“It is nog altijd te complex. Bovendien bezondigen de leveranciers zich al te vaak aan overselling.” West-Vlaming Johnny Vandendriessche neemt geen blad voor de mond. Sinds 2004 is hij aan de slag als manager IT Governance & Projects bij PSA HNN. Het bedrijf beheert vijf containerterminals in de haven van Antwerpen en één in de haven van Zeebrugge.
Johnny Vandendriessche is afkomstig uit Wevelgem. Hij studeerde af in 1972. Met een graduaatsdiploma economie op zak kon hij aan de slag bij tapijtproducent Louis De Poortere. Hij maakte er de introductie van de eerste beeldschermen mee. Daarna stapte hij over naar Burroughs, dat in 1986 met Sperry zou fuseren tot Unisys. Hij werkte er mee aan de ontwikkeling en de installatie van programma’s voor onder meer weverijen en groothandels, naast loonpakketten, ontwikkelingen voor verzekeringsmakelaars, enzovoort. “Ik voelde me goed in die branche”, vertelt hij. “Ik leerde er veel over software, maar ook over de business van de klanten.”
JOHNNY VANDENDRIESSCHE: Die ingesteldheid mis ik vandaag bij veel it’ers. We hebben meer behoefte aan mensen die de business verstaan en die weten hoe it in dat plaatje past. Businessmanagers denken nogal eens dat ze meer weten over it dan de it-afdeling zelf. Maar even goed denkt it dat ze de business bepaalde processen kan voorschrijven. Twee keer fout! In wezen heeft it twee doelen. Het gaat om automatiseren: zaken uit handen van mensen nemen om de loonkosten en de foutenlast te drukken. De tweede taak bestaat uit informatiseren: zinvolle informatie verschaffen aan de business, zodat die betere resultaten kan neerzetten.
Van Unisys vertrok u – via een korte tussenstap bij Olivetti – naar het Brusselse bedrijf ACSE. Bestond er een groot verschil tussen beide bedrijven?
JOHNNY VANDENDRIESSCHE: Bij Unisys werkte ik een tijd op pakketoplossingen. Ik stak daar veel van op, onder meer over de impact van veranderingen op managementniveau. Het was de periode waarin Unisys evolueerde van een puur hardwarebedrijf naar een serviceorganisatie. Binnen dat kader mocht ik vrij experimenteren. Bij Unisys stelden we toen al vast dat it-projecten vaak niet opleverden wat de klant ervan verwachtte. Bij ACSE lag dat anders. Ik kan me niet herinneren dat we er een deadline niet hebben gehaald. We werkten er ook heel objectgeoriënteerd. Lang voor de Phenix-hervorming bij Justitie hebben we met ACSE een toepassing ontwikkeld voor de burgerlijke griffies van de vijf hoven van beroep. In 2005 – tien jaar later – hoorde ik dat Justitie die ontwikkeling nog altijd als haar meest geslaagde toepassing beschouwde.
It ondersteunt efficiëntie
Na de overname van ACSE door Software AG heeft u een tijdje als zelfstandig consultant gewerkt. Daarna koos u voor PSA HNN. Beviel het leven als zelfstandige u niet?
JOHNNY VANDENDRIESSCHE: Toch wel. Het werk was heel afwisselend en ik leerde veel bij. Alleen had ik last met een verschijnsel dat zelfstandige consultants allemaal kennen. De deadlines zijn te strak, waardoor je naast een lopend project onvoldoende tijd hebt om te prospecteren. Die onzekerheid vreet aan je. Nu ik opnieuw vast voor een bedrijf werk, is dat soort druk helemaal weggevallen.
Had u ervaring in de logistiek toen u bij PSA HNN begon?
JOHNNY VANDENDRIESSCHE: Neen, maar eigenlijk is het werkingsprincipe van het bedrijf heel eenvoudig. Alles staat of valt met efficiëntie. Een schip dat onnodig lang aan de kade ligt, kost alleen maar geld. Wanneer een schip aanmeert, moeten we ervoor zorgen dat het lossen en opnieuw laden zo vlot mogelijk verlopen. Het is met die hoge efficiëntie dat we ons onderscheiden in de markt. We slagen erin de schepen sneller en efficiënter geladen weer in de vaart te brengen, met alle dienstverlening die daar bijhoort. Dat is goed voor de reder én voor zijn klanten. Onze taak bestaat erin die efficiëntie – lossen, laden en het logistieke beheer van de goederen op de kade – met it te ondersteunen.
PSA HNN is een fusiebedrijf binnen een internationale groep. Hoe is it er georganiseerd?
JOHNNY VANDENDRIESSCHE: HNN is ontstaan uit de fusie van Hessenatie en Noordnatie. Onze hoofdzetel bevindt zich in Antwerpen, maar we behoren tot PSA (Port of Singapore Authority), één van de grootste spelers in containerlogistiek. De overname door PSA heeft HNN in een internationale context gebracht, met heel wat nieuwe uitdagingen voor it, onder meer op het vlak van beveiliging en bedrijfszekerheid. Van PSA krijgen we trouwens de volledige vrijheid om it in Europa in te vullen. We verzorgen de hele it-omgeving hier in Antwerpen (zie kader) en staan daarnaast ook in voor de software en support van de operationele systemen van PSA in Italië, Portugal, Engeland en Turkije.
Monsters
Hoe staat u tegenover pakketsoftware?
JOHNNY VANDENDRIESSCHE: Pakketten zijn vaak monsters die een bedrijf dood drukken. Een softwarepakket moet als een Zwitsers zakmes zijn. Het moet van alles kunnen, maar het is niet altijd de optimale oplossing voor de vele taken die het krijgt toegewezen. Bij Selor werkte ik ooit op een oplossing voor e-recruitment. Het contract bepaalde dat Selor bereid was de processen van de organisatie te veranderen in functie van het gekozen pakket. Dat vond ik onbegrijpelijk. Akkoord, zo’n pakket is gebaseerd op best practices, maar wanneer de practices veranderen, blijkt het pakket vaak moeilijk mee te evolueren. Ik heb altijd meer gezien in een componentgerichte aanpak. Ik ben ervan overtuigd dat je eerst de juiste businessprocessen moet uittekenen. Je moet goed in kaart brengen hoe je bedrijf werkt. Stemt dat overeen met wat het pakket aanbeveelt, dan kun je uiteraard voor het pakket kiezen, zeker wanneer het niet direct om de processen gaat die het concurrentieel voordeel van de organisatie bepalen. Gaat het om bedrijfskritieke processen, dan zou ik die nooit veranderen in functie van een pakket. Het belangrijkste is dat je vooraf goed nadenkt. Nieuwe software moet al gauw een jaar of tien meedraaien. Als software en processen niet goed op elkaar zijn afgestemd, ben je vertrokken voor tien jaar gepruts.
Het verbaast u dan wellicht niet dat business en it alignment vandaag een hot topic zijn in de it-sector?
JOHNNY VANDENDRIESSCHE: Alignment is oké, maar fusion – de huidige hype bij it-consulenten – vind ik overtrokken. It is in mijn ogen nog altijd een dienstendepartement, ten dienste van de business. Hardware, software en services moeten afgestemd zijn op de business. Vandaar dat we nu werken aan een servicecatalogus waarmee we op businessniveau beschrijven wat een it-dienst voor de business betekent. Bij alignment denk ik toch vooral aan de dagelijkse ondersteuning van de business. Dat wordt vaak vergeten.
U heeft de voorbije 37 jaar continu in it gewerkt. Wat is uw belangrijkste vaststelling na al die tijd?
JOHNNY VANDENDRIESSCHE: It is ondertussen overal aanwezig, maar zoals we it nu kennen, is ze nog altijd te complex. Gebruikers moeten vaak door een dagenlange opleiding voor ze met een toepassing aan de slag kunnen. We moeten superdure middleware installeren om toepassingen met elkaar te laten functioneren. It-leveranciers bezondigen zich vaak aan overselling. Kijk maar naar de huidige boom in virtualisatie. Alle toepassingen zijn nu gevirtualiseerd op high availability servers, zelfs applicaties die niet bedrijfskritiek zijn. Ook de kosten voor onderhoud moeten nog omlaag. Vandaag lopen die op tot twintig procent van de aankoopprijs van een oplossing. Wat blijft er nog over voor innovatie wanneer het onderhoud zo duur is? Ook dat is iets waar de leveranciers zich dringend over moeten bezinnen.
Dries Van Damme
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier