Zelf profielen opleiden, of ervoor vechten
De schaarste op de rekruteringsmarkt voor IT-profielen houdt aan. De digitalisering doet de nood aan IT’ers immers overal stijgen, niet alleen bij IT-bedrijven. De werkgevers doen er daarom goed aan hun verwachtingen bij te stellen. In plaats van op de rekruteringsmarkt een witte raaf te zoeken, kunnen ze het beschikbare budget beter besteden aan de interne opleiding van de gezochte profielen.
Vergrijzing, pensioenleeftijd, langer werken: het zijn actuele thema’s die ook de IT’er aanbelangen. Twee tendensen versterken elkaar. Enerzijds is er het nijpende tekort aan beschikbare IT-profielen op de rekruteringsmarkt, anderzijds de IT’ers van de babyboomergeneratie die met pensioen gaan.
Met die vertrekkende babyboomers dreigt vaak expertise rond oudere technologie verloren te gaan, denk maar aan de mainframe. Alleen al daarom – maar ook in het kader van het ruimere maatschappelijke debat over de pensioenleeftijd – zouden we mogen vermoeden dat bedrijven gerichte inspanningen leveren voor de ondersteuning van hun oudere medewerkers. Bij gemiddeld 81% van de bevraagde organisaties blijkt dat niet het geval. De grote bedrijven (+500 medewerkers) scoren het best. Daar loopt in 30% van de gevallen een gericht programma. Bij kleine ondernemingen (tot 50 medewerkers) neemt amper 8% specifieke maatregelen voor de oudere medewerkers.
Uiteraard moeten we oppassen dat we door de vraagstelling in de enquête niet in clichés vervallen. De vraag insinueert mogelijk dat oudere medewerkers specifieke maatregelen nodig hebben. “Tegelijk moeten we ook het antwoord nuanceren”, zegt Jeroen Franssen, lead expert bij het Center of Expertise People & Organisation van Agoria. “Bedrijven leveren wel degelijk inspanningen, onder meer om oudere IT’ers opleiding te geven over nieuwe technologie. Maar toch: we mogen in dat verband niet alleen naar de oudere medewerkers kijken. De nood om voortdurend bij te leren, geldt even goed voor jongeren.” Het houdt daarom geen steek alleen de oudere IT’ers te viseren. “Er zijn intussen voldoende succesverhalen bekend”, zegt Jeroen Franssen, “onder meer van bedrijven die hun oudere medewerkers ‘jong’ houden door ze samen met jongeren op projecten te laten werken. Ook de jongeren leren daar veel uit, want de marktkennis en expertise rond projectmanagement stromen zo van oudere naar de jongere IT’ers door.”
Relevant blijven
Bijna vier op tien IT’ers (38%) geven aan dat de geboden opleidingsmogelijkheden een belangrijke rol spelen bij de keuze voor een werkgever. Volgens de respondenten hebben de bedrijven daar ‘aandacht’ (47%) tot ‘veel aandacht’ (34%) voor. Het impliceert echter ook dat er bij één op vijf bedrijven geen aandacht is voor de opleidingsbehoefte van de IT’ers. Dat hoeft niet altijd een probleem te zijn, zo lang er in de praktijk een evenwicht bestaat tussen de behoeften van de onderneming en de competenties van de medewerkers. “Het begint ermee dat het bedrijf goed weet waar het naartoe wil”, zegt Jeroen Franssen. “Om dat te realiseren moet het de impact van de gebruikte technologie optimaliseren – en weten welke competenties het nodig heeft om dat in de realiteit te brengen.” Opleiding kan daarbij een oplossing aanreiken. Even goed is het nodig opgebouwde expertise in het bedrijf te verankeren en in te zetten op de retentie van medewerkers.
Tegelijk ligt een stuk van de verantwoordelijkheid ook bij de IT’er zelf. “Als medewerker wil je je rol relevant houden”, legt Jeroen Franssen uit. “Dat doe je door ook zelf initiatief te nemen en inspanningen te leveren.” Wachten tot de werkgever u uitnodigt – of erger nog: aanport – om u extra te verdiepen in een domein of om een specifieke opleiding te volgen, is dan niet het beste idee. “Het is een universeel gegeven: iedere medewerker moet ervoor zorgen dat hij mee is met de manier waarop zijn job evolueert. Dat is in IT niet anders.” Volgens de salarisenquête gaat de gemiddelde IT’er daar ook mee akkoord. Toch gaat het voor een stuk ook om een gedeelde verantwoordelijkheid. Als individu moet u er zelf in slagen de impact van een nieuwe technologie op te vangen, bijvoorbeeld via zelfstudie. Maar het blijft de beslissing van het bedrijf om de inzet van die technologie daarna verder te optimaliseren.
Wederzijdse meldingsplicht
Dat de verantwoordelijkheid voor levenslang leren niet alleen bij de werkgever ligt, is een stelling die in het bredere maatschappelijke debat doorgaans minder aan bod komt. Met een degelijk diploma zat u vroeger tot aan uw pensioen gebeiteld. “Dat is vandaag niet meer zo”, zegt Jeroen Franssen. “Een diploma heeft niet meer zo’n lange houdbaarheid – en in een snel veranderende sector als IT al helemaal niet meer. Eigenlijk zouden we aan een diploma een soort SLA of onderhoudscontract moeten koppelen: een formeel proces dat ervoor zorgt dat de houder van het diploma zijn kennis op peil houdt.” Tegelijk pleit Jeroen Franssen voor een wederzijdse meldingsplicht tussen werkgever en werknemer. “Het bedrijf moet duidelijk aangeven welke richting het uit wil gaan. Hetzelfde geldt voor de medewerker. Is er tussen die twee geen match, dan moet de medewerker de ruimte krijgen om zich te heroriënteren.”
Is die ruimte er niet, dan is de kans reëel dat de medewerker elders zijn kans waagt. Meer nog, in de praktijk volstaat het vaak het aanbod van een recruiter af te wachten. Bijna een kwart van de IT’ers uit onze steekproef (23,7%) kreeg het voorbije jaar een telefoontje van een selectiebureau, rekruteringskantoor of headhunter. Bij consultants gebeurt dat het meest. “Dat mag ons niet verbazen”, stelt Jeroen Franssen. “De krapte aan IT-profielen neemt exponentieel toe. Door de digitalisering zijn er vandaag IT’ers nodig in alle sectoren en alle bedrijven.” Daarbij is de vraag het grootst naar zogenaamde kruispuntprofielen: professionals die IT-expertise combineren met diepgaande kennis van de sector waarin een onderneming actief is.
De maakbare IT’er
Bedrijven zoeken met man en macht naar die kruispuntprofielen. Maar biedt dat de grootste kans op succes? “Tja”, zegt Jeroen Franssen. “Je kunt een grote zak geld uitgeven aan de zoektocht naar iemand die mogelijk niet eens bestaat. Of je kunt je verwachtingen bijstellen en dat budget besteden aan opleiding. Persoonlijk geloof ik meer in de maakbaarheid van schaarse IT-profielen. Wie ze zelf opleidt, heeft ze vanzelf in huis. Wie ze zoekt op de markt, moet ervoor vechten.” De IT’ers zelf laten het alvast niet aan hun hart komen. Ruim acht op tien IT’ers (81%) geloven dat ze na een ontslag snel een andere IT-job zouden vinden. Nog meer IT’ers (85%) hebben hoegenaamd geen spijt van hun beroepskeuze. Mochten ze opnieuw mogen beslissen, dan gingen ze weer voor een job in IT. Al mag het dan wel één zijn die zich niet uitsluitend in een landschapskantoor afspeelt. Bijna vier op tien IT’ers (39%) hebben geen vaste werkplek, zo blijkt. De helft werkt dagelijks in een landschapskantoor, terwijl 56% oordeelt dat zo’n open werkruimte de productiviteit omlaag haalt. Misschien toch iets om over na te denken…
Salarisenquête: de deelnemers
Naar goede gewoonte presenteert Data News begin april de resultaten van de jaarlijkse salarisenquête. Dit keer vulden 653 respondenten onze online vragenlijst in. Zeven op tien daarvan zijn Nederlandstalig, drie op tien Franstalig. De loontrekkende IT’ers vormen de grote meerderheid (81%) van de steekproef. Daarnaast beantwoordden ook freelancers (9%) en consultants (10%) onze vragen. Ruim de helft van de deelnemers (53%) werkt niet in een IT-bedrijf. Ze zijn voornamelijk aan de slag in de dienstensector (53%) en de industrie (28%), de overheid (14%) en de non-profitsector, voornamelijk de gezondheidszorg (5%). De meeste respondenten zijn IT-managers (16%), projectmanager (13%), IT-consultants (9%) en analist-programmeurs (8%). Een kleine 4% van de deelnemers draagt de titel van CIO. Ruim zeven op tien respondenten hebben een beroepservaring van meer dan vijftien jaar. De meerderheid (53%) werkt in een organisatie met meer dan vijfhonderd medewerkers.
Jeroen Franssen, lead expert bij het Center of Expertise People & Organisation van Agoria: “Een diploma heeft niet meer zo’n lange houdbaarheid als vroeger. Eigenlijk heeft een diploma nood aan een onderhoudscontract, om de kennis van de houder van het diploma op peil te houden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier