Het Belgische postbedrijf bpost schuift zich nadrukkelijk naar voren als dé logistieke partner van online shops.

E-commerce, dat is het nieuwe walhalla voor bpost. In België moet die markt nog volop losbarsten, weet Frank Jahn, managing director parcels & express bij bpost. “In België zegt 1 op 4 van de inwoners dat hij ooit iets heeft gekocht op internet. In de ons omringende landen ligt dat cijfer rond de 50 procent. In België zijn er ongeveer 10.000 webshops. In Nederland zijn dat er ruim 25.000.”

De sleutel voor de groei in ons land ligt volgens Jahn op verschillende vlakken: goede producten en marketing, een goed betaalplatform en degelijke logistiek. “Klanten verwachten hun producten heel snel. Bovendien moet je als logistieke partner fluctuerende volumes aankunnen en flexibel zijn in de manier waarop je pakjes aanneemt en hoe je ze aflevert: aan huis, in een afhaalpunt, … Ook de retour van producten wordt een erg belangrijk element.” Met die opsomming spreidt Jahn het bedje voor het punt dat hij eigenlijk wil maken. “Onze missie is om de natuurlijke partner te wordenvan e-commerce in België.” Worden? “Wel ja, we zijn het eigenlijk al, maar nog niet in de perceptie van de mensen. We willen dat aan de grote klok hangen.”

Fullfillment

Je kan meegroeien met het logistieke bpost, vertelt Jahn. Hoe groter je wordt, hoe geautomatiseerder het proces wordt. “Een startende webwinkel werkt best nog volledig offline: je maakt thuis je pakjes klaar en brengt ze naar het postkantoor, waar alles verder wordt afgehandeld. De snelle groeiers kunnen ervoor opteren om hun verzendingen online aan te maken via een online tool, waarmee je thuis betaalt, je labels print en vervolgens gewoon je pakket dropt in het postkantoor. Word je nog wat groter, dan kan je een contract afsluiten met bpost. Je krijgt toegang tot meer online applicaties en kan ervoor opteren om pakketten thuis te laten ophalen door bpost. Een echt grote e-shop kan voor bpost fullfillment opteren. Bpost kan dan de pakjesafhandeling, van opslag tot aflevering, volledig uit jouw handen nemen.” Bpost werkt voordie fullfillment met RedPrairie DLx, “de Rolls Royce van de warehousemanagementsystemen”, aldus Jahn. “Dat is een ‘plug & play’-oplossing: via webservices kan je nu heel snel een link leggen met onze backoffice. Eerst hebben we dat voor onszelf gedaan: elke postbode kan zijn eigen uniform bij ons bestellen en we beheren ook al het materiaal (van postzegels tot point-of-sales-systemen) voor de sorteercentra en postkantoren. Sinds een paar jaar zijn we die dienst aan het commercialiseren.” Onder meer Sanoma en Corelio werken daarvoor al met bpost samen. “Om een gezond model te hebben, zowel voor de klant als voor ons, moet de klant in het tweede jaar van z’n business minstens 25 pakjes per dag versturen.”

50 procent

Voor welke dienst je ook opteert: vanaf het moment dat je je pakje bij bpost hebt gedropt, kan je aan ‘track & trace’ gaan doen. Voor de kleinere webwinkels kan dat met het verzendingsnummer (barcode) via de online tool ‘E-Tracker’. Grote klanten kunnen rekenen op de zogenaamde LCI (Large Customer Interface). Dat is een edi-achtige oplossing waarbij de data (verzender, bestemmeling, productkeuze, …) elektronisch worden uitgewisseld. Ook de klant krijgt de nodige data terug die hij in zijn eigen systeem kan verwerken. Die data zijn ook cruciaal voor wanneer de klant ervoor opteert om zijn pakketje in een postpunt of -kantoor op te halen. “Op het moment dat het pakket aankomt in het afhaalpunt wordt dat gescand. Daarop wordt een sms of een e-mail verzonden met de boodschap dat je je pakket kan ophalen.”

“We werken continu aan de verbetering van de aflevering van onze pakjes”, zegt Jahn nog. (zie ook kader, nvdr). “Wij hebben dan minder kosten én de klant heeft minder kosten en is tevreden. En als de klant tevreden is, koopt hij meer online en hebben wij meer business.” En zo is de cirkel rond: het groeipotentieel van e-commerce is groot voor bpost. “E-commerce is vandaag goed voor ongeveer 30 procent van onze pakjesbusiness. Wij denken dat dat naar 50 à 60 procent kan gaan.”

Stefan Grommen