Witte raven zijn het, de studentes toegepaste informatica aan de Karel De Grote Hogeschool in Antwerpen. Vrouwen die elke dag hun mannetje moeten staan om de vooroordelen tegenover hen te ontkrachten. “We beantwoorden misschien niet aan het clichébeeld, maar we voelen ons wel op en top vrouw.”
Dat vrouwen sterk ondervertegenwoordigd zijn in ict-beroepen, is intussen genoegzaam bekend. Amper 15 procent van alle informatici in België behoort tot het ‘sterke geslacht’. Op het departement toegepaste informatica van de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen is de kloof nóg groter. Daar klokt het aantal vrouwelijke studentes af op minder dan 10 procent.
Niet dat Dominique, Dana, Nathalie en Renske het aan hun hart laten komen. “We wisten op voorhand dat we tussen de jongens zouden terecht komen. Op zich is dat geen probleem, we voelen ons goed tussen de mannen. Al moeten we wel sterker uit de hoek komen willen we geloofwaardig zijn. We moeten ons méér bewijzen dan zij.”
Op Dominique na werden onze vier studentinnen al erg vroeg gebeten door de computermicrobe. Tegen dat ze goed en wel veertien jaar waren, was de beslissing om later ‘iets te gaan doen in de informatica’, eigenlijk al genomen. In die zin hebben we duidelijk te maken met ietwat atypische vrouwen. Of kent u soms veel tienermeisjes die van jongs af aan de computer van papa onderhielden, en er van droomden om later aan pc’s te kunnen knutselen?
“Ik heb altijd veel vrienden gehad die met computers bezig waren”, zoekt Renske een verklaring. “Bij mij is het er dus met de paplepel ingegoten. Als we samenkomen, dan praten we bijna uitsluitend over ict. Ik ben ook de enige vrouw in het gezelschap. En de jongens vinden het wel leuk dat er eens een meisje kan meepraten over ‘hun’ onderwerp.”
Dominique en Renske willen later graag de schakel vormen tussen de klant en het bedrijf dat voor oplossingen zorgt. Analyses en offertes maken, dat lijkt hun wel wat. En voorbereidend werk doen, tot zelfs schrijven over het onderwerp, zoals bij Dominique. Dana en Nathalie houden dan weer meer van het programmeren zelf. Zij kiezen duidelijk voor het ontwikkelingsaspect. “Een programma schrijven dat werkt, dat geeft een heerlijk gevoel.”
Om de knuppel in het hoenderhok te gooien, poneer ik de stelling dat vrouwen niet houden van informatica omwille van het nerdy imago. Het clichébeeld van de ongewassen ‘Star Trek’-fan die de ganse dag achter zijn scherm zit, schrikt af.
Renske beaamt. “Aanvankelijk voelde ik me ook niet welkom in mijn klas. De jongens zaten de hele tijd te gamen, en daar ben ik totaal niet mee bezig. Als mijn vriend een spelletje speelt, dan moet hij mij vooral gerust laten. Gelukkig worden de gamefreaks er al snel uitgefilterd. In het tweede jaar gaat het er een pak serieuzer aan toe.”
“Er zitten natuurlijk wel vreemde vogels in de klas”, geeft Nathalie toe. ” Geeks waarbij je automatisch denkt: kom toch eens buiten. Maar dat zijn daarom nog geen verkeerde mensen, en het aantal perfect normale tot zelfs aantrekkelijke jongens in onze klas is beduidend groter.”
“Het stereotype van de gamende en hackende nerd schrikt af, dat klopt”, zegt ook Dana. “Star Trek kan mij gestolen worden. Heel veel jongens vatten hun studies informatica aan omwille van de verkeerde redenen. Bij tienerjongens wordt it bijna vereenzelvigd met computerspelletjes. Dat beeld wordt wel bijgesteld naarmate ze wat ouder worden, maar dan is het kwaad al geschied.”
Beeldvorming
Als er één constante is in het discours van de dames, dan wel dat er iets grondig fout is met de beeldvorming rond ict. En dan wordt er niet alleen met een beschuldigende vinger naar de media gewezen, maar evenzeer naar het onderwijs.
Dana: “Toen ik in de humaniora zat, kreeg ik elk jaar opnieuw een stoomcursus Word, Excel, Access en Powerpoint. De leerkrachten beseften niet eens dat we die dingen al onder de knie hadden. Dat werkt zo demotiverend! Hoeft het dan te verbazen dat tieners gaan denken dat het daar rond draait in ict?”
“Informatica beperkt zich tijdens de secundaire studies veelal tot burotica”, knikt Nathalie instemmend. “Met het beeld dat daar opgehangen wordt, moeten de achttienjarigen het dan maar doen. Over systemen, processen of programmeren, weten ze niets. Leerkrachten die al wat ouder worden en weinig voeling hebben met het onderwerp, krijgen de boodschap niet verkocht. Toen ik afstudeerde, opperde mijn klastitularis ‘dat ik toch niemand was die de godganse dag achter een pc’tje wilde zitten.’ Dat vat het mooi samen.”
“Hoe je de interesse wel kan aanwakkeren? Begin eens met een Flashspelletje voor Facebook”, probeert Dominique. “Iedereen kent het, maar wie weet wat er juist achter zit? Laat de leerlingen zelf eens zoiets in elkaar knutselen. Als het werkt, ervaar je meteen de geneugten van informatica.”
“Of zoek een oplossing voor een probleem”, stelt Renske voor. “Jongeren sms’en vaak. Doe dan iets rond sms-parkeren, dat spreekt aan. Hoe organiseer je sms-parkeren, welke processen zitten er achter? Ik heb een lerarenopleiding gevolgd, en zelf even lesgegeven. Als je met een dergelijk voorstel komt, dan bekijkt het onderwijzend personeel je alsof je van Mars komt. ‘Dat past toch niet in het leerplan?’ Vreselijk is dat!”
Dominique gaat nog een stapje verder. “Schaf het vak informatica in het secundair gewoon af, of noem het burotica. En gebruik het vrijgekomen geld om de leerkrachten een degelijke opleiding te geven in ict.”
De consensus is ook dat media hun duit in het zakje moeten doen. “Ict komt al te vaak negatief in het nieuws”, weet Dana. “Denk maar aan de privacyissues rond Facebook, of aan de verliezen die opgestapeld worden door de grote technologiebedrijven. En als er dan eens iemand aan het woord komt, dan kan je er van op aan dat het een man is (lacht).”
“Het is een grote misconceptie dat een job in de it-sector een tradtionele nine to five-job is, waarbij je als een kluizenaar achter je schermpje zit”, gaat Renske verder. “Dat beeld is zo verkeerd, maar het blijft opduiken. In de realiteit merk je dat het tegenovergestelde waar is. Mijn vriend, die in it werkt, is voortdurend op verplaatsing. Hij weet nooit waar hij de volgende maand gaat werken. Die flexibiliteit werkt aanstekelijk.”
Sensibiliseringscampagnes zoals ‘Pimp IT Up’ van Ada, waarbij vrouwelijke laatstejaars secundair onderwijs een dagje kunnen meelopen met een informaticus, worden als positief, maar onbekend ervaren. “Ik ken het ‘Pimp IT Up’-project enkel omdat ik het toevallig via Google gevonden heb”, zegt Dominique. “En dus niet omdat ik er via mijn school, of via de media, op attent werd gemaakt.”
“Een tijdje terug is het Girl Geek Dinner gelanceerd, en dat komt wel in de media”, aldus nog Nathalie. “Het is goed dat zulke initiatieven bestaan. Waarom is het toch zo moeilijk om informatica eens in een positief daglicht te plaatsen? Om eens een goed gesprek uit te zenden over een interessant onderwerp?
Zwart schaap
Nicole Kempeneers, de gedelegeerd bestuurder van Partezis, vertelde een tijdje geleden aan Data News dat vrouwen altijd het zwarte schaap zullen blijven binnen de ict-sector, omdat ze alleen maar carrière kunnen maken als ze continu fulltime werken. Gas terugnemen als er kinderen komen, is dan geen optie. Dat weinig vrouwen kiezen voor it, heeft volgens haar vooral te maken met de cultuur binnen de sector. Of nog: staat het stereotiepe beeld van de informaticus niet haaks op wat de maatschappij van een vrouw verwacht?
“Wel als van ons verwacht wordt dat we in de keuken staan en voor de kinderen zorgen”, aldus een verongelijkte Renske. “Ik ben zo niet. De huishoudelijke taken moeten verdeeld worden. Waarom zouden wij ons trouwens niet bezig mogen houden met computers? Omdat enkel mannen goede techniekers zijn? Bullshit. Vrouwen zijn én technisch én praktisch. Schrijf maar op: ook vrouwen mogen werken in de it-sector!”
“Opgepast, wanneer ik een kindje zie, dan ben ik daar steeds door vertederd”, plaatst Nathalie een kanttekening. “Je moet niet denken dat wij harteloze wezens zijn. We beantwoorden misschien niet helemaal aan het clichébeeld van de vrouw, maar we zijn wel op en top vrouw. Ik heb alvast een kinderwens. En die gaat niet weg omdat ik toevallig in de it-sector wil werken.”
Renske: “We willen wel een gezin, maar we zullen het dan zo regelen dat we de kinderen kunnen combineren met onze job. En trouwens: moet je niet in elke sector hard werken als je een mooie carrière wil opbouwen? Als je het wil maken, moet je offers brengen, punt.”
Dana is iets strenger wanneer het over kinderen gaat. “Mijn zussen werken in de sociale sector, en baten een crèche uit. Ik zou compleet gek worden moest ik in hun plaats zijn. Laat mij dan maar lekker programmeren.”
Of de dames al vaak in contact gekomen zijn met de Belgische ict-sector, willen we nog weten. En zo ja, waren dat dan positieve ervaringen? “Ik ben eens mee geweest naar het CIO Forum met een docent, en dat was interessant”, bevestigt Renske. “Daar kwamen we mensen tegen uit grote bedrijven zoals Agfa-Gevaert. Zij wilden dan weten hoe wij informatica ervaren, en die wisselwerking is leuk. Bedrijven zijn soms vragende partij voor een vorm van samenwerking.”
“Voor de les bedrijfsprocessen moesten we dan weer een groot bedrijf uitzoeken”, besluit de jongedame. “We hebben toen voor RealDolmen gekozen. Als je met die analisten praat, dan besef je pas hoeveel geld er omgaat in de sector. Budgetten van enkele miljoenen euro’s, dat is niet niks natuurlijk.”
“Onlangs is er nog iemand komen spreken van Anubex”, herinnert Dana zich, “maar ook KBC en Ordina zijn al langs geweest. Met Sogeti werken we dan weer samen om certificaten van Microsoft te kunnen behalen. Dus het valt best wel mee met dat contact. Naar het einde van het laatste jaar toe, beginnen bedrijven ook vaak te rekruteren op school.”
“Vreselijk was wel die spreker over ITIL”, wil Dominique nog kwijt. “Die wist te vertellen dat er niets erger is in it, dan een vrouwelijke manager boven je te hebben. Ik was echt beledigd. En toen kwam er een vraag van de jongens: ‘had ze grote borsten?’ (algehele hilariteit).
Frederik Tibau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier