Vanuit de Franse Alpen, waar hij naar eigen zeggen eindelijk wilt genieten van zijn pensioen, maakt de oprichter van Systemat de balans op van de overdracht van zijn “kindje” en werpt hij een blik op de evolutie van de informaticasector. Een interview en balans zonder holle frasen.
Data News: U bent het fabelachtige land België ontvlucht?
JEAN-CLAUDE LOGÉ: (lacht) Helemaal niet. Het klopt wel dat ik evenveel tijd doorbreng in Frankrijk als in België. Maar ik ben wel van plan om terug te komen, maak u geen zorgen. Het is geen vlucht naar Egypte! Gewoon, binnenkort word ik 70 en ik heb zin om naar muziek te luisteren, te lezen, te schrijven, te gaan varen, skiën, golfen… Op een gegeven ogenblik moet je plaats maken voor de jongeren. Ik zal mijn zegje nog wel doen, maar alleen als me dat gevraagd wordt.
Eind december werd de activiteit inzake informaticadiensten en infrastructuren, die het grootste deel uitmaakt van Systemat, dat ongeveer 350 werknemers telt, overgedragen aan twee van uw kaderleden, met de steun van Luxemburgse fondsen. U had het over een elegant vertrek…
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Emotioneel gezien is het wat moeilijk om je ‘kindje’ na meer dan 25 jaar af te staan, maar ik ben heel blij dat het nu in handen is van twee van onze topmanagers (nvdr: Pierre Focant en Vincent Schaller). Dat had ik veel liever dan een overname door een extern bedrijf, iets wat tientallen banen op de tocht gezet zou hebben. De huidige operatie is uiterst geruststellend voor het personeel.
U zelf en de Heer Lescot blijven eigenaar van een Softimat-entiteit die op de beurs genoteerd is en zowat zeventig werknemers telt, en die zich bezighoudt met softwareactiviteiten (Popsy en Infomat) en onroerend vermogen. Hoe ziet uw rol als voorzitter van deze restentiteit eruit?
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Mijn taak achter de schermen is erover te waken dat ons vastgoedpark met een waarde van 35 miljoen euro zijn goede kwaliteit behoudt. En dat de 17 miljoen cash uit de overdracht goed gebruikt wordt, ofwel voor de ontwikkeling van Popsy of Infomat, ofwel voor de aankoop van andere onroerende goederen. Dat weet ik nog niet. Als blijkt dat er geen aantrekkelijke oplossing is, zullen we het kapitaal terugbetalen aan onze aandeelhouders.
De informaticasector is niet meer zo sexy, zei u aan De Tijd … Wat wilde u daarmee zeggen?
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Ik had het over de aantrekkelijkheid voor de beleggers… Eind jaren 90 konden we profiteren van een kortstondige voorliefde op de beurs van Brussel voor kleine kapitalisaties. Dat is nu niet meer het geval. Een ‘small cap’ voor informatica zoals Systemat is niet interessant voor de beleggingsfondsen. Als zij willen beleggen in informatica, dan richten ze zich tot multinationals met veel grotere kapitalisaties. We zijn niet langer sexy vanwege onze omvang of ons beroep.
Maar dit gebrek aan geestdrift bij de beleggers weegt door op het ondernemerschap zelf…
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Uiteraard. De stroom van nodig kapitaal zal zich vernauwen en om de Belgische belegger aan te trekken, moet je echt met een fantastisch idee op de proppen komen… We hebben gouden tijden meegemaakt door de fantastische kans om naar de Beurs te gaan. Zonder de Beurs zouden we er niet meer zijn.
U bent van het paradijs naar de hel gegaan… Van 1995 tot 2000 kende Systemat een bliksemsnelle groei en een internationale expansie, en van 2000 tot 2005 een terugslag die veel weg had van een nachtmerrie…
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Een totaal onvoorspelbare nachtmerrie. Zodra onze belangrijkste leveranciers vonden dat we niet nuttig meer waren en dat ze in onze plaats voor distributeur konden spelen, werd het erg moeilijk om ons groeiritme te handhaven. Systemat was een fantastisch avontuur: we hebben alles meegemaakt: het paradijs, de hel en het vagevuur, maar we keren stilaan terug naar het paradijs… Systemat was mijn beste geschenk en de mooiste jaren van mijn leven.
Op welke erfenis bent u het meest trots?
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Ik ben vooral trots als ik zie hoe mijn managers de fakkel overnamen en echte ondernemers werden die het volgende hoofdstuk willen schrijven. Het nieuwe Systemat heeft namelijk een mooie kaart te spelen in Luxemburg. We hebben mooie commerciële successen gekend bij de Europese instellingen in Luxemburg, maar we hebben de Luxemburgse ondernemingen zelf nog weinig onderzocht. Met steun van de Luxemburgse financiële partners beschikt de nieuwe directie over deze lokale kleur. Het aanbod “Allosupplies” (nvdr: levering van randapparatuur en printmateriaal) is ook een ‘goudklomp’ die in volle ontwikkeling is, terwijl de sector evolueert naar “pay per page”. De ‘renting en leasing’-activiteiten hebben ook de wind in de zeilen, net als ” Systemat expert”, ons aanbod waarbij we specifieke medewerkers ter beschikking stellen. Deze activiteiten zullen nu op een agressievere manier en misschien met meer risico ontwikkeld kunnen worden. Weet u, met het ouder worden en uit ervaring komt er toch een moment waarop je een beetje meer terughoudend staat tegenover risico’s… Maar dat hangt nu af van de heren Focant en Schaller, we gaan ons absoluut niet bemoeien met hun strategie.
Hebt u ergens spijt van?
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Het mislukken van onze internationale expansie: we wogen iets te licht op het vlak van omkadering. We waren gewoon niet goed, of het nu was in Frankrijk, Portugal of Maghreb. En daar stel ik mezelf verantwoordelijk voor. Frankrijk is nog iets anders dan België. We hebben de logistieke moeilijkheden zeker onderschat.
Ten tweede betreur ik natuurlijk dat Hewlett-Packard ons heeft laten vallen, om niet te zeggen gelyncht, van wie we al 15 jaar de bevoorrechte partner waren bij de grote Belgische ondernemingen en die ons, na een opzegging van 2 of 3 maanden, heeft laten vallen om voorrang te verlenen aan directe verkoop. In die tijd bedroeg ons aankoopvolume bij HP 60 miljoen euro, een enorm bedrag dat de bouw van het logistiek centrum van Jumet had gerechtvaardigd.
De zaak is nog niet gesloten…
JEAN-CLAUDE LOGÉ: (bitter) De rechtbank van koophandel heeft een vonnis in ons voordeel geveld. We hopen dat ons volgende proces in beroep zal uitmonden in een nieuw vonnis dit jaar… In een land als België waar er bijna geen besluitvormingscentra meer zijn, zijn partnerschapcontracten tussen multinationals en Belgische kmo’s immers heel moeilijk geworden. Dat is een groot economisch vraagstuk. Een kmo kan niet serieus onderhandelen met een multinational, die duizend trucjes en kunstgrepen kent om zijn eigen wil op te leggen.
U wordt vaak vergeleken met Econocom. Terwijl u uw vleugelwijdte in de loop der jaren aanzienlijk moest verkleinen, gaande van 1500 naar 450 medewerkers, heeft Econocom nu de wind in de zeilen. Is dat moeilijk om te slikken?
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Onze businessmodellen verschillen toch heel sterk van elkaar. Ik weet dat wat ik nu ga zeggen niet in goede aarde zal vallen bij Jean-Louis Bouchard (nvdr: de baas van Econocom), maar Systemat werd opgericht door informatici, terwijl Econocom veel meer een financiële benadering volgt. Hun slagkracht schuilt in hun financiële oplossingen, leasing, enz. Daar zijn ze erg goed in, zoveel te beter voor hen. Ik vind trouwens dat de manier waarop ze hun personeel organiseren (nvdr: een groot deel van de medewerkers van Econocom hebben een zelfstandig statuut) niet beheersbaar op lange termijn. In tijden van crisis is dit personeelsbeheer heel welkom omdat je enkel de reële inkomsten vergoedt, maar zelfstandige commerciële krachten beheren is geen sinecure. Ik zie niet hoe je een echte bedrijfsstrategie kunt ontwikkelen met zelfstandigen die overal heen trekken.
Aan Franstalige zijde bent u samen met Pierre de Muelenaere van IRIS de enige baas van een ict-onderneming die de titel van Manager van het jaar heeft gekregen. Ziet u een potentiële opvolger in de nieuwe generatie?
JEAN-CLAUDE LOGÉ: Eerlijk gezegd niet. Het vergt een fantastische creativiteit, iets wat te weinig aangemoedigd wordt bij ons. En iemand die een buitengewoon idee heeft, zou al snel overgenomen worden door een grote groep en zijn influx zou snel verdrinken in een onwaarschijnlijk magma. De grote kapitalistische structuren die vandaag de informaticasector sturen – IBM, Microsoft, HP, Dell, Siemens , om nog maar te zwijgen van de grote consultancy- en bodyshoppinggroepen – spelen een verstikkende rol.
Cloud computing is volgens u meer dan een mode…
JEAN-CLAUDE LOGÉ: (lacht) Ik vind dat we terugkeren naar de informatica van vroeger. De informatica van de jaren ’70 en ’80 steunde reeds op niet-intelligentie terminals op de bureaus. Vandaag neemt men opnieuw alle intelligentie op de lokale posten weg om ze over te brengen naar centrale servers, enz. Dat is onmisbaar als je de veiligheid van een informaticasysteem wilt waarborgen. We zijn veroordeeld om opnieuw een ‘bunker’-informatica te creëren.
Olivier Fabes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier