover, om die angst uit de wereld te helpen?
Ict-diensten in de cloud zijn in wezen niet nieuw, want uiteindelijk boden de servicebureaus uit de jaren zeventig en tachtig krek dezelfde diensten aan. Meerdere klanten maakten immers gebruik van een zelfde infrastructuur, en dat gewoonlijk vanop afstand. Zo draaide het abonnementenbestand van Data News – een niet onbelangrijke dataset – jarenlang op een HP-machine in zo’n servicebureau, waar met behulp van wat seriële terminals, een multiplexer en een huurlijn toegang toe werd verkregen.
Vandaag biedt de ‘cloud’ heel wat meer mogelijkheden nog, maar er staat ook wel nog meer op het spel. Lees: nog meer data, die vanuit een grote verscheidenheid aan werkplekken en toestellen toegankelijk moeten zijn. Of het nu infrastructuur (IaaS), platformen (PaaS) of toepassingen (SaaS) zijn die door de leveranciers worden aangeboden, in al die gevallen moeten ze aantonen dat ze die diensten op een betrouwbare wijze kunnen aanbieden. Doen ze dat ook, dat aantonen?
Een palette
Bij AtoS – het bedrijf gevormd na het samengaan van Atos Origin en Siemens IT Solutions and Services – wordt in eerste instantie infrastructuur als een service (IaaS) geboden. Peter Hellemans, hoofd van managed services bij AtoS Int. Belux, ziet geen probleem om zijn aanbod hard te maken. Bovendien, “de klanten tekenen hier geleidelijk op in,” stelt hij, en “gaan daarbij geleidelijk te werk.” Wat ooit een vorm van managed services was, groeit zo door naar een ‘gebruik betaald per maand’, maar dan in eerste instantie voor niet-bedrijfskritieke toepassingen en data. De klanten bepalen daarbij ook zelf welk niveau van dienstverlening ze willen genieten, inclusief bijhorende niveaus van beveiliging (gaande van gedeelde tot volledig gescheiden verwerkings- en opslaginfrastructuur). Naast elementaire vereisten als gescheiden datacenters voor redundantie, biedt AtoS de klanten ook informatie over waar zich welke data bevindt, met alle nodige data voor de klant om aan de eigen auditvereisten te voldoen. “We willen zo tranparant mogelijk zijn,” benadrukt Hellemans, en “onze middelen, procedures en controles worden door de meeste klanten wel geaccepteerd.” Het hart van dit alles wordt gevormd door het Amore beheer en monitoring systeem. Ook kan de informatie worden gekoppeld aan de systemen bij de klant zoals voor service beheer (itsm). Desgewenst kan de klant zelfs de rauwe data krijgen, als hij die zelf op een specifieke wijze wil verwerken.
In het bijzonder mikt hij hierbij op de kmo’s, zeker hier in België waar de waarde van het overgrote deel van de service/cloud conracten beduidend lager is is. Daarom ook benadrukken dat AtoS lokaal voor die bedrijven met lokale mensen werkt en eigen middelen. Zelfs de nearshore resources zijn specifiek aan onze contreien gelinkt.
Kortom, beschouw de cloud als een nieuwe vorm van ‘appliance’, die we op termijn “binnen de 2 à 3 dagen” kunnen leveren.
Ook BT mikt veeleer op infrastructuur als een service, met eventueel wat ‘platform’ in de mate dat ‘voice’ en ‘messaging’ diensten als een soort technologiediensten worden beschouwd. “We bieden allicht niet de goedkoopste ‘virtuele machine’ op de markt,” stelt Joost van Hest, directielid van BT Benelux, maar het bedrijf biedt dan wel garanties inzake het toekennen en het beschikbaar houden van servers, connectiviteitsystemen en netwerkcapaciteit voor de klant (dat laatste als gebruik wordt gemaakt van het BT-netwerk). “Die garantie en info geldt voor de hele virtuele en fysieke laag,” wordt nog onderstreept. BT stelt zelfs verder te gaan met die info dan derden, bijvoorbeeld rond aspecten als overbooking. Maar ook adviezen over hoe optimaal de ict in de cloud te verdelen over eigen materiaal (in co-locatie bij de leverancier) en cloud systemen (virtuele systemen). “Alle combinaties zijn mogelijk, ook al omdat een bedrijf nooit alle informatica als een service zal afnemen.” Als leveranciers van infrastructuurdiensten benadrukken de beide bovenstaande bedrijven tevens dat het applicatieniveau sowieso de verantwoordelijkheid van de klant blijft. Duidelijk is dat de klant, afhankelijk van het type clouddiensten dat hij consumeert, zelf – of door derden – de leveranciers grondig moet bevragen over zijn garanties. Een document met een belofte inzake sla’s volstaat daarbij geenszins.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier