Toen Tony Fadell zijn bedrijfje ‘Nest’, producent van slimme thermostaten, verkocht aan Google voor een onwaarschijnlijke 2,36 miljard euro, werd meteen in zowat alle registers gewaarschuwd voor het feit dat Big Brother zich voortaan ook in de huiskamer genesteld heeft. Ik heb altijd wel enige sympathie gehad voor deze ingenieur, uitvinder en sinds kort ook entrepreneur. Tony Fadell is de bedenker van de baanbrekende iPod. Toen Fadell nog bij Philips werkte had ie het muziekwondertje voorgesteld aan de top van de Nederlandse holding. Die heeft een ongelooflijke reuzenopportuniteit laten liggen door het ‘iPod’-model naar de prullenmand te verwijzen. Steve Jobs heeft het er in 2001 uit opgediept. Het herkennen van innovatie is ook een vorm van innovatie natuurlijk. Zo werd Tony Fadell de wipplank voor het succes van Apple en Jobs.
Amerikaanse ondernemingen, inclusief Apple, hebben zich nooit echt ingelaten met privacy-issues. De recente onthulling van Edward Snowden over de NSA-praktijken hebben dat pijnlijk en openlijk duidelijk gemaakt. De verontwaardiging in Europa ging merkwaardig genoeg al even snel liggen als het opflakkerde. Enkel in Duitsland was er sprake van enige heisa toen bleek dat de smartphone van Angela Merkel werd gehackt. En geef toe, als de gesprekken van de Duitse bondskanselier onderschept kunnen worden, dan ook deze van voorzitter Herman Van Rompuy van de Europese raad of van onze premier Elio di Rupo.
In tegenstelling tot de Verenigde Staten of China heeft Europa buitenlandse leveranciers nooit een strobreed in de weg gelegd. Amerikaanse en Chinese producenten kregen een ‘free ride’. Letterlijk zelfs. Google reed ongegeneerd door onze straten en filmde elke straat, elk huis en elk hondenhok. Heeft Google daarvoor u en mij toestemming gevraagd? Neen, als je het niet wou, dan kon je een aanvraag indienen.
Welnu, Tony Fadell heeft zopas een interessante piste geopend. Om zijn gebruikers ervan te overtuigen dat hun gegevens niet misbruikt zullen worden, opperde hij de mogelijkheid van een ‘opt-in’ regeling. Als gebruiker moet je je toestemming geven om je gegevens te laten gebruiken door derden. Dat wil zeggen voor elk apparaat in huis, voor elke dienst die op één of andere manier data kan delen. De eindgebruiker opnieuw en transparant controle geven over zijn ‘big data’ is een mooie gedachte. Waarom zou ik bijvoorbeeld toestaan dat de gegevens die opgehaald worden dankzij nummerplaatherkenning doorgespeeld worden aan, ik zeg maar wat, de verzekeringsmaatschappij? Mijn autoverkoper én bij uitbreiding de overheid, weet straks alles over het reistraject dat u en ik gevolgd hebben. Interessante informatie voor de strategische locatie van garages, restaurants, pretparken…
Een opt-in model zou dus in navolging van het statement van Tony Fadell de norm kunnen en wie weet moeten worden. Eenmalig in te geven. Niet zoals nu, waar ik telkens ik een website of toepassing open, gevraagd wordt of ik mijn locatie wil delen. Is één keer ‘nee’ niet voldoende? En de opt-in mag zeker niet verborgen worden in de gebruiksvoorwaarden vervat in een ellenlange tekst waarop iedereen steevast ‘ik accepteer’ aanvinkt, zonder ooit één en ander na te lezen. Ook dat moet sterk vereenvoudigd, in drie, vier belangrijke items op één scherm samengevat. Er is nog werk aan de winkel. En hier kunnen politici het verschil maken, als ze willen. Tony Fadell heeft alvast de weg getoond.
LUC BLYAERT
In tegenstelling tot de Verenigde Staten of China heeft Europa buitenlandse leveranciers nooit een strobreed in de weg gelegd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier