Ongeacht de crisis blijft India jaarlijks honderdduizenden ict’ers en ingenieurs produceren in een getrapt systeem van instituten. De top van de piramide wordt gevormd door de ‘Indian Institutes of Technology’, zoals de deelnememers aan de TechTour er een bezochten in Chennai.
De ‘Indian Institutes of Technology’ (IIT) werden sinds de jaren vijftig opgericht door de Indiase overheid met het oog op ‘wereldwijde klasse’ en ‘nationale relevantie’. Daar zouden de technologische leiders worden gevormd die de nationale problemen (evenals die in andere landen) kunnen oplossen. De toegangsdrempel tot een IIT ligt dan ook bijzonder hoog, met dit jaar haast 400.000 deelnemers aan het gemeenschappelijk ingangsexamen voor alle IIT’s, samen goed voor ca. 5.000 plaatsen. Wie afstudeert is dan ook zo goed als zeker van een job, ook in deze crisistijden, stelt prof. Timothy Gonsalves, hoofd van het departement ‘Computer sciences & engineering’ aan het IIT Madras in Chennai. “Vorig jaar was het wat moeilijker, in plaats van een paar weken duurde het toen toch een paar maanden.”
Madras expertise
Zoals elke universitair departement heeft ook het departement van prof. Gonsalves een reeks specialisaties, zoals telecommunicatie, netwerken en gedistribueerde systemen, spraakherkenning en -generatie, kennissystemen, VLSI en multi-modale gebruikersinterfaces. Hierrond heeft het IIT verschillende types van ‘master’-programma’s ontwikkeld, met een sterke researchinsteek.
Een voorbeeld van research is het werk van de TeNeT-groep op het IIT Madras. Hier wordt gewerkt aan draadloze connectietechnologie die de meer dan 600.000 Indiase plattelandsdorpen met meer dan 700 miljoen inwoners toegang moet verlenen tot online opleidingen en examenfaciliteiten, microbankieren en geldautomaten, gezondheidszorg op afstand, betere landbouwinformatie evenals mogelijkheden om de lokale werkkrachten in te schakelen in bredere productiekettingen. Daarbij kan ook worden gewerkt aan een gedistribueerde energieopwekking (zoals zonne-energie en biologische energiebronnen). Tevens wordt gewerkt aan ‘multimodale gebruikersinterfaces’ – interfaces die gelijktijdig meerdere vormen van input aanvaarden, zoals spraak, toetsenbord en dies meer. Met name spraakinput moet een oplossing bieden om een bevolking met nog grote aantallen analfabeten toch toegang tot online diensten en informatie te bieden over onder meer mobiele telefoons.
Spraakherkenning en -productie is dan ook een specifieke expertise in IIT Madras, want de talen op het Indiase subcontinent verschillen sterk inzake grammatica, ritme, accenten en intonatie van deze in het Westen, Japan en Azië. De algoritmen uit die landen zijn dan ook niet altijd met-een bruikbaar, zodat in de voorbije 25 jaar een uitgebreid corpus onderzoeksresultaten, inclusief een database met audio-testbestanden werd gecreëerd. Gonsalves maakt zich sterk dat dit onderzoek ook het spraakonderzoek elders in de wereld ten goede kan komen.
In het IIT gaat ook heel wat aandacht naar opensource-ontwikkelingen, maar Gonsalves erkent dat er relatief weinig bijdragen worden geleverd aan de opensourcegemeenschap. “Dat vereist een zekere ‘maturiteit’ van de omstandigheden,” geeft hij toe. “Als je al een hele poos goed verdient, is het leveren van wat gratis werk wel ok. Maar voor een eerste generatie informatici, die allicht ook voor het eerst geld verdienen, zijn er de aspiraties van familieleden, zoals ouders broers, kozijnen die moeten worden vervuld.” Of zoals hij het bondig samenvat, “je moet het je kunnen veroorloven om gratis te werken.”
Een voortdurende uitdaging is het relevant houden van de cursusinhouden, zodat de afgestudeerden zich snel kunnen inwerken in bedrijven en vervolgens kunnen doorgroeien. Dat vertaalt zich zowel in een formeel proces met de vertegenwoordigers uit de industrie in de ‘board of governors’, als in een informeel proces via een nauwe samenwerking tussen bedrijven en IIT’s. Gonsalves verheelt overigens ook niet dat de crisis – die een rits experten op de markt brengt – het ook ietwat makkelijker maakt om academisch personeel aan te trekken, “waardoor we nu beter kunnen optornen tegen de industrie.”
Wereldwijde contacten
Naast een nationale en zelfs lokale focus – Chennai herbergt een rits grote industriële bedrijven, o.a. in de autoindustrie – hebben de IIT’s ook een internationale roeping, met onder meer een groeiend aantal contacten met instituten en bedrijven in het buitenland. IIT Madras zelf heeft banden met Duitsland – dat hielp bij het opstarten van het IIT eind van de jaren vijftig – en vanzelfsprekend met de VS. Samenwerking met België is zo goed als onbestaande. De ‘science officer’ van de Belgische ambassade had dan ook nog maar onlangs voor het eerst contact gemaakt met het IIT Madras, stelde Gonsalves. Het ware dan ook mooi mocht het bezoek van de TechTour een eerste aanzet hebben gegeven tot een mogelijke samenwerking.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier