Waarom ook een musical een wifi-netwerk nodig heeft
In Puurs draait momenteel ’40-45′ op volle toeren. De spektakelmusical zet schermen, licht, geluid en een heuse trein in om het publiek mee te sleuren in het verhaal. Een productie, zo blijkt, met een stevige technische kant. ‘Je krijgt zoiets pas aan de praat als er een deftig netwerk onder draait.’
De nieuwe spektakelmusical van Studio 100 draait nog tot eind volgend jaar en speelt in, u raadt het al, de Tweede Wereldoorlog. Net als bij voorganger ’14-18′ komt daar wat high-tech bij kijken, met schermen, geluid en bewegende podiumelementen. Data News sprak met The Safe Group, het kleine Limburgse bedrijf dat het netwerk rond de musical in goede banen moet leiden.
“Ons bedrijf is eigenlijk ontstaan op Rock Werchter. We zijn begonnen met camera’s. Die moeten draadloos werken, want je kunt geen kabel trekken over de wei. Dus moesten we daar ook een wifi-netwerk voorzien”, zegt Ilja Theuwissen, een van de twee oprichters van The Safe Group. Ondertussen regelt het bedrijf alles van wifi-zones, nieuwsschermen, lichtkranten tot digitale prijslijsten op festivals. “Maar al die zaken kunnen we pas aan de praat krijgen als er een deftig netwerk onder draait. Zo zijn wij een beetje de IT-provider van de festivals geworden.”
De musical 40-45 is een lichtjes andere opdracht, al komt ze niet helemaal uit te lucht vallen. “Voor de vorige musical, ’14-18′, hebben we al wat diensten geleverd.” Deze keer levert het bedrijf een pak meer. 40-45 is een spektakelmusical, met een grote set die onder meer uit acht podiumstukken bestaat, mobiele podiumelementen zoals led-schermen, en een trein, allemaal bestuurd via het draadloze netwerk.
“En als de wifi niet werkt, is het ook gewoon gedaan. De grootste uitdaging is om dat scenario te vermijden. Je zit daar met een paar duizend mensen die allemaal betaald hebben voor de show. Als het stilvalt, moeten die herboekt worden. Dat wil je niet. Je moet dus een netwerk ontwerpen dat redundant is, met een fail over en kleurgecodeerde bekabeling. De software moet voor de show begint het hele systeem checken en een groen of rood signaal geven. Als er dan bijvoorbeeld een kabel is losgekomen, dan gaat de software de crew vertellen dat ze dat element moeten nakijken.”
Belangrijkste les die Theuwissen dan ook geleerd heeft bij het leggen van netwerken voor dit soort evenementen, is dat je altijd voor een ‘plan b’ moet zorgen. “Hou het nooit bij één set-up”, zegt hij. “Bedenk altijd wat je zal doen als dat niet werkt. Dat antwoord moet er al zijn, vóór er iets stuk gaat.” Dat de complexiteit van zo’n productie niet voor de hand ligt, blijkt uit enkele technische problemen die de voorstelling plaagden. Maar die hebben niets, zo verzekert Theuwissen ons, met het netwerk te maken.
Wifi op de festivals
De infrastructuur, zegt Theuwissen, wordt op festivals steeds complexer. “Ze willen wifi aanbieden, lichtkranten en decibelmeters. Wij bieden dat aan op voorwaarde dat we het netwerk kunnen doen. Zo zorgen we dat we het ook stabiel krijgen.” Dat betekent onder meer gespecialiseerde diensten per zone. “Festivals hebben meestal een systeem van cateringzones, daar voorzien wij wifi die capaciteit heeft voor 30.000 mensen. Dat kan je alleen met heel veel antennes. Je hebt er zo een honderdtal nodig, maar op momenten dat er weinig mensen zijn, betekent dat ook dat die elkaar gaan storen. Als daar maar drie man staat, moeten negentig procent van die access points uit staan. De technologie om dat netwerk dynamisch op te schalen op moment dat de mensen daar zijn, hebben wij ontwikkeld.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier