De nood aan een rfid-oplossing die 100 procent betrouwbaar alle circulerende kratten kan lezen, mondde bij Euro Pool System uit in een tot dusver onopgelost vraagstuk.
Het Nederlandse Euro Pool System, dat in 1992 is opgericht door drie poolorganisaties uit Nederland, België en Duitsland, is een van Europa’s grootste logistieke dienstverleners voor meermaals te gebruiken verpakkingen, lees: plastic kratten voor versproducten. Het bedrijf beschikt over ruim 120 miljoen kratten die jaarlijks meer dan 560 miljoen keer rouleren tussen telers, veilingen, distributeurs, transporteurs, winkels en Euro Pool System zelf.
De nieuwe generatie (groene) kratten in 2005 kreeg labels mee, met barcodes, zodat die kratten gevolgd kunnen worden door de keten heen. “Dat is een belangrijke extra dienst voor de klanten”, weet Mark Roelofs, manager research & development bij Euro Pool System. “Op elk krat zit 3,86 euro statiegeld, een aanzienlijke kostenpost voor de retailer. Een krat kwijtraken is pijnlijk, want op de inhoud ervan (fruit, groenten, …) hebben ze meestal erg lage marges. Daarom is het van belang te weten waar het krat uit de keten verdwijnt.” De barcodes moeten daarvoor wel gescand worden. “Daar ontstaat het probleem dat, terwijl de kratten 15 à 20 jaar kunnen meegaan, de barcodesticker snel beschadigd raakt: door het intensieve reinigingsproces, door het vervoer, door andere stickers die er in de winkel overheen worden geplakt”, legt Roelofs uit. “Ook moet elke barcode ‘gezien’ zijn. Het gebruik van rfid-technologie om de kratten ‘automatisch’ te volgen leek ons daarom veel sneller en efficiënter.”
Niet betrouwbaar
Sinds 2003 is Euro Pool System het gebruik van rfid al aan het onderzoeken. Met de lancering van de nieuwe kratten werd in 2006 een testproject gestart in het depot in Zellik. HP leidde het project, Microsoft leverde de middleware, Tyco de rfid-readers, Rfidea de portals, Innotech de labels op de kratten en het Duitse Bekuplast de kratten waarin rfid-tags verwerkt zaten.
Roelofs blijkt niet overtuigd te zijn door de tests. “De proef werd eerst uitgevoerd met 1 palet – goed voor 300 kratten – en één portal. Maar elk depot heeft zeker 20 deuren, dus minstens 20 portals nodig. Doe je 20 paletten tegelijk dan krijg je ook nog eens het probleem van ‘cross reads’, waarbij het ene portal kratten op een palet aan een andere deur leest.” Toch was dat niet het grootste probleem, zegt Roelofs. “De basis is gewoon dat we 100 procent en onmiddellijk zeker willen zijn hoeveel kratten er op het palet binnenkomen. Wij maken meer dan 560 miljoen bewegingen per jaar, dus dat gaat qua statiegeld over zo’n 2,2 miljard euro. Stel dat daarvan 1 procent niet geregistreerd zou worden, houden wij van onze klanten eigenlijk 22 miljoen euro af. Voor ons zou dat dus opbrengen, maar onze klanten zouden daar natuurlijk niet mee akkoord gaan.” En helaas: uit de tests blijkt dat de automatische registratie van kratten via rfid nooit 100 procent correct verloopt. “Een volledig betrouwbaar systeem is voor ons cruciaal, maar dat is gewoon nog niet leverbaar.”
Redundantie
Er bestaan toch al goed werkende rfid-oplossingen, leggen we Roelofs voor. “Klopt, maar dat zijn oplossingen voor logistieke warehouses, waar een object gecontroleerd moet worden als je het ziet: ‘Nú moet je lezen!’ Die oplossingen zijn binair: ofwel is het goed, ofwel niet. Vergelijk het met een caissière: pas als de kassa ‘piep’ zegt, is het product gescand. Anders moet het handmatig ingegeven worden. Dat werkt fantastisch. Maar wij zitten met een onbestemd aantal…”
Roelofs gaat ervan uit dat ‘redundantie’ moet worden ingebouwd. “Niet in de codering van de chip (‘redundancy bits’), maar in de uitleesbaarheid. In dat geval zijn er, volgens ons, verschillende oplossingen. Ofwel moet je de controle meermaals laten uitvoeren: met rfid, met barcode en met mechanisch tellen en dat liefst verschillende keren. Dat is toch wel een erg dure beperking. Ook het aanbrengen van 2 tags per krat drijft de kosten op. Ofwel moet de redundantie in een soort ‘wetmatigheid’ zitten. Stel immers dat er 3 kratten op elkaar staan en de reader leest er maar 2, waarbij de middelste niet wordt herkend. Door de antennes te lokaliseren, zou kunnen worden opgemerkt dat er een gat zit tussen het bovenste en het onderste krat. En aangezien zwevende kratten niet bestaan… Maar die oplossing lijkt ons moeilijk te realiseren.”
Nog een andere geopperde ‘work-around’ is dat de kratten één voor één gelezen zouden worden in de wasmachine van Euro Pool System. “Maar daar ligt vooral een praktisch probleem: de tijd tussen het binnenkomen en het wassen is te groot. Wie heeft de kratten dan binnengebracht? Het risico op fouten is ook daar te groot. Of we zouden volledig geautomatiseerde ontvangstbureaus moeten bouwen, wat dan weer te duur is.”
Paradox
Sinds 2003 heeft Euro Pool System al “makkelijk 1 miljoen euro” aan onderzoek en ontwikkeling rond rfid gespendeerd. “Maar wij zijn afhankelijk van de beschikbare rfid-technologie”, zucht Roelofs. “En die ontwikkelen wij niet. De rfid-bedrijven hebben ook geïnvesteerd in hun producten. Die willen ze eerst verkopen. Ons lijkt het niet waarschijnlijk dat ze een oplossing zullen ontwikkelen op korte termijn. En de systeemintegratoren zijn nog niet slim genoeg…” Roelofs wil het best zelf wel eens proberen. “Als er een investeerder op de proppen komt, willen we zelf wel een oplossing proberen te ontwikkelen,” grapt hij. “Maar eigenlijk proberen we de business te triggeren: ‘Als jullie een oplossing hebben, willen wij die erg graag implementeren!'”. De reactie uit de markt noemt hij lauw. “Eén keer kregen wij uit de markt een verrassend idee aangereikt. Een Amerikaans bedrijf suggereerde om geen dubbele chips, maar wel een dubbele antenne per krat te gebruiken. ‘Zie je wel’, dachten wij. Dat willen wij wel eens testen met een prototype.” Roelofs is niet van zijn stuk te brengen. “We moeten doorgaan”, klinkt het flink. “Ik denk dat we eromheen kunnen. De dag dat het functioneert, is dat voor ons een ongelooflijke vooruitgang.” Gesteld dat het rfid-systeem volledig zou werken, schat hij dat het “op een drietal jaar” terugverdiend zou zijn. “Dat is afhankelijk van de hoeveelheid hardware die we nodig hebben en de aantallen die we kunnen verwerken. We moeten immers per bewerking kunnen terugverdienen. De paradox is wel dat je voor veel bewerkingen waarschijnlijk veel hardware nodig hebt…”
Stefan Grommen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier