In het hoger onderwijs vormt het ict-netwerk een basisinfrastructuur die onmisbaar is voor studenten, onderzoekers en andere medewerkers. Met haar nieuwe lan verwacht de VUB de komende vijf jaar een antwoord te kunnen bieden aan het toenemende netwerkgebruik.

Het netwerk van de VUB kan intussen op een behoorlijk lange geschiedenis terugblikken. De VUB – in samenwerking met de Franstalige ULB – was één van de allereerste Belgische organisaties die toegang had tot het internet. De universiteit investeerde al in de jaren tachtig in een glasvezelverbinding tussen haar diverse sites. De VUB vormt samen met de Erasmus Hogeschool de Universitaire Associatie Brussel, en telt ongeveer 12.000 studenten en 3.000 medewerkers. Ook het UZ Brussel behoort tot het ruimere ecosysteem van de universiteit. En uiteraard is er ook vandaag een nauwe band met de ULB. “Voor al die mensen hebben we een netwerk uitgebouwd”, zegt André Scheirlinckx van het Rekencentrum VUB/ULB. “We beheren achtduizend actieve aansluitingen, met dagelijks ook verschillende duizenden mobiele toestellen die connectie maken met het netwerk.”

De toename van het aantal studenten en van het gebruik van het netwerk deed de universiteit uitkijken naar een nieuwe oplossing. “Vroeger hadden we een actief/passief-opstelling”, legt André Scheirlinckx uit. “Eigenlijk is dat een verspilling van middelen, want je gebruikt maar de helft van de beschikbare infrastructuur. Daarom wilden we voor het nieuwe netwerk werken met actief/actief-links. Daarnaast moest ook het aantal vlans uitbreiding krijgen. We hadden er vierduizend maar dat was stilaan niet meer voldoende.” Van de kandidaat-leveranciers verwachtte de universiteit verder dat ze met open standaarden zouden werken. “We beschikken over een team van zes medewerkers. Het is belangrijk dat we efficiënt kunnen werken, bij voorkeur met dezelfde technologie voor het lan en het opslagnetwerk.” Verder vroeg de VUB ook naar ondersteuning voor voip en multicast. “En we wilden virtualisatie, zodat er geen discussie zou ontstaan tussen het serverbeheer en het netwerkbeheer.”

LICHTSNELHEID

Na de analyse van de voorstellen van zeven leveranciers, besliste de VUB de opdracht toe te wijzen aan Avaya. Het netwerk is opgebouwd op basis van Avaya Fabric Connect met switches en routers van de types ERS 8800, VSP 4000 en VSP 7000. Er is een backbone van 10 gbps, terwijl de snelheid op het lan nergens lager is dan 1 gbps. “De technologie van Avaya bood ons veel vrijheid in de opbouw van het netwerk”, zegt André Scheirlinckx. “Zo konden we een ring bouwen, waar we toch de nodige lussen in konden voorzien. Dat lijkt misschien eenvoudig, maar bleek in de praktijk toch vrij complex.” Daarom nam de universiteit de tijd om voor de uitrol van het nieuwe netwerk een aantal andere implementaties te bekijken, zoals het netwerk van de universiteit van Leeds en de oplossing die in gebruik was tijdens de Olympische Spelen in Londen, waar Avaya een netwerk neerzette voor tienduizenden gebruikers.

Avaya Fabric Connect is gebaseerd op de open standard Shortest Path Bridging en maakt gebruik van het IS-IS-protocol voor routering om alle services – zoals vlan, ipv4- en ipv6- subnetten en multicast – over het netwerk te distribueren. Bij Shortest Path Bridging is virtualisatie bovendien niet langer afhankelijk van de topologie van het gekozen netwerk. “We zijn zonder noemenswaardige onderbreking op het nieuwe netwerk overgestapt”, vervolgt André Scheirlinckx. “Het enige dat de studenten ervan gemerkt hebben, is dat alles nu een pak sneller werkt. Alle switching verloopt nu letterlijk aan wire speed.” Het nieuwe netwerk heeft ook de mogelijkheden van multicast – onder meer voor tv – sterk uitgebreid. “In plaats van enkele sources voor onze duizenden gebruikers, kunnen we makkelijk duizenden sources aan. Omdat het IS-IS-protocol nu goed in elkaar zit, kunnen we rekenen op eenvoudige vertalingen naar alle routings: ipv4, ipv6 en multicast. Daar hoeven we ons dus geen zorgen meer over te maken.” Ook de behoefte aan meer vlans en virtualisatie in het datacenter is door de nieuwe oplossing afgedekt. “Met het huidige netwerk zitten we weer voor een hele tijd goed”, besluit André Scheirlinckx. “De oplossing is berekend op de verdere groei van onze netwerkbehoeften tijdens de komende vijf jaar.”

Dries Van Damme